SER zet vooral in op buitenlandse bètastudent

De Sociaal Economische Raad (SER) zet in het rapport Make it in the Netherlands vooral in op het aantrekken van bètatechnologische studenten afkomstig uit het buitenland. Uit de cijfers van het rapport blijkt dat het overgrote deel van de 56.000 buitenlandse studenten vooral voor economische of sociale studies naar Nederland komt.

Er is een tekort aan bètastudenten voor de arbeidsmarkt en dat tekort moet opgevangen worden door buitenlandse studenten. Dat is in ieder geval de opvatting van de SER. Daarvoor heeft de raad het Nederlandse hoger onderwijs, bedrijven en het Nuffic de taak aanbevolen om Nederland actief te promoten als land om in te werken. In het rapport spreekt de raad uit dat het ‘accent moet liggen op het werven en binden van buitenlandse studenten in de bètatechnologische opleidingen’.

Buitenlandse student wil wel blijven

Om de buitenlandse studenten (ongeacht opleiding) in Nederland te houden dient er een nauwere binding tussen de student en Nederland gecreëerd te worden. De verantwoordelijke Nederlandse bedrijven zijn volgens het SER multinationals, bedrijven in de creatieve industrieën, R&D, onderzoek, export, toerisme en hightech industrie. De SER zegt over informatie te beschikken dat het overgrote deel van de buitenlandse studenten wel in Nederland wil blijven, maar dat de meeste studenten uiteindelijk toch huiswaarts keren om uiteenlopende redenen. Een gebrekkige kennis van de Nederlandse taal is hiervan een voorbeeld.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.