Arnon Grunberg: “Economie is een voortzetting van de literatuur”

Arnon Grunberg: “Economie is een voortzetting van de literatuur”

Ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Tilburg School of Humanities gaf Arnon Grunberg op 7 november een lezing in de aula van het Cobbenhagengebouw. Univers stelde de beroemdste schrijver van Nederland een paar vragen na afloop.In zijn lezing, getiteld Het Noodlot, vraagt Grunberg zich af wat de ethiek van Spinoza nog kan betekenen voor de moderne mens. Spinoza was een kind van de Verlichting en geloofde er heilig in dat mensen in staat zijn om een gelukkig en deugdzaam leven te leiden. Dan moeten we wel even onze hartstochten onder controle krijgen en ons bevrijden van alle onware ideeën. ‘Kunnen we dat, en willen we dat?’ vraagt Grunberg zich af.

Grunberg vergelijkt in zijn lezing de moderne mens met Swann, een personage van de Franse schrijver Marcel Proust. Swann laat zich in de liefde vooral leiden door gevoelens als jaloezie en wantrouwen, en bouwt zo hele fantasiewerelden op. De moderne mens lijkt verdacht veel op dit personage, vindt Grunberg. ‘Wij vrezen voortdurend bedrogen te worden en geloven heilig in onze verbeelding. Wij zijn allemaal producenten van fictie.’ De moderne mens verheerlijkt volgens Grunberg het sentiment. Het is te laat om nog terug te keren naar het Spinozistische geloof in dé waarheid.  ‘Het lachwekkende is ons noodloot,’  besloot Grunberg zijn lezing.

Een van de aanwezigen op uw lezing twitterde na afloop: ‘Als Grunberg een serieuze voordracht houdt, klinkt hij als Beatrix tijdens de troonrede, lijkt het wel.’ Is onze Koningin een voorbeeld voor u?

“Ik heb nog nooit geen serieuze voordrachten gehouden. Ik vermoed dat de twitteraar het over mijn dictie had, ik praat inderdaad geen Limburgs. Maar zoals W.F. Hermans al zei is het Nederlands feitelijk een dialect van het Duits, zoals het Zwitserduits dat ook is. Er is veel voor te zeggen de troonrede vanaf nu in het Duits te houden. En Nederland zou wat mij betreft net als Noordrijn-Westfalen een deelstaat van Duitsland mogen worden. Dat is voor alle betrokkenen het beste. Hiermee heb ik uw vraag over de koningin ook beantwoord denk ik.”

Na de lezing ging u in debat met een aantal studenten filosofie. Er heerste nogal wat spraakverwarring. Literatuur en filosofie hebben veel met elkaar gemeen, maar zijn de verschillen niet groter?

Ik meen dat ik dat ook in mijn lezing heb gezegd. Maar ik geloof dat we geen verregaande conclusies moeten verbinden aan de milde spraakverwarring die af en toe leek te heersen. Volgens de Zuid-Afrikaanse schrijver Coetzee hebben de filosofie en de literatuur elkaar nodig, maar waarschijnlijk is een huwelijk zonder spraakverwarring onmogelijk.”

U wantrouwt de rede, zei u in uw lezing. Betekent dit ook dat u de wetenschap wantrouwt?

“Ik geloof dat de wetenschap niet altijd kritisch genoeg is tegenover zichzelf.”

De geesteswetenschappen staan tegenwoordig onder druk. Wat is het nut ervan, vragen sommigen zich af. Wat denkt u ervan, kunnen we de hele handel niet beter opdoeken?

“O nee, laat ze vooral voortbestaan. Ze zijn nuttig om kennis te nemen van de traditie en die voort te zetten. Ik vrees dat hun zwakte ligt in een halfslachtige poging wetenschappelijker te lijken dan ze zijn, of zich onder druk van managers te moderniseren.”

U zei in uw lezing dat het maar de vraag is of Economie, en andere wetenschappelijke disciplines, wel zo wetenschappelijk zijn. De vraag rijst of ze niet eerder een voortzetting van de literatuur zijn via andere middelen. Kunt u dit nader toelichten?

“Economen als Krugman zetten zelf vraagtekens bij de wetenschappelijkheid van hun wetenschap. We kunnen en moeten ons dan afvragen wat dat gedeelte van de economie is dat niet wetenschappelijk is. Indachtig de woorden van Socrates dat schrijvers op waarzeggers lijken, leek me de economie de voortzetting van de literatuur.”

Zijn wetenschappers eigenlijk niet de meest tragische figuren van onze tijd? Druk zoekend naar dé waarheid, die al sinds een paar decennia is afgeschaft?

“Is de waarheid echt afgeschaft? Volgens mij zijn wetenschappers vooral bezig met hun carrière. Gingen ze maar op zoek naar de waarheid, zou ik bijna zeggen.”

‘Het lachwekkende is ons noodlot,’ besloot u de lezing. Is het bestaan voor u één grote, goddeloze komedie?

“‘Goddeloosheid’ is in de context van Spinoza ingewikkeld, want het ‘goddelijke’, als ik hem goed begrijp, is immers alles. Een komedie wel degelijk, maar daarmee ook een tragedie.”

NB: Deze tekst staat in het  Engels in het afgelopen magazine.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.