Twee porties insectensoep, alstublieft

In 2050 wonen er naar schatting 9 miljard mensen op de wereld. Azië wordt welvarend en ontdekt vlees en vis, wat veel vraagt van de voedselproductie. Verandering is noodzakelijk, willen we iedereen blijven voeden. Volgens Karin Thomas, onderzoeker Duurzaamheid en Agrifood aan Tilburg University, moet onze manier van denken over voedsel drastisch veranderen.

Het lijkt zo vanzelfsprekend. Supermarkten gevuld met eten, de consument die koopt wat hij nodig heeft en zo nu en dan een mals stukje biefstuk op ons bord. Voedsel is er altijd geweest. Er zijn ontzettend veel mensen zonder eten in de wereld, maar Europa hoeft zich toch geen zorgen te maken? Fout. Als we zo doorgaan, zal er wereldwijd, dus ook in Europa, een voedseltekort ontstaan.

Reden tot paniek? Karin Thomas vindt van niet. Nog niet. De onderzoeker vertrouwt erop dat alles goed komt en dat er de nodige technologische ontwikkelingen zullen plaatsvinden. De consument speelt daarnaast een belangrijke rol in dit proces. De knop zal om moeten.

In de media circuleren al geruime tijd berichten over een voedseltekort in 2050. Wat is de oorzaak hiervan?

“Als we naar de toekomst kijken zijn er meerdere aspecten die leiden tot problemen. Ten eerste groeit de wereldbevolking. De heersende gedachte is: we moeten meer voedsel creëren op een meer industriële productiewijze. Het probleem is alleen dat deze manier van produceren maatschappelijk niet geaccepteerd wordt. Mensen reageren negatief op bijvoorbeeld intensieve veeteelt. Vinden ze niet kunnen. Ook is daarvoor een grote hoeveelheid antibiotica nodig, om dierenziekte onder het vee te voorkomen of genezen. Dit levert problemen op met antibioticaresistentie.

Karin Thomas

Karin Thomas

Een ander probleem speelt zich af in China en India. Daar zijn veel mensen op dit moment nog relatief arm, maar hoe rijker ze worden, hoe meer vlees ze gaan eten. In Europa wordt al veel vlees gegeten, China en India gaan de omslag van plantaardig naar vlees snel maken. Welvaart zorgt voor een verlangen naar dierlijke proteïne. Dat is zeer problematisch, omdat daar ruim 2,5 miljard mensen wonen. Als ze hetzelfde voedingspatroon ontwikkelen als in Europa, ontstaat er al een tekort. Dan hebben we de stijgende wereldbevolking nog niet eens meegeteld.

“Welvaart zorgt voor een verlangen naar dierlijke proteïne”

Dit zijn de twee grootste problemen, maar dat is helaas niet alles. Op mondiaal niveau wordt 70% van de totale waterconsumptie gebruikt voor de irrigatie van landbouwgrond. In ontwikkelingslanden kan dit percentage zelfs oplopen tot 95%. Water is essentieel voor landbouw. Moeten we meer verbouwen, komen we water tekort. Als laatste moeten we ons zorgen maken over klimaatverandering. Warmtezones worden opgeschoven en op sommige plekken komt de voedselproductie in gevaar. De Sahara wordt steeds groter, waar Spanje last van heeft. Ook andere zuidelijke landen ondervinden hinder van steeds groter wordende droge gebieden.

Kortom, er staat veel te gebeuren. Wie weet wordt een biefstuk straks een luxeproduct dat alleen de allerrijksten kunnen veroorloven. Of er wordt toch heel intensief geteeld, wat maatschappelijk niet wenselijk is, maar misschien wel nodig.”

Moeten we ons niet meer zorgen maken om landen waar niets te eten is, in plaats van landen die klagen over te weinig vlees op hun bord?

“Er heerst een distributieprobleem, want er is nog honger in de wereld. Zolang er honger is, gaat er ergens iets niet goed. Deze problemen hangen samen met onze manier van denken over voedsel. 30% van het voedsel in de keten, van boer tot bord, wordt weggegooid. Verspild. In arme landen vindt de grootste verspilling plaats op het land, in rijkere landen verderop in de keten, bijvoorbeeld bij consumenten die de houdbaarheidsdatum niet meer vertrouwen.

“30% van het voedsel in de keten, van boer tot bord, wordt weggegooid”

 

Ook vanuit klimaatverandering speelt een distributieprobleem op. In 2050 worden 250 miljoen klimaatvluchtelingen verwacht. Die zullen vanwege droogte, overstromingen of mislukte oogsten niet meer kunnen leven waar ze leven, dus gaan ze ergens anders heen. Europa bijvoorbeeld. De technologie ontwikkelt zich gelukkig om deze problemen te voorkomen. Op Wageningen University is bijvoorbeeld een plant ontwikkeld die beter in staat is om in verzilte grond te groeien.”

Hoe kan het dat maar liefst 30% van het voedsel, een absurd hoog percentage, weggegooid wordt?

“We vergeten ons gezond verstand te gebruiken. Als je zure melk ruikt, drink je hem niet. Ook als de houdbaarheidsdatum nog klopt. Andersom is het zo dat mensen één dag na de houdbaarheidsdatum de melk al weggooien, vaak zonder te ruiken. Je kunt gewoon op je neus vertrouwen. Als het niet zuur ruikt, is het goed. De voedselindustrie wordt opgelegd om een hele veilige marge te nemen. Bij een normaalverdeling zitten ze binnen de vijf procent risicozone. De consument vertrouwt blind op de voedingsindustrie als het gaat om houdbaarheidsdata. Maar wie heeft de meeste baat bij het weggooien? Zij, want dan koopt de consument het opnieuw. Vertrouw dus wat meer op jezelf. De voedselindustrie krijgt, terecht en onterecht, enorm veel beschuldigingen naar zich toegeworpen, maar over de houdbaarheidsdatum hoor je niemand. Dat vind ik bijzonder.”

Ligt het probleem bij de voedingsindustrie of bij de consument?

“Consumenten kunnen niet alles blijven afschuiven op de industrie. Ze willen geen intensieve veehouderij, maar betalen voor biologisch eten doen ze ook niet. De consument is schizofreen. Het is een burger met bepaalde wensen, een consument die een bepaald uitgavepatroon nastreeft. Die consument lijkt totaal niet op de burger die begaan is met maatschappelijke belangen.”

“De consument is schizofreen”

Hoe gaan we het voedseltekort in vredesnaam oplossen?

“We kunnen biologisch gaan eten, maar dat moeten we ons wel kunnen veroorloven. Ook in Nederland gaan nog mensen naar de voedselbank. Op dit moment is er ongeveer 30% minder opbrengst per hectare grond door biologische productiemethoden. We moeten naar 70% meer, dus daar zit een flink gat. Aan de andere kant: aan intensiveren van veeteelt kleven ook nadelen. Er moet een mix gevonden worden. Investeren in innovaties én consumenten moeten als de wiederweerga anders over voedsel gaan denken. En openstaan voor ander soort voeding.”

Zoals het eten van insecten?

“Inderdaad. Dit wordt in andere landen al gedaan. Je kunt ze gewoon eten, of vermalen als dierlijke proteïne. De vraag naar deze proteïne groeit enorm, vooral in Azië. Als je dat ook uit insecten kunt halen, hoeft er minder vlees geproduceerd te worden. Zo bespaar je flink, want op dit moment wordt er ontzettend veel landbouwgrond gebruikt om diervoer te produceren, wat nodig is voor het ‘maken’ van een biefstuk.

We gaan in Nederland zeker insecten eten. Het is een kwestie van tijd. Er zijn altijd mensen die het niet willen, zoals vegetariërs, maar het overgrote deel van de bevolking gaat het gewoon doen. Kinderen hebben er sowieso geen problemen mee, volwassen vinden het soms eng en raar. Maar ook grappig om te proberen.”

“We gaan in Nederland zeker insecten eten. Het is een kwestie van tijd”

Is het eten van insecten de oplossing die het voedseltekort een halt kan toeroepen?

“Het is een mogelijke oplossing, maar zo zijn er meerdere. Op Maastricht University zijn ze bijvoorbeeld bezig met kweekvlees. Je kunt dan een hamburger eten, zonder dat er een dier sterft. Maar het is wel een échte hamburger. Ze maken gebruik van celvermenigvuldiging. Dat betekent dus dat je vlees kunt maken van ieder dier waar je een cel van hebt. Heb je een mammoetcel, kun je zelfs mammoetvlees eten. Het is allemaal mogelijk en er gaan geen dieren dood. Wie weet gaat het die kant op.”

Hoe ziet de toekomst eruit?

“Ik denk dat mensen zich bewuster zullen worden van voedsel. We gaan gezonder eten. Of dat vrijwillig is, of gedwongen door technologische ontwikkelingen, durf ik niet te zeggen. Ook zal er meer diversiteit in ons eten komen. Insecten, kweekvlees, meer vegetarisch. We gaan meer geven om dierenwelzijn. Misschien zeggen ze in 2050 wel: “Vroeger maakte ze dieren dood om het vlees op te eten, het is een schande!” Er zijn veel mogelijkheden. Ik hoop wel dat eten een sociaal evenement blijft. De lol moet er niet vanaf gaan. Technologie moet ruimte bieden om te genieten van eten.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.