Mijn land is niet langer mijn thuis

Kinda Dalla is een TSB-studente uit Syrië. Voor haar klinkt nieuws over de oorlog, vluchtelingen en inmenging van het Westen anders dan voor Nederlanders. Ze bouwt nu aan een toekomst buiten de chaos van haar thuisland. “Het is niet mogelijk om contact te maken met andere Arabische mensen zonder te praten over aan wiens kant je staat.”Het moeilijkste moment uit Kinda Dalla’s leven was toen ze net weg was uit Syrië om te wonen en werken in Litouwen, in september 2013. “Ik was erg enthousiast over mijn nieuwe leven,” zegt ze. “Ik was net aan het wennen aan mijn nieuwe omgeving toen de VN Veiligheidsraad ging stemmen over het bombarderen van Syrië. Mijn hele familie was nog daar en het voelde alsof de raad over hun toekomst ging besluiten.” Kinda heeft de eerste twee jaar van het conflict van dichtbij meegemaakt. Ze woonde in Damascus. “Vóór de oorlog was het leven daar goed. Damascus was veilig, ik kon om vier uur ’s nachts in mijn eentje over straat. Ik wist niets van de politieke of religieuze overtuiging van de mensen met wie ik werkte of omging.” Maar dat veranderde snel. “Naarmate het conflict zich ontwikkelde, moest het bedrijf waar ik werkte regels opstellen over het uiten van politieke voorkeur, omdat er elke dag ruzie over ontstond op de werkvloer,” zegt ze. “Het werd erger toen de bombardementen startten. Er was geen ruimte meer voor persoonlijke ontwikkeling of training. De leidinggevenden bij het bedrijf waren al blij als hun werknemers op kwamen dagen.”

Kinda is nu begonnen met de master Organization Studies aan Tilburg University. Na twee jaar in Litouwen, waar ze werkte en studeerde, wil ze haar scholing ergens anders voortzetten. Ze benadrukt dat ze haar plannen om in het buitenland te studeren niet heeft misbruikt om Syrië uit te komen. “Ik wilde altijd al naar het buitenland om te gaan studeren. Mijn ouders zijn erg ruimdenkend, ze zijn grote denkers en hebben mij en mijn broers altijd gestimuleerd om te reizen en leren.” Het is wel zo dat in Syrië blijven grote invloed op haar toekomst had gehad. “Syriërs hebben nu niet langer de luxe om hun eigen toekomst te kiezen. Je geluk, veiligheid en mentale gezondheid heb je daar compleet niet meer in eigen hand. Ik zag ooit een bom exploderen op tweehonderd meter afstand en ik heb elf vrienden verloren. De consequenties van het conflict zitten in alles.” Meer subtiele effecten van de oorlog maken het voor jonge mensen onmogelijk om een leven op te bouwen. “De bankensector is bijvoorbeeld helemaal stilgelegd. Niemand kan een lening krijgen.”

“Het raakt mij niet persoonlijk als ik hoor dat mensen slecht praten over Syrische vluchtelingen, maar natuurlijk voel ik me wel verbonden met hen”

Verwarrende media
Het leven in Tilburg bevalt Kinda. “Ik geniet van mijn tijd hier en de universiteit stimuleert me erg,” zegt ze. Ze wil niet de hele tijd nadenken over de situatie in haar thuisland. “Ik ben een half jaar geleden gestopt met het op de voet volgen van het nieuws. Het maakte me gek. De Syrische media zijn slecht en de Facebookgroepen die ik volgde werden vaak gebruikt om verwarring te zaaien. Soms las ik ergens dat de oppositie een bepaalde wijk ging bombarderen en maakte ik me zorgen om mijn vrienden en familie,” zegt ze. “Omdat het internet bij hen niet altijd werkt, duurde het soms heel lang voor ik kon uitvinden of het nieuws klopte en of ze veilig waren.”Nu volgt ze een beperkt aantal nieuwsbronnen en krijgt ze de rest van haar informatie via familie. “We hebben veel contact, maar ik heb ze al twee jaar niet gezien. Het is gevaarlijk om naar Syrië te reizen, ik ben bang dat de grenzen dichtgaan terwijl ik daar ben,” vertelt Kinda. Eén van haar broers woont in Duitsland, een andere zit nog op school en de derde dient in het Syrische leger. “Hij deed net zijn dienstplicht toen de oorlog begon, terwijl hij verwachtte na een jaar klaar te zijn. Hij zit vast. Ik ben wel blij dat hij niet hoeft te vechten, hij werkt in de logistiek.”

Haar familie is op dit moment in orde en niet van plan om te vluchten. Kinda kent twee mannen die wel als vluchteling in Nederland terecht zijn gekomen. “Ik zie dat de vluchtelingensituatie Nederland verdeelt. Het is begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken, een grote instroom van vluchtelingen kan de demografie van een land veranderen. Het raakt mij als Syrische niet persoonlijk als ik hoor dat mensen slecht praten over vluchtelingen uit het land, maar natuurlijk voel ik me wel verbonden met hen.” Mensen komen hierheen om verschillende redenen, denkt ze. “Sommigen hoefden niet per se weg, anderen hadden niets te verliezen. Ik heb de vluchtelingen die ik ken gevraagd hoe het voor hen is. Ze zeiden dat ze willen werken en niet meer op de zak van andere mensen wilden leven. Ze zijn opgeleid als ingenieur en muzikant.” Kinda probeert begrip te hebben voor de verschillende meningen over de vluchtelingensituatie en het conflict in Syrië. “Ik heb sympathie voor alle mensen en probeer geen kant te kiezen. Toen het protest in Syrië begon, steunde ik het, maar de chaos en de rotzooi hebben alle goede bedoelingen verwoest. Ik wil dat het geweld ophoudt, maar kan me ook voorstellen dat mensen die alles kwijt zijn wraak willen. Het is belangrijk dat mensen met een open blik met elkaar blijven praten.” Het kiezen van een kant is voor veel mensen belangrijk, zeker wanneer ze persoonlijk zijn geraakt door de oorlog. “Ik vind het moeilijk om contact te maken en te communiceren met Arabische en Syrische gemeenschappen in Nederland,” zegt Kinda. “Je moet dan altijd over politiek praten en wordt gedwongen één kant van het conflict te kiezen.”

“Mijn familie is mijn thuis, niet het land.”

Veel krachten
Het concept ’thuis’ is een emotioneel onderwerp voor Kinda. Net voordat ze Damascus verliet, maakte ze iets mee dat haar deed inzien dat de Syrische maatschappij drastisch veranderde. “Ik kon altijd dezelfde kleren dragen als ik hier zou doen, zonder in de problemen te komen,” zegt ze. “Op een dag stond ik bij de bushalte en zei een man iets dat zich het beste laat vertalen als ‘Ik hoop dat God me vergeeft dat ik dit heb gezien.’ Ik kon niet geloven dat hij het over mij had.” Ze realiseerde zich dat Syrië haar thuis niet meer was. “Mijn familie is mijn thuis, niet het land.”

“Veel Syriërs geloven nog steeds dat het conflict morgen opgelost kan worden, mijn ouders zien dat soms ook zo. Het is moeilijk hen van het tegendeel te overtuigen,” zegt Kinda. “Het is een complexe oorlog, die van een politiek conflict verschoof naar een religieus conflict. Er zijn veel krachten die invloed willen uitoefenen op de uitkomst en ze zitten vast op een punt waar niemand een compromis wil sluiten. Dit zal niet ophouden totdat iemand toegeeft en ingrijpt.” Ze weigert echter wanhopig te raken. “Waar leven is, is hoop. Onderwijs is de sleutel voor elke vorm van ontwikkeling en ik ga op zoek naar uitdagingen voor mezelf. Je moet altijd meer blijven willen.”

Foto: Jack Tummers

Een Engelstalige versie van dit artikel verscheen vorige week in Univers #3. Die ligt in de bakken.