Onderzoek kunstroof is monnikenwerk

Sinds de film Monuments Men met George Clooney en Matt Damon is kunstroof een hot item. De nazi’s waren echte kunstliefhebbers, maar hoe kwamen ze aan die kunst? Aan wie behoorde het eigenlijk toe? En hoeveel geroofde kunst hangt er eigenlijk in de Nederlandse musea?

Deze en meer vragen werden vanmiddag beantwoord bij het symposium van het Academic Forum in samenwerking met Haanappel Art International. Onder het toeziend oog van een 45 koppen tellend publiek in de Black Box opent dagvoorzitter Wieteke van Zeil (kunst- en cultuurcriticus Volkskrant) het symposium.

Hierna neemt Annemarie Marck (adjunct-secretaris en onderzoeker bij de Restitutiecommissie) de microfoon over en vertelt over de roofpraktijken van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Zo bleken vrijwel alle nazi kopstukken (Hitler, Göring, Goebbels, Speer) een fascinatie voor kunst te hebben. Voor hen was kunst een teken van intellect en was het een manier om te laten zien dat het Arische ras verheven was boven de rest. Ook beschrijft Marck hoe de nazi’s de kunst in Frankrijk voornamelijk in beslag namen, terwijl het vergaren van kunst in Nederland voornamelijk verliep via het bieden op veilingen.

Helen Schretlen (medewerker Nederlandse museum vereniging) vertelt over het onderzoek ‘Museale Verwervingen vanaf 1933’, waar zij een teamlid van is. Zo was ze aangenaam verrast over de bereidheid van musea om mee te werken aan het onderzoek om ‘verdachte werken’ terug te geven aan rechtmatige eigenaren, ook al betekent dit dat de werken het museum moeten verlaten. Voor erfgenamen gaat het voornamelijk over de emotionele waarde achter de betreffende werken. ”Tenzij er ineens een Van Gogh opduikt”, grapt een van hen in het filmpje dat aan ons wordt getoond.

Na de pauze komt het juridische aspect van roofkunst naar voren aan de hand van Nederlandse en internationale voorbeelden, verzorgd door Inge van der Vlies (hoogleraar Kunst & Recht aan de Universiteit van Amsterdam) en Jan Hendrik Valgaeren (historicus, jurist en wetenschapper, verbonden aan Tilburg University).

Voornamelijk blijft hangen hoeveel werk het is om kunstwerken weer bij hun rechtmatige eigenaren te krijgen en wat voor grote rol kunst in de Tweede Wereldoorlog heeft gespeeld. Zo kregen Joodse kunsthandelaren visa van de nazi’s om onder te duiken in Zwitserland in ruil voor stukken uit hun collecties. Terecht merkt Schretlen dan ook op dat opmerkelijk is ”dat hun liefde voor kunst nog groter was dan hun haat voor de joden”.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.