Meer belangstelling voor sollicitatie-advies UvT

Steeds meer studenten doen een beroep op de diensten van het Student Career Center van de UvT. Zo is de belangstelling voor het CV-spreekuur gestegen. In het eerste half jaar van 2011 kwamen 70 studenten naar het spreekuur toe, in dezelfde periode in 2012 waren dat er 101. Ook de animo voor individuele gesprekken stijgt.

“In het eerste half jaar van 2011 voerden we 320 individuele gesprekken, in het eerste half jaar van 2012 waren dat er 440,” zo zegt projectleider Elke Schrijen. “Studenten van TiSEM maken veel gebruik van het individuele spreekuur, ruim 200. Ook de studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen weten de weg goed te vinden. Opvallend is dat er relatief weinig studenten van de Rechtenfaculteit gebruik maken van de dienstverlening, ook gezien het feit dat de arbeidsmarkt voor deze studenten momenteel niet zo goed is.”

De meeste studenten die voor advies bij het Career Center aankloppen zitten in hun laatste jaar of zijn net afgestudeerd. Schrijen raadt studenten aan al vroeg in hun studie na te denken over hun toekomstplannen. “Eigenlijk begint je carrière op de dag dat je met je studie begint. Ontdek tijdens je studie welke functies je leuk vindt, wat je belangrijk vindt in werk en ontwikkel je competenties. Vaak ontdek je door een stage of het idee wat je over advocatuur of het werken bij een multinational hebt ook echt klopt.”

In 2011 lanceerde Student Services een career portal, waar werkgevers startersbanen, stages en afstudeeropdrachten kunnen plaatsen. Een succes, aldus Schrijen. “Er zitten nu 700 bedrijven op. Middelgrote regionale werkgevers maar ook grote bedrijven als Heineken, Philips, ABN AMRO en Interpolis. Iedere week komen er vacatures bij en inmiddels zit tien procent van de studenten op het portal.”

Arbeidsmarkt
De stijgende belangstelling voor sollicitatiehulp heeft onder meer te maken met de slechte situatie op de arbeidsmarkt. UvT’ers hebben steeds meer moeite om na hun afstuderen een geschikte baan te vinden. “Tot 2008 groeiden de sectoren zorg, onderwijs en overheid. Veel onderwijsinstellingen hebben een vacaturestop, de overheid krimpt in. En juristen en economen kwamen juist vaak bij de overheid en semi-overheid terecht,” zo zegt Ton Wilthagen, hoogleraar aan TiU en als directeur van het Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion (Reflect) gespecialiseerd in arbeidsvraagstukken.

Op sites als Monsterboard en JobTrack vind je nog steeds vacatures. Maar waar werkgevers eerder nog naar het schaap met de vijf poten zochten, zoeken ze inmiddels een schaap met zeven poten. Bij een advocatenkantoor kom je niet meer binnen met een 7 gemiddeld. Multi-inzetbaarheid is verder essentieel. Wilthagen: “De roep om specialisaties daalt, dat zie je ook in de teruggang van het aantal masters. Van een fiscaal bureau hoef je geen fiscaal recht gestudeerd te hebben, ze hebben liever een generalist die ze verder op kunnen leiden.”

Volgens de WO-monitor, een landelijke enquête van de VSNU onder recent afgestudeerde academici waren WO-alumni in 2011 gemiddeld 2,7 maanden op zoek naar een eerste baan, in 2009 was dit 2,1 maanden. “Het gaat bij die cijfers niet om een baan op niveau, maar om een baan op zich,” aldus Sonja Bekker, onderzoeker bij Reflect en gespecialiseerd in jeugdwerkloosheid. “Veel studenten nemen na een paar maanden solliciteren een bijbaantje of vragen bij hun oude bijbaantje of ze meer uren kunnen krijgen. En als je meer dan twaalf uur werkt, ben je formeel niet werkloos. Ook heeft 25 procent van de jongeren een tijdelijke baan, tegen hun zin in.”

Er is veel verborgen werkloosheid dus, maar hoeveel jongeren onder de 25 jaar zoeken nu volgens de formele cijfers een baan? Volgens het CBS ligt de jeugdwerkloosheid (jonger dan 25 jaar) nu op 12,2 procent. In vergelijking met de zomer van 2011 is het aantal jongeren met een ww-uitkering met 54 procent gestegen. Toch hebben Nederlandse academici het nog niet slecht. Allereerst ligt binnen de EU het jeugdwerkloosheidscijfer nog veel hoger (22,8 procent), daarnaast komen academici eerder aan een baan dan HBO’ers. Wilthagen: “Academici verdringen HBO’ers op de arbeidsmarkt en die verdringen op hun beurt MBO’ers. Die hebben het dus het moeilijkst.”

Volgens de eerder genoemde WO-monitor heeft 63 procent van de werkende alumni na anderhalf jaar een baan op minimaal wo- master niveau en 5 procent op wo-bachelor niveau. 21 procent geeft aan werkzaam te zijn op hbo-niveau. Bekker: “Het gaat hierbij ook om alumni van technische opleidingen en geneeskundestudies en in die twee sectoren is nog wel werk.”

De meeste sollicitanten die na hun studie gaan solliciteren worden afgewezen wegens een gebrek aan ervaring. Een kip-ei kwestie, want die ervaring kun je niet opdoen zonder baan. Of toch wel? Bekker: “Een werkgever heeft misschien nog geen baan voor je, maar wel een opdracht. Verhuur jezelf dan als zzp’er. Of loop stage om ervaring op te doen, liefst een stage in een groeiende sector zoals de zorg of de techniek. Bij een bedrijf als ASML hebben ze ook organisatiewetenschappers en hrm-ers rondlopen.”

Wilthagen vult haar aan. “TiU zet studenten na afstuderen nu koud op de arbeidsmarkt met een foldertje van de alumnivereniging. Dat moet veranderen. Bouw als universiteit een community, waardoor studenten en werkgevers elkaar kunnen ontmoeten. De Erasmus Universiteit doet dat bijvoorbeeld met bedrijven als Shell. Het is iets waar de afdeling Studentenzaken nu wel mee bezig is. Met een goed netwerk, kom je heel ver als student.”

In een reactie aan Univers erkent Liesbeth Leijssen, directeur bij Student Services dat de universiteit op het vlak van Career Services nog een slag moet maken, bijvoorbeeld door de komst van zo’n community. “Als we spreken over Career Services dan gaat het om werk- en stagebemiddeling, soft-skill trainingen, alumnibeleid, accountmanagement richting de arbeidsmarkt, career events, netwerkbenutting, aangepaste opleidingen binnen de faculteiten, besturen en ondernemen, maar zeker ook om de ontwikkeling van e-portfolio’s en het bouwen virtuele community’s. Career Services staat inmiddels als een van de belangrijkste punten op de universitaire agenda. Als gevolg hiervan heeft er de afgelopen maanden een benchmarking plaatsgevonden bij een aantal buitenlandse en Nederlandse universiteiten. Onmiddellijk is duidelijk naar voren gekomen dat er op gebied van Career Services nog een flinke slag gemaakt moet gaan worden en onze ambities omhoog moeten. Het CvB heeft aan mij en aan de vicedecaan onderwijs van TiSEM gevraagd om naar aanleiding van de benchmarking in het najaar een plan van aanpak te formuleren voor de korte en middellange termijn. Om de adviezen uit de benchmarking verder uit te werken hebben wij met een aantal key-spelers gesproken om hun visie op Career Services in kaart te brengen is. Het gaat hierbij om onder andere arbeidsmarktdeskundigen, vertegenwoordigers van provinciaal bepalende ondernemingen, career service officers en hoogleraren.”

Univers interviewde de afgelopen weken verschillende studenten over hun baankansen en sollicitatieervaringen, ook geven alumni adviezen om snel een baan te vinden. In de komende Univers lees je meer.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.