Verslag medewerkers- bijeenkomst BEST

“De dienstverlening is goed, er wordt hard gewerkt,” zegt bestuursvoorzitter Becking tegen een goede, hardwerkende en afgeladen aula. “Maar we denken desondanks dat het een slag beter kan.” Het College van Bestuur informeerde vandaag het ondersteunende personeel over het voornemen tot reorganisatie. Een verslag van de bijeenkomst op 10 december.

Tilburg University gaat haar ondersteunende diensten ingrijpend reorganiseren. De reorganisatie is onderdeel van BEST – Building Excellent Support at Tilburg University – en vloeit voort uit het strategisch plan. De stuurgroep van BEST, onder leiding van hoogleraar Bas Werker, concludeerde dat de dienstverlening op de universiteit efficiënter kan – 90 fte (full-time equivalent) aan banen kunnen verdwijnen zonder dat de diensten aan kwaliteit inboeten.

Het College van Bestuur neemt deze doelstelling niet helemaal over. “We zijn wat milder geweest dan ons was geadviseerd door de stuurgroep”, aldus Koen Becking vandaag tegen de massaal toegestroomde medewerkers. Het resultaat: 58 fte verdwijnt bij de diensten. Dit bespaart, zoals wij eerder schreven, structureel 3,5 miljoen. Bezuinigingen op het huisvestingscompartiment leveren anderhalf miljoen op en het schrappen van de interne subsidie voor het Nexusinstituut levert nog eens vijf ton op.

Deze 5.5 miljoen gaat banen scheppen in onderwijs en onderzoek aan Tilburg University: 90 fte aan (universitair)docenten en aio’s (assistenten in opleiding). Becking: “Dat is uiteindelijk waartoe wij als universiteit op aarde zijn: om ons geld te besteden aan onderwijs en onderzoek.” Tegelijkertijd vindt Becking ondersteuning net zo belangrijk: “Het is net zo waardevol, dat moet duidelijk zijn. Toch willen wij de mogelijkheid benutten om nog meer geld vrij te maken voor onderwijs en onderzoek.”

Verslag van de bijeenkomst
Rector Magnificus Philip Eijlander neemt daarna het woord over BEST. Tilburg University kan haar kleinschaligheid beter benutten en kan haar onderwijs intensiveren door BEST, vertelt Eijlander. Dat moet leiden tot een hogere studenteninstroom. “Je moet de groepen kleiner maken als je meer contact wil tussen docenten en studenten. Dat kan alleen als je meer docenten hebt: het is een simpel verhaal.” Maar daar is geld voor nodig, zegt Eijlander, waardoor nu de reorganisatie noodzakelijk is: “Liever hadden we dat geld gekregen van het ministerie, want we krijgen steeds minder. Dat is slecht en moet veranderen. Als we het geld niet krijgen van het ministerie, zullen we het anders moeten doen en de ondersteuning efficiënter organiseren.”

Persoonlijke gevolgen tot najaar 2015 onbekend
Becking gaat zich inzetten om gedwongen ontslagen te voorkomen: “We zullen er even wel alles aan doen om dat zoveel mogelijk te voorkomen. Daar heeft deze instelling een goede traditie in. We willen samen met de vakbonden een goed sociaal plan afsluiten en we gaan zoveel mogelijk mensen proberen van werk-naar-werk te begeleiden. Op de campus of eventueel daar buiten.”

De persoonlijke gevolgen blijven tot het najaar van 2015 onduidelijk. In het voorjaar van dat jaar wordt er een organisatieontwerp gemaakt, waarna in het najaar een sociaal- en personeelsplan gemaakt wordt. “De hele simpele vraag: ‘wat betekent het voor mij’, kunnen was dan pas beantwoorden.”

Is investeren nog mogelijk?
Veel werkgroepen rapporteerden dat de gewenste ‘efficiëntieslag’ te halen valt door ‘verregaande digitalisering’. Is daar wel geld voor, vraagt een werknemer? Becking reageert: “We gaan gericht keuzes maken, maar die moeten we nog maken. Welke activiteiten ga je meer doen, welke ga je minder doen? Het kan zijn dat we extra investeren – bijvoorbeeld in digitalisering. Dat kan één uitkomst zijn van het verdere ontwerp van de organisatie.” Dat de digitalisering in meerdere rapportages stond, betekent nog niets voor Becking: “Nou loop je een beetje op zaken vooruit.” Werker voegt toe: “Neem van mij aan dat ik als stuurgroepvoorzitter geen opdracht aanneem waarin geen ruime is om te investeren.”

(De)centralisering
Is BEST het einde van discussie over centralisering versus decentralisering? Voor Eijlander wel: “Ik werk al vrij lang op deze universiteit. Het vraagstuk ‘wat doen we in de faculteiten, en wat doen we centraal’, speelt al heel lang. We moeten nu de kans grijpen om de krachten te bundelen. Het gaat niet om investeren in de ene of in de andere. Het gaat om versterken van de universiteit.” Werker: “Het is een decentralisatie in de zin dat mensen fysiek dichter bij het primaire proces zitten.” Maar tegelijkertijd centraliseert BEST ook, zegt Werker. “Het kan niet voor iedere faculteit meer op een andere manier. Dan kunnen we de efficiency winst niet halen.”

Vacaturestop
Vanaf vandaag is er een externe vacaturestop voor het ondersteunende personeel afgekondigd. Deze duurt in ieder geval tot 1 januari 2016. Becking: “We hebben die vacaturestop om bestaande werknemers te beschermen. Er komen geen nieuwe werknemers van buiten in, die andere, vaste mensen zouden kunnen vervangen. Als jou dat nou treft, deze dagen, dat je nu een tijdelijk contract hebt, dan is het wel heel bitter, dat begrijp ik heel goed. Dat is heel naar.” Een HR-medewerker nuanceert de bestuursvoorzitter snel: “Een tijdelijk contract kan nog wel verlengd worden tot 1 januari 2016. Tenzij de verlenging van het tijdelijke contract leidt tot een vast contract.”

Wat voor effect heeft de vacature-stop op de inhuur van extern personeel? Becking speelt de vraag door naar de ‘HR-mensen’. Een juridisch adviseur van HR: “Dat blijft vooralsnog hetzelfde. Pas als het personeelsplan zover is, wordt er gekeken wat er met deze groep gebeurt. Op dit moment brengt de vacaturestop niet met zich mee dat we daarmee stoppen. Voor de mensen die er nu werken, verandert het niet.”

Valt er geen uitzondering te maken voor uitzonderlijke werknemers in tijdelijke dienst, vraagt iemand. Is dat niet strijdig met de beoogde kwaliteitsimpuls? “Dat is iets waar wij ook mee worstelen”, erkent Becking. “Het is niet zo dat als je een vast contract hebt, dat je dan beter bent dan iemand zonder vast contract. Maar dit zijn wel de regels van het spel en die willen we respecteren. Het kan als consequentie hebben dat een goede, tijdelijke kracht niet aan de bak komt: het is zoals het is.”

‘Stofkam door wetenschappelijk personeel’
Een andere werknemer: “Wat is de kans dat we er over twee jaar hier weer zitten? En hoe groot is de kans dat we een keer met de fijnstofkam door het wetenschappelijk personeel gaan en wat zwakke broeders elimineren. Zij zijn ook superduur.” Het leidt tot een luid applaus.

Werker: “Het plan wat nu hebben gemaakt gaat over het hele ondersteunende personeel. De afdeling communicatie wordt daar weer in meegenomen. Ik ben er van overtuigd, dat we nu – omdat het over de hele breedte gaat – iets hebben wat veel ingrijpender is, maar daarmee wel jaren vooruit kan. De kans dat we hier over twee jaar weer zitten… Nul is misschien wat overdreven, maar het is echt heel klein. We hebben een plan wat integraal werkt, waar veel over nagedacht is. Ook met mensen zoals jullie. Ik ben er van overtuigd dat het gaat werken: dat gaat wel veel van iedereen vragen.”

Eijlander over die academische stofkam: “We willen de kwaliteit van ons werk verbeteren, over de hele linie: onderwijs en onderzoek. Dat kan maar op één manier: de kwaliteit van onze mensen. Zowel voor wetenschappelijk- als ondersteunend personeel. We kunnen alleen maar een goede universiteit zijn, als je goede mensen in dienst hebt. Het personeelsbeleid is de kurk waar alles op drijft. We stellen hoge eisen aan ons wetenschappelijk personeel. De eisen aan een vaste aanstelling zijn fors. Tegelijkertijd, heb je een aantal mensen die minder functioneert, dat is in elke organisatie zo. De wetenschappers en de docenten moeten heel goed articuleren wat ze verwachten. Dat kan alleen maar als je nabij bent. Als je te ver van elkaar af staat, dan kan je niet goed formuleren wat je van de anderen verwacht.” Tegelijkertijd erkent Eijlander dat er een aantal dingen gaan verdwijnen: “En dat betekent dat het wetenschappelijk personeel een aantal dingen zelf gaat doen.”

Na de vraag-en-antwoordsessie van ruim een uur, roept de spreekstalmeester op om niet met vragen te blijven zitten, maar ze te stellen aan de leden van de stuurgroep BEST. De medewerkers verlaten na een bescheiden applaus de zaal en gaan weer goed en hard aan het werk.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.