Vertrouwenspersoon TiU ontving 23 meldingen

Bij de Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit van Tilburg University zijn de afgelopen 40 maanden in totaal 23 meldingen binnengekomen. Dat stelt emeritus hoogleraar strafrecht en criminologie Cyrille Fijnaut, die op 1 januari 2012 als vertrouwenspersoon werd aangesteld.

Die aanstelling gebeurde naar aanleiding van de fraude-affaire rond psycholoog Diederik Stapel, die toen veel stof had doen opwaaien. Later besloten ook andere universiteiten een dergelijke functie in het leven te roepen. Fijnaut treedt nu voor het eerst naar buiten met zijn bevindingen, maar doet dat zeer omzichtig en in de meest algemene bewoordingen.

Onder de 23 meldingen die Fijnaut ontving, waren er 13 zogeheten ‘oprechte meldingen’. Daarbij gaat het om onzorgvuldigheid, onbetrouwbaarheid en controleerbaarheid. In negen gevallen zag Fijnaut geen reden de kwestie door te verwijzen naar de Commissie Wetenschappelijke Integriteit. Van de vier gevallen die wel op het bordje van de Commissie belandden, bleek er in twee gevallen niets aan de hand. Een derde is daar nog in behandeling, van de vierde zegt Fijnaut niet te weten wat daar nu de status van is.

Fijnaut wil inhoudelijk niet ingaan op de aard, inhoud of afkomst van de meldingen. “En ook voor deze vier gevallen geldt dat je niet zomaar kunt stellen dat er voor mij reden was om te twijfelen aan de integriteit. Soms zijn kwesties simpelweg te gecompliceerd, te technisch om daar op mijn eentje een goed oordeel over te kunnen vellen. Dan verwijs ik de melding dus ook door.”

Zwart maken
Daarnaast waren er twee valse meldingen: klachten met het bewuste doel anderen zwart te maken. Ook over die twee kwesties wil Fijnaut helemaal niets zeggen. En tot slot zijn er acht ‘oneigenlijke meldingen’ gedaan: kwesties die niet gaan over de integriteit van de wetenschapper maar over de omstandigheden waarin deze zijn werk doet. Dat kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de invloed van geldschieters op het werk van de wetenschapper. Hierover wil Fijnaut slechts kwijt dat hij in één geval de rector heeft gevraagd in te grijpen.

23 meldingen: is dat veel of weinig? Fijnaut durft het niet te zeggen. “Ik heb geen voorganger, dit soort meldingen kwamen voorheen binnen bij Philip Eijlander. Maar dat was niet vergelijkbaar, dus je kunt niet terugkijken naar eerdere jaren. En ik kan het ook niet vergelijken met andere universiteiten omdat ik niet weet hoeveel meldingen daar zijn binnengekomen. Eind juni gaan wij voor het eerst als Vertrouwenspersonen een keer rond de tafel zitten. Maar dan nog: ook dan kan je de aantallen niet simpelweg naast elkaar leggen en daar conclusies uit trekken.”

Want de cijfers op zichzelf zeggen weinig, zo maakt Fijnaut duidelijk: “Er klopten namelijk ook mensen bij mij aan die eigenlijk helemaal geen klacht hadden maar gewoon vragen, mensen die graag willen horen hoe een ander tegen iets aankijkt omdat ze er zelf niet uitkomen. En in andere gevallen gaat het om verschillen van opvatting: is iets nu een schending of niet? Wat is wel en wat is geen plagiaat? Als mensen gewoon advies willen, kan ik redelijk snel klaar zijn met een melding. Maar in sommige gevallen moet ik drie, vier keer een ronde langs betrokkenen maken, dan kan de behandeling van een melding al snel twee of drie maanden duren.”

“En dan is het ook nog zo dat mensen die het niet met mijn oordeel eens zijn, altijd nog zelf naar de Commissie kunnen stappen. Of helemaal niet bij mij aankloppen maar meteen naar de Commissie gaan met hun melding of klacht. Dat mag ook gewoon. Daar heb ik dan geen zicht op. En ik wil daar ook geen bemoeienis mee: iedereen moet op zijn plaats blijven.” Zo blijft het systeem transparant en wordt in de ogen van Fijnaut onpartijdigheid gewaarborgd.

Gevolgen Stapel
Het stof is inmiddels een beetje gaan liggen na de affaire rond de fantastische bevindingen, plagiaat en fraude van Diederik Stapel. Maar de kwestie, zo stelt Fijnaut, is destijds wel heel hard aangekomen in Tilburg. “Aan de andere kant: als ik naar de studentenaantallen of naar onderzoeken kijk, dan zie ik geen gevolgen. In het begin was de affaire heel groot in Nederland en België. Maar in Frankrijk, Duitsland, Amerika zegt de kwestie Stapel helemaal niemand iets. Want tja, dit soort schandalen komt overal met enige regelmaat voor. En Tilburg is natuurlijk maar een kleine universiteit.”

Of er nu juist meer oog is voor integriteitskwesties op Tilburg University door wat er met Stapel gebeurde, kan Fijnaut niet zeggen. “Ik weet niet wat voor effect het heeft gehad. Het ligt natuurlijk wel gevoelig, soms zelfs overgevoelig. Sommigen roepen dan: alles uit de kast bij vermoedens of meldingen! Maar dan zeg ik: niet in galop springen, loop op kousenvoeten. Wat is de feitelijke basis van een melding? Is er hoor-wederhoor toegepast? Wat zijn de verschillen van opvatting? Goed onderzoek gaat voor alles. En daarbij hoor je behoedzaam te werk te gaan, anders veroorzaak je op voorhand al schade, los van of er daadwerkelijk iets aan de hand is of niet.”

Of de straf voor Stapel – een taakstraf van 120 uur – hoog genoeg was, daar laat Fijnaut zich niet over uit. Hij lacht behoedzaam. “Nee, daar zeg ik niets over. Maar in het algemeen vind ik wel dat mensen van wie echt is bewezen dat ze de wetenschappelijke integriteit hebben aangetast hard gestraft mogen worden. Het kost universiteiten en de wetenschap in het algemeen veel tijd en energie om die schade weer te herstellen. Fraudeurs moeten dus strafrechtelijk worden vervolgd. Maar op de eerste plaats is het de verantwoordelijkheid van de universiteiten zelf. Die moeten eerlijk maar streng te werk gaan.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.