Incubate: Grenzeloze underground

Tilburg is voor de elfde keer het decor van Incubate. Het muziekfestival is onvoorspelbaar, spannend en uitdagend. Een enkel onderdeel wil nog wel eens tegenvallen. En soms sta je een tijdje in de rij. Kortom, het festival is als het leven zelf. Is dat ook de reden dat Incubate in luttele jaren kon uitgroeien tot zo’n succes?‘Disco is shit, in heavy metal zit pit!’ Deze kreet sierde in een diepgrijs verleden het poststempel van het hardrockblad Aardschok. De boodschap was duidelijk. Wie de mannen van Iron Maiden en Metallica als helden koesterde, wilde nog niet dood aangetroffen worden in de buurt van een plaat van Donna Summer of Chic. Het leven was in die tijd dan ook overzichtelijk. Je hield van een bepaalde muziek, kleedde je daarnaar en ging met gelijkgestemde zielen naar de optredens van de favoriete groepen. Overstappen naar een ander genre was als het afleggen van een levensovertuiging: het geurde naar verraad.

Hoewel de contouren van die zuilen nog steeds zichtbaar zijn – Aardschok bestaat bijvoorbeeld ook nog – heeft de jonge, moderne muziekliefhebber er geen boodschap meer aan. Die ziet de wereld van de muziek als een grote supermarkt vol verleidelijke klanken. Zigzaggend door de gangpaden wordt er hier wat jazz uit de schappen geplukt, verderop wat dance en vlak voor het afrekenen nog even wat black metal. En hadden we nog wat hip hop nodig?

“Vroeger werd je smaak heel erg beïnvloed door wat bladen schreven of wat platenwinkels in de bakken hadden staan”, zegt Koen Gijsbers, een vaste bezoeker van Incubate. “Het internet heeft dat definitief veranderd. We zijn nu als consumenten maar een paar muisklikken verwijderd van alle muziek die we willen horen. Er zijn nog wel puristen, maar de meeste mensen pakken en mixen simpelweg wat ze leuk vinden, zonder zich iets van die oude structuren aan te trekken.”

Gijsbers beaamt dat dit ook het succes van Incubate verklaart. Het zevendaagse festival biedt de variatie en de uitdaging die de moderne muziekfreak zoekt. “Ik vind het geweldig om op één avond blootgesteld te worden aan extreme metal en elektronische dance en hip hop. Het is voor mij volkomen vanzelfsprekend en dat geldt vast ook voor al die andere bezoekers.”

“Geweldig om op één avond blootgesteld te worden aan extreme metal en elektronische dance en hip hop”

Incubate biedt bovendien veel meer dan alleen muziek, zoals die dit jaar gebracht wordt door bands als The Melvins, Mercury Rev, Alcest, Torres, Merzbow en een slordige 200 andere acts. Er is ook ruimte voor cabaret, toneel en beeldende kunst. Er zijn paneldiscussies en filmvoorstellingen. Dit jaar is er zelfs voor het eerst een pop-up store, waar bezoekers hun zelfgemaakte kunst kunnen verkopen.

Een groep die deze rijke schakering aan kunstvormen als geen andere belichaamt is The Ex, dat daarom al eerder op het affiche van Incubate stond. De Amsterdamse formatie begon eind jaren zeventig als een anarchistische punkband, maar sloeg in de decennia daarna op een spectaculaire manier de vleugels uit door het geluid te verrijken met elementen uit free-jazz, Afrikaanse muziek en nog veel meer. Er werd bovendien samengewerkt met kunstenaars uit andere disciplines. Dit jaar treedt The Ex niet alleen opnieuw op tijdens Incubate, de band mocht ook als gastprogrammeur aanschuiven.

“Het is inderdaad zo dat de opzet van Incubate naadloos aansluit op onze artistieke opvattingen”, beaamt zanger en gitarist Arnold de Boer. “Het festival is een ontdekkingstocht voor iedereen die verrast wil worden door alles wat de underground te bieden heeft- en dat in de meest brede zin. Natuurlijk vallen bepaalde onderdelen soms tegen, maar als geheel vind ik het programma elk jaar weer ijzersterk. Het is verrassend en gevarieerd. De ambitie is zoveel groter dan bij andere evenementen, waar de bezoekers met een glas bier in de hand in het gras liggen, luisterend naar liedjes die ze al zo vaak gehoord hebben. Hier word je nog echt uitgedaagd.”

Een iets ruimere rondgang langs bezoekers, muzikanten en muziekprofessionals levert eenzelfde beeld op. Iedereen is vol lof. De recensies die elk jaar trouw in kranten, bladen en op sites verschijnen, zijn doortrokken van diezelfde euforie. Tussen de regels door is er hoogstens wat angst te lezen. Hoe lang blijft het nog zo leuk? Wordt het niet verleidelijk om het succesverhaal nog verder uit te bouwen? En wat gebeurt er dan met die unieke sfeer van Incubate?

Het is af en toe behoorlijk druk, is de enige kanttekening die sommigen dan ook plaatsen. Het is zaak om tijdig bij populaire onderdelen van het programma te zijn, want de rijen voor de zalen willen nogal eens lang zijn. Het is echter het luxeprobleem waar elk succesvol evenement vroeg of laat mee te maken krijgt. Zolang het daarbij blijft, is er eigenlijk weinig aan de hand.

De speelse indiepop van Badly Drawn Boy, een film over metal in Angola, de kleurrijke doeken van schilder Jelle Slof, de pulserende elektronica van Kohei Matsunaga, de hardrock van de veteranenclub Picture, de cocktail van reggae, funk en krautrock van Sun Araw, de duistere industrial van Tearist en het verbond tussen folk en black metal van Dornenreich- dit alles ligt een week lang onder het handbereik van de muziekliefhebber met een open mind. En het mooie is: het mag allemaal. Niemand die je er op aan zal kijken.

Tegenwoordig heeft alles pit.

Geschreven door: Robert Haagsma

Een Engelstalige versie van dit artikel staat in Univers, nummer 2. Die ligt vanaf vandaag in de bakken.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.