Iedereen Kampioen!

SdVlogoHet gebeurt wel eens dat nieuwtjes uit verschillende hoeken de Socioloog des Vaderlands dwingen om wat sociologische duiding te geven via deze blog. Vorige week was het weer zover! Het oorspronkelijke idee voor deze bijdrage vind je op het einde terug – volgens onze blogcursus werkt een cliffhanger nu eenmaal altijd. Al-tijd! De tweede ingeving kwam na publicatie van de Keuzegids Master 2015 die alle Masterprogramma’s doorlicht en rangschikt. Francine van Univers heeft bovendien een portie bitterballen beloofd als de Socioloog zich eens zou laten gaan over de Keuzegids. Bij deze!

Op zich is die Keuzegids natuurlijk een vrij aardige bedoening, want meten is natuurlijk weten. En naar de buitenwereld toe lijkt elke universiteit deze oefening ook erg te waarderen. Tilburg University liet weten: “Tilburg University snelste stijger in de Keuzegids Masters 2015”. Utrecht verklaarde: “13 Utrechtse masters top in Keuzegids 2015”. Nijmegen koos voor de kop “Tien masteropleidingen Radboud Universiteit beste van het land”. Kortom, allemaal blije gezichten, iedereen kampioen!

perfectMet die opmerking verdien je natuurlijk geen bitterballen, dus laten we er maar even een technisch verhaaltje over betrouwbaarheid en validiteit bij betrekken. De Keuzegids is wat betreft de methodologie bijzonder transparant. De thema’s van de Masters is verzameld door de redactie van de Keuzegids. De studentenoordelen zijn gebaseerd op de Nationale Studentenenquete (NSE). En voor het expertoordeel, tot slot, baseert het zich op accreditatiebesluiten van de NVAO. Idealiter levert al die informatie natuurlijk een eindoordeel waarbij de score ook echt de combinatie van die beoordelingen weerspiegelt. In dat geval is de meting betrouwbaar en geldig!

lagebetrouwbaarheidBetrouwbaarheid gaat over de consistentie van de meting – zou een andere onderzoeker met een gelijkaardige methodologie tot ook tot een score van 54 zijn gekomen? Problemen beginnen al bij het oplijsten van de thema’s. Voor de Socioloog des Vaderlands is het een verrassing vast te stellen dat zijn eigen Departement als een van de thema’s Criminaliteit naar voren schuift. Bijzonder inzichtrijk, maar wat betreft betrouwbaarheid toch wel een kleine tegenvaller: de informatie wijkt af van de eigenlijke Master. Maar ook de informatie afkomstig uit de NSE is niet zonder meer probleemloos. Zo zegt de Keuzegids zelf: “Bij de meeste van de masteropleidingen zijn, om de betrouwbaarheid van de meting te vergroten, de resultaten van twee of drie enquêtejaren samengenomen. Slechts bij één op de drie opleidingen was de steekproef zo groot dat alleen de meting van 2013 een betrouwbaar oordeel opleverde.” Sociologen weten het: bij een kleine steekproef schiet je variantie door het dak – de wet van de grote aantallen. Tussen de regels door lijkt de NSE dus zelf te zeggen dat voor een kleine opleiding als Sociologie die informatie sowieso met een korrel zout moet genomen worden.

lagegeldigheidBij validiteit, daarentegen, gaat het over de vraag of je eigenlijk wel meet wat je wil meten. Nu proberen Departementen erg snel op de bal te spelen – als uit informatie uit de NSE of studentenevaluaties blijkt dat er wat gesleuteld moet worden aan de opleiding, dan gaan Departementen dit doorgaans niet nalaten. Maar dan blijft de vraag wat je uiteindelijk meet in de Studentenevaluatie – de beoordeling van het laatste jaar (wat je als Departement natuurlijk wil) en waarbij je juist veranderingen hebt doorgevoerd? Of gaat juist ook de minder goede prestatie van het jaar daarvoor doorwegen? Qua geldigheid is de informatie uit de Keuzegids dus ook niet altijd volledig accuraat, aangezien het informatie over verschillende jaren accumuleert.

En dit gaat dan nog maar over de doorlichting van de Nederlandse Masters – internationale verschillen stemmen ook tot reflectie! Bijvoorbeeld de rangschikking van de Times Higher Education van 2014 zet Harvard University op 1, gevolgd door MIT en Stanford (de meest recente editie schudt deze top 3 trouwens grondig door elkaar). In die van Shanghai staat Harvard ook op 1, maar wisselen Stanford en MIT van plaats. De QS World University Ranking plaatst dan weer MIT op de eerste plaats, gevolgd door Cambridge en Imperial College. Harvard staat hier pas op de vierde plaats – huilie huilie! Leiden heeft eveneens een rangschikking, die Rockerfeller University op de eerste plaats zet, gevolgd door MIT en Harvard. Die sterke divergentie in rankings toont gewoon aan dat het niet eenvoudig is om tot een eenduidige ranking te komen, maar dat deze vrij sterk onderhevig is aan de accenten die een dergelijke rangschikking gebruikt.

Terug naar de Keuzegids dan. Alle rankings ten spijt moeten we zeggen zoals het is: Sociologie in Nederland is top! Het onderzoek aan de Nederlandse sociologiedepartementen behoort, volgens de doorlichting van QANU, tot de wereldtop. Uiteraard zijn er accentverschillen tussen universiteiten. Ook waakt zowat elke universiteit over de onderwijskwaliteit via interne studentenevaluaties en training voor docenten (de zgn. BKO). In Nederland zijn we gewoon allemaal kampioen!

Oh juist ja, de cliffhanger! Vorige maandag berichtte De Morgen – de Vlaamse tegenhanger van de Volkskrant – dat de kloof op de arbeidsmarkt tussen allochtonen en autochtonen nergens zo groot is als in België, en dit op basis van een onderzoek door de Vlaamse overheid. Enkele dagen daarvoor kopte die Volkskrant, zich baserend op OECD-gegevens, dat de arbeidskansen van immigranten vrijwel nergens zo slecht zijn als in Nederland (Zweden spant volgens dit onderzoek de kroon). De Journalisten des Vaderlands zouden eigenlijk eens op bezoek mogen komen om beide rapporten eens naast elkaar te leggen en de gehanteerde indicatoren door te lichten op betrouwbaarheid en validiteit zodat ze voldoende kritisch kunnen beoordelen wie de bedenkelijke eer krijgt van Kampioen Ongunstige Arbeidskansen voor Immigranten.

TR

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.