Lotingstudies: weg ermee

In het jaar 2017 zal de lotingstudie in Nederland in de geschiedenisboeken verdwijnen. Minister Bussemaker schreef een brief naar de Tweede Kamer. Weg met de lotingstudie, zegt ze, en op naar een betere inhoudelijke match tussen student en opleiding.

Bijna een derde van de studenten schrijft zich in voor een numerusfixusopleiding. Een groot deel daarvan doet mee aan de centrale loting door DUO. Iedere aankomende student heeft een cijfergemiddelde. Dat getal wordt als het ware op een lootje geschreven, in een grote grabbelton gegooid en daar wordt naar willekeur uit gegraaid. De gelukkigen die een 8 of hoger als cijfergemiddelde hebben, worden op voorhand gekozen. Zij hoeven niet in die grote grabbelton. Nog gelukkiger zijn degenen die uit de grote hoop lootjes gevist worden, gezegend door het toeval. Zij mogen de studie naar keuze gaan doen. De ongelukkigen die achterblijven op de grote hoop, moeten maar iets anders gaan doen. De studie volgen waar hun hart en ziel wellicht naar uitgaat? Niet in dit leven.

Of toch wel? Bussemaker gooit het roer om. Geen centrale selectie met loting meer. De nieuwe toelatingsprocedure zal enkel nog decentraal gebeuren. Deze zal, zo schrijft ze in de brief, recht doen aan “het feit dat studiesucces door diverse factoren wordt beïnvloed, zoals persoonlijkheidskenmerken, eerdere onderwijsprestaties, motivatie van de aspirant-student en organisatiekenmerken van de opleiding.” De voorwaarde dat toelating gebaseerd moet worden op een combinatie van cognitieve én non-cognitieve eigenschappen, moet hiervoor zorgen.

Het lijkt nu al zo logisch. Je zou je bijna afvragen of er ooit echt sprake was van zoiets wreeds en simpels als lotingstudies in ons voortvarende, moderne Nederland. Binnenkort dus niet meer. Al rijst de vraag of die decentrale loting dan inderdaad zo eerlijk zal zijn. Kortom: slaat Nederland daadwerkelijk een nieuwe richting in, of krijgen we er een wassen neus bij? De tijd zal het leren.

_Advertentie.