Studentenbubbel

Laatst kwam ik op een woensdagavond thuis na een erg lange collegedag in Maastricht. Tijdens het fietsritje van Tilburg Centraal naar huis kon ik alleen maar denken aan mijn pyjama, een wijntje en fleecedeken op de bank, terwijl mijn hoofd nog na gonsde van alle colleges en de lange reis.

Uiteindelijk opende ik vermoeid de voordeur, waar ik spontaan over kat Chuck struikelde, die me op stond te wachten. Een tikkeltje chagrijnig duwde ik hem aan de kant, terwijl ik ondertussen probeerde met mijn drie tassen heelhuids door de krappe gang te komen. Na die geslaagde missie liep ik naar de koelkast voor dat begeerde wijntje, maar werd wederom gehinderd door mijn harige huisgenoot die om mijn benen draaide. Nu ronduit geïrriteerd duwde ik hem opzij, zodat ik de koelkastdeur kon openen. Kon hij me niet heel even met rust laten? Bij een zacht gepiep keek ik op. En daar zat ‘ie dan; een tikkeltje ineengedoken, met zijn staart gekruld langs zijn lichaam, terwijl hij me met grote vragende ogen aankeek. Spontaan verdween mijn irritatie. Het beestje had de hele dag alleen gezeten en kreeg nu enkel gegrom van mijn kant. Schuldbewust gaf ik hem een dikke knuffel en wat kattensnoepjes, lekker pedagogisch verantwoord ook.

Later die avond lag ik in bed naar het plafond te staren, terwijl Chuck tevreden ronkend opgekruld naast me lag. Ineens schoot me een gesprek te binnen dat ik laatst met een vriendin voerde. Zij werkt hard als eigenaresse van een eigen bedrijf, maakt lange, zware dagen, maar klaagt nooit, iets wat ik erg in haar bewonder. We hadden het over het beeld dat ‘buitenstaanders’ van studenten hebben. Het kwam erop neer dat ‘wij’ voor haar stiekem de vervelendste klanten zijn. “Ze denken dat ze alles kunnen maken, dat de wereld om hen draait”, zei ze. “Maar eigenlijk leven ze in een soort bubbel, het studentenleven is niet de echte wereld.” Dat ze geen ‘jullie’ zei, bevestigde dat ze mij niet op die manier zag, maar toch bleven de woorden hangen.

Heeft ze tenslotte niet stiekem gelijk? Heeft het gros van de studenten – als je er écht goed over nadenkt – immers niet een relatief luxe leventje? Feestjes, leuke activiteiten, een kamer of appartement, vakanties, reisjes, et cetera, dit alles met als grootste zorg het halen van tentamens of het houden van die vervelende presentatie? Los van bijbaantjes, toetsen en verplichte familie-uitjes hebben we een enorme vrijheid. We kunnen in principe doen en laten wat we willen, zonder daarbij rekening te hoeven houden met anderen. Heb je geen zin in college? Dan ga je niet. Geen geld voor een biertje? Met een beetje mazzel kun je aankloppen bij je ouders. Zin om een feestje te houden met je studentenhuis? Joh, dat kunnen de buren best een avondje lijden. Studie niet helemaal je ding? Dan ga je gewoon wat anders doen. Hoewel dit alles natuurlijk wat generaliserend is, is ook dat niet zonder reden. Het komt immers vaak genoeg voor.

Met mijn volle agenda vergeet ik nog wel eens dat mijn schatten van ouders zich ook wel eens afvragen hoe het met me gaat, dat vrienden aandacht verdienen en Chuck echt zijn eigen kattenbak niet schoonmaakt. De campus is een veilige, afgesloten wereld en we leven als studenten dan ook stiekem behoorlijk in een bubbel, waar we af en toe best eens doorheen mogen prikken. Nu geldt dat niet alleen voor studenten, want uiteindelijk is iedereen vooral met zijn eigen leven bezig. Toch denk ik dat het nooit verkeerd is om te beseffen hoe goed we het hebben en dat we best vaker in onze handen mogen knijpen vanwege alles wat we als studenten aangereikt krijgen.

Terwijl Chuck zijn neus tegen mijn onderarm aanduwt en zachtjes smakt in zijn slaap, glijdt de stress van de dag van me af. Morgen toch mam maar eens bellen.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.