Over papers en papierverspilling

De universiteit gaat stoppen met verplicht stellen van het inleveren van hardcopy’s. Althans, op termijn. Per 2018 is een deadline van 23:59 ook daadwerkelijk een deadline van één minuut voor het einde van de dag, en niet één minuut voor het sluiten van het gebouw waar de betreffende hardcopy in een doos of postvak moet worden gepropt. Persoonlijk sta ik helemaal achter dit plan, niet alleen omdat studenten nu écht tot het aller áller laatste moment kunnen wachten met het afmaken van hun paper (zoals het een echte student betaamt), maar ook vanuit het oogpunt van papierverspilling.

Toegegeven: ik ben doorgaans weinig begaan met de bomen die moeten sterven voor mijn papiergebruik. Ik print mijn papers frequent uit omdat markers het toch minder goed doen op je laptopscherm dan op papier en omdat je op je laptop geen leuke tekeningetjes op de langdradige papers kunt tekenen om ze wat vrolijker te maken. Ook kun je dit niet doen op je laptopscherm:

Maar dat terzijde.

Papierverspilling is slecht, dat weten we allemaal. Als we met één oplossing de frustraties van studenten én van bomen kunnen oplossen, is dat er naar mijn mening eentje om aan te moedigen. Alle moedige pogingen van de universiteit om de bomen in de wereld te sparen zullen echter slechts een druppel op de gloeiende plaat zijn zolang één ding nog bestaat:

telefoonboeken.

Ik pauzeer hier even voor dramatisch effect

Jawel, telefoonboeken.

“Ik dacht dat die niet meer bestonden.” Hoor ik je denken. Ik verkeerde tot gisteren in dezelfde gelukzalige veronderstelling dat dingen in ons land die door niemand ooit gebruikt worden, ook niet meer worden gemaakt. Ergens had ik al uit deze illusie gehaald moeten worden door het bestaan van broodbakmachines, maar ik ben niet perfect. Ik dacht dat ik zoiets hopeloos verouderds als een telefoonboek nooit meer onder ogen zou krijgen. Gisteren werd ik echter ruw uit die illusie gerukt door het wanstaltige gedrocht dat door mijn brievenbus was gewurmd: het telefoonboek voor Eindhoven en omstreken.

Ik vraag met af wiens idee het was om een kolossaal telefoonboek te printen en dit vervolgens, ongevraagd, bij mensen in de brievenbus te duwen. Is er ergens een onderdrukte groep telefoonboekliefhebbers die de opkomst van het internet en smartphones met argusogen heeft moeten aanzien en nu probeert leden te werven? Is het een stille wenk van de gemeente om de communicatie binnen Eindhoven en omstreken te verbeteren? Is het een stunt van de telefoonindustrie om ons eraan te herinneren hoeveel handiger ons leven is geworden? Is het een terroristische daad van mensen met een fobie voor bomen? Is het om de postbodes te pesten?

Wat het doel ook is, het telefoonboek is bij mij linea recta in de papierbak verdwenen. De kans dat ik in de komende rest van mijn leven ooit een telefoonboek ga gebruiken is namelijk ongeveer net zo groot als de kans dat ik een broodbakmachine aan zal schaffen. Iedere keer dat ik naar de papierbak kijk hoor ik nu zachtjes het gehuil van bomen die gestorven zijn voor het telefoonboek dat ik niet eens een blik waardig heb gekeurd, dus uit respect voor die bomen dan maar deze column over papierverspilling.

Om ongewenste ironie te voorkomen, gelieve deze column niet te printen s.v.p.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.