Ben je geïntegreerd als je een shoarmazaakje in een zwarte wijk hebt?

Ben je geïntegreerd als je een shoarmazaakje in een zwarte wijk hebt?

De onrusten in Turkije werken door in Nederland. Hoe kan dat? Historicus en schrijver Zihni Özdil werpt een blik op de Nederlandse maatschappij. En stelt dat we van integratie geen kaas hebben gegeten.

Afgelopen zomer leken velen er verbaasd over dat ‘de Turken’ het overnamen van ‘de Marokkanen’ als het gaat om de integratieproblematiek in Nederland. Terwijl het jarenlang een aanname was dat Turkse Nederlanders goed aan het ‘integreren’ waren terwijl Marokkaanse Nederlanders het juist heel slecht deden, lieten de beelden van duizenden Turkse Nederlanders die op een ultranationalistische manier ‘hun president Erdogan’ en ‘hun land’ Turkije verdedigden, die aanname wankelen.

Mislukt integratiemodel

Door tegenstanders van Erdogan te intimideren, aan te geven bij het Turkse OM en het werk van Nederlandse journalisten onmogelijk te maken, werd het eindelijk duidelijk dat ons concept van ‘integratie’ lange tijd niet gestoeld was op reële criteria. Critici van het Nederlandse integratieconcept wezen er jarenlang op dat ‘integratie’ niet moet draaien om hoeveel overlast je veroorzaakt, maar om vermenging – zelfs in de vorm van een criminele bende kan dat gebeuren – werden weggewuifd door beleidsmakers en academici.

Mede door dat, in wezen failliete, integratiemodel zijn grote groepen mensen in Nederland etnisch gesegregeerd, waarbij van alle minderheden de Turkse Nederlanders de kroon spannen. Een gedachtenexperiment zal wellicht helpen verduidelijken.

Stel dat Turkije zich in de jaren na de Tweede Wereldoorlog economisch hard had ontwikkeld. En stel dat Nederland arm en grotendeels agrarisch was gebleven. De Turkse industrie bloeit en al snel ontstaat er een arbeidstekort. Ankara besluit vervolgens om ‘gastarbeiders’ uit Nederland te halen. Grote groepen mensen uit gebieden zoals Staphorst, de Achterhoek, Zuid-Limburg, Zeeland en Friesland vertrekken naar Turkije om daar te werken. Na een aantal jaren brengen ze hun vrouwen en kinderen ook over. De Turkse overheid constateert dat de Nederlanders geen ‘gasten’ meer zijn. Vanuit Ankara besluit men dan integratiebeleid te maken. Stel dat de Turkse overheid clubs zoals de SGP, Opus Dei en de Nationaalsocialistische Beweging gaat subsidiëren om in Turkije de ‘integratie’ van Nederlanders te bevorderen.

Extreemrechts

Deze ultraconservatieve en extreemrechtse clubs krijgen geld en faciliteiten om allerlei stichtingen, scholen, media en internaten op te richten in heel Turkije. Dit noemt men in Turkije ‘multicultureel’ en ‘integratie met behoud van de eigen cultuur’. Deze clubs slagen er vervolgens in om Nederlanders in Turkije vijftig jaar lang te hersenspoelen en in hun houdgreep te houden. En linkse Turkse intellectuelen en academici zijn de grootste pleitbezorgers van Nederlandse neonazi’s, zwartekousengereformeerden en schimmige katholieke sektes. Zo’n vreemde gang van zaken zou ondenkbaar zijn.

Toch is dit exact wat er is gebeurd in Nederland toen de gastarbeiders hiernaartoe kwamen. Vooral Turkse Nederlanders hebben dit ‘integratiebeleid’ omarmd. Van de extreemrechtse Grijze Wolven tot het Turkse overheidsorgaan Diyanet en de fundamentalistische Milli Görüs beweging: deze clubs hebben van de Nederlandse overheid alle middelen gekregen om hun tentakels diep in de Turkse gemeenschap in Nederland te vestigen. Met als eindresultaat dat vandaag de dag het wereldbeeld van veel Turkse Nederlanders over het algemeen zwaar conservatief-religieus, patriarchaal, antisemitisch, homofoob en Turks-nationalistisch is.

Door het failliete integratiemodel zijn grote groepen mensen etnisch gesegregeerd

Brandgevaar

Het meest problematische in het kader van burgerschap is dat uit allerlei peilingen blijkt dat Turkse Nederlanders zich het minst identificeren met Nederland, de grootste taalachterstand hebben, het minst buiten de ‘eigen’ etniciteit trouwen en het meest gescheiden leven van andere groepen.

Zo zit Nederland vol met Turkse moskee-internaten, die worden gerund door die fundamentalistische en extreemrechtse clubs uit Turkije. Een deel van die internaten is ook nog eens illegaal. Een aantal jaren geleden was er enige ophef over Turkse moskee-internaten in Rotterdam, waarvan de, door de PvdA gedomineerde, deelgemeente wist dat ze brandonveilig waren, maar toch een oogje dichtkneep. NRC Handelsblad maakte naar aanleiding daarvan een fotoreportage. En net zoals altijd gebeurt wanneer buitenstaanders op bezoek komen, zetten die internaten hun beste beentje voor. Op de foto’s waren nette slaapzalen, computerruimtes en braaf studerende leerlingen te zien. Niks aan de hand, leek het. Een aantal ‘progressieve’ witte Nederlanders reageerde met: ‘Kijk maar, er gebeuren geen rare dingen.’

Maar als je de Turkse taal niet machtig bent en de context niet kent, ben je makkelijk te beduvelen. Op een van die foto’s was een jongen een boek aan het lezen. Op de kaft stond in het Turks de titel ‘De brieven van onze martelaren’. De auteur van dat boek is een Turkse ex-soldaat en extreemrechtse ideoloog die in zijn boeken onder andere schrijft over ‘de Europese en zionistische samenzwering tegen de Turkse natie’. Zo wordt een hele generatie Nederlanders, die notabene hier is geboren en getogen, nog steeds met de paplepel ingegoten dat ze geen Nederlanders zijn.

Schotelantennes

Wanneer ik dit soort misstanden aanwijs, is een van de reacties door witte progressieven vaak: ‘Ja, maar Nederlanders die naar Canada en Amerika gingen, houden ook nog steeds van tulpen.’ Mensen die dat roepen om de segregatie van, met name Turkse, Nederlanders te bagatelliseren, slaan de plank mis. In Michigan heb ik onder andere Holland en Zeeland bezocht. Dat zijn kleine steden die ooit zijn opgericht door Nederlandse immigranten. En de verschillen met de situatie van Turkse Nederlanders kunnen niet groter zijn.

Zo spreekt alleen de eerste generatie Nederlandse Amerikanen nog Nederlands. De tweede, derde en vierde generatie bijna niet meer. Bijna niemand trouwt nog binnen de ‘eigen’ etnische groep. Er zijn geen schotelantennes die de hele dag naar Nederland gericht zijn. De meeste Nederlandse Amerikanen en Canadezen weten niet eens wie de premier van Nederland is. Ze zijn allen trots om Amerikaan of Canadees te zijn. Dát zien ze als hun identiteit. Nederland is voor hen een erfgoed dat hun Amerikaansheid aanvult, en niet andersom zoals nu het geval is bij veel ‘allochtonen’ in Nederland.

Dat komt allemaal omdat het Amerikaanse integratiemodel nooit was gestoeld op ‘multiculturalisme’ zoals wij dat in Nederland hebben ingevuld. Geen subsidies naar nationalistische organisaties uit het buitenland om de ‘integratie’ van nieuwe Amerikanen te bevorderen.

Terwijl onze premier Rutte de segregatie van Turks-Nederlandse jongeren die zelf vindt dat ze geen Nederlanders zijn bevestigt door ‘Pleur toch op. Ga terug naar Turkije’ te zeggen, is zoiets ondenkbaar in de Verenigde Staten. Zelfs Donald Trump heeft het niet over het uitzetten van Mexicaanse Amerikanen, maar vooral over illegale immigratie. Met andere woorden, het Nederlandse burgerschap is in culturele zin zeer nauw gedefinieerd. Plat gezegd, als je niet wit bent en overlast veroorzaakt ben je geen Nederlander meer.

Vermengen

Het tij is nog te keren. Belangrijk is dat we zo snel mogelijk een radicale herdefiniëring geven aan onze concepten van integratie en burgerschap. Daarnaast is het essentieel dat we meer gaan vermengen in Nederland.

Als je niet wit bent en overlast veroorzaakt ben je geen Nederlander meer

Vanuit de ideologie van multiculturalistische tolerantie werden voormalige gastarbeiders en hun (klein)kinderen door beleidsmakers op een paternalistische wijze gestimuleerd te ‘emanciperen’. Hoe moest die emancipatie plaatsvinden? Door zoveel mogelijk een georganiseerd en naar binnen gericht bestaan te hebben waarbij ‘allochtone leiders’ inspraak hebben bij de overheid en de achterban in het gareel houden.

Dus een Turkse werkgeversorganisatie (HOGIAF) die gelieerd is aan een religieuze beweging in Turkije is volgens Mark Rutte ‘een toonbeeld van integratie’, ondanks dat vrouwen, LGBT, arbeidersemancipatie enzovoorts worden geminacht door dergelijke clubs.

De succesvolle schoonmakersbeweging uit 2012 waar werknemers, man en vrouw door elkaar, vanuit allerlei etnische en religieuze achtergronden hebben samengewerkt om hetzelfde doel te bereiken, wordt echter niet gekenmerkt als ‘een toonbeeld van integratie’.

Kleinburgerlijk

In Nederland kwam het er eigenlijk altijd op neer in hoeverre een groep voldoet aan het kleinburgerlijke ideaal. Segregatie werd vroeger ‘integratie met behoud van de eigen cultuur’ en ‘multicultureel’ genoemd. Het gebruik van de term ‘eigen’ impliceert per definitie een andersheid ten opzichte van ‘de Nederlandse cultuur’, wat dat dan ook moge zijn. In werkelijkheid heeft iemand uit de Prinsengracht een grotere cultuurshock in de Achterhoek dan in de hogere kringen van Istanbul.

Mijn vraag aan zowel Mark Rutte als de (linkse) multiculturalisten zou zijn: Waarom kan ik niet integreren als laagopgeleide stratenmaker of bijstandsmoeder? Of wat dat betreft als crimineel? Ben ik geïntegreerd als ik een shoarmazaakje in een zwarte wijk heb en me voor de rest niet bekommer om wat er in Nederland gebeurt? Ben ik geïntegreerd als ik een hogere opleiding heb genoten maar helemaal geen maatschappelijke of culturele binding heb met Nederland?

Turks Nederlandse studenten kunnen een leidende rol nemen in het doorbreken van deze segregatie. Het is ook in hun eigen belang dat ze zelf buiten hun comfort zone treden en hun horizon verbreden. Niet lid worden van een ‘Turkse’ studentenvereniging zou mijn eerste advies zijn. Etnische segregatie doorzetten op de universiteit is de grootste fout die je kunt maken. Ook in intellectueel opzicht. Door elk jaar een Istanbul-reis te doen en een Armeense Genocide-ontkennende spreker uit te nodigen, beperk je je eigen ontwikkeling.

Nederland voltooide zijn ontzuiling toen jongeren in de jaren ’60 de normen en waarden van hun ouders ontmantelden. Als Turks-Nederlands jongeren nu niet ook in opstand komen tegen het misplaatste ultranationalisme van hun ouders, de patriarchale genderopvattingen in hun gemeenschap en de paternalistische organisaties en leiders die claimen hen te vertegenwoordigen, zullen ze nog dieper wegzakken in de modder van de segregatie.

Zihni Özdil is historicus, NRC-columnist en schrijver. Zijn laatste boek Nederland mijn Vaderland (De Bezige Bij) gaat over de geschiedenis van wij/zij denken in Nederland.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.