Universiteiten in de knel door nieuwe regels tijdelijke contracten

Als universiteiten alle promovendi die langer dan vier jaar over hun promotieonderzoek doen een vast contract aan moeten bieden, dan krijgen de instellingen problemen. Er is noodzaak om het dienstverband van de onderzoekers nog een keer tijdelijk te kunnen verlengen, zonder dat er een vast contract moet worden gegeven. Dat schrijven de universiteiten, verenigd in de VSNU, in een brief aan de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Slechts tien procent van de promovendi rondt het onderzoek binnen de vastgestelde termijn van vier jaar af. Ook geeft de cao bij zwangerschap het recht op verlenging.  Hetzelfde geldt voor de contracten van andere tijdelijk onderzoekers, zoals postdocs.

Het arbeidsrecht gaat op de schop.  Zo is een proeftijd bij korte contracten vanaf juli 2014 niet meer toegestaan. Ook veranderen de regels rondom tijdelijke contracten.  Na drie tijdelijke contracten in een tijdsbestek van twee jaar, moet een vast contract worden aangeboden. Daar kan een uitzondering op gemaakt worden als er een pauze wordt ingelast. Momenteel is die onderbreekperiode drie maanden, dat wordt zes maanden. Via de cao kan een uitzondering gemaakt worden op de nieuwe regels.

In de brief aan de Kamerleden schrijft de VSNU: “Binnen de universiteiten is te weinig plek om promovendi direct na de promotie een vast dienstverband aan te bieden. Hoewel Nederland internationaal gezien relatief weinig promovendi opleidt, is er bij de eigen universiteit slechts ruimte voor ongeveer 25 procent van de promovendi. Veel gepromoveerden stromen door naar het bedrijfsleven en andere sectoren. Het is ook geen uitgangspunt dat promovendi automatisch belanden in de wetenschap.”

_Advertentie.