Alleen maar winnaars

“Jullie zijn allemaal winnaars.” Zei mijn turndocente terwijl ze naar een tiental ranke pre-prepuberale meisjes in identieke turnpakjes staarde. De lach op haar gezicht was bijna net zo gespannen als elk van turnstertjes die hoopvol op één lijn stonden opgesteld in afwachting van de uitslag. Je kon zien wat we het allemaal spannend vonden, omdat een schare van elf-jaar oude meisjes netjes op een rij stond en stil was.

Het was een weinig belangrijke wedstrijd en de entreevoorwaarde was zo ongeveer dat je over een balk kon lopen zonder daar direct tragisch van af te donderen. Een voorwaarde die waarschijnlijk überhaupt alleen was ingesteld om een overwerkte veiligheidsprofessional tevreden te stellen. Of ouders. De werkzaamheden zijn praktisch hetzelfde.

Afijn, allemaal winners op een rijtje dus. Ik was één van deze winnaars die een medaille om mijn nek gehangen kreeg en de complimenten van mijn leraar ontving. Applaus, hulde, gouden kransen et cetera. Harstikke mooi, behalve het feit dat ik als zevende in deze competitie was geëindigd en er ongeveer net zoveel kinderen achter mij zaten als voor mij. Ik kreeg een deelnemersmedaille. Klaarblijkelijk omdat ik er succesvol in geslaagd was mijn ouders te vragen mij in te schrijven voor de desbetreffende wedstrijd.

Ik neem het de “allemaal winnaars”-juf niet kwalijk dat ze het blijkbaar nodig vond om mij en mijn tragisch ongetalenteerde medeturnstersjes te vertellen dat we niet compleet waardeloos waren. Alsof we, wanneer geconfronteerd met de waarheid dat we in zekere zin deze wedstrijd hadden verloren, allemaal in een diepe depressie zouden vallen waar alleen een deelnemersmedaille ons voor kon behoeden. Ik wist met mijn elf jaar oud ook heus wel dat als zevende eindigen in een wedstrijd geen ‘winnen’ was, en de krampachtige wijze waarop de term ‘winnaar’ werd gemolesteerd om mijn ego een boost te geven maakte me achterdochtig.

Het ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ gedachtegoed lijkt voort te komen uit een cultuur waar we het woord ‘verliezer’ een vuile bijklank toedelen. Verliezen is niet het tegenovergestelde van winnen. Verliezen is falen, teleurstellen en onderpresteren. Verliezen is je doelen niet bereiken. Toen Marianne Vos in januari tweede werd bij het WK veldrijden voelde ze zich naar eigen zeggen ‘de eerste verliezer’. Het doel was goud, en alles daaronder werd een verlies. Wat een winst of verlies is wordt blijkbaar bepaald door het persoonlijke doel. De turnjuf had klaarblijkelijk besloten dat het doel voor ons turnsterjes was deelnemen aan de turnwedstrijd met al onze ledematen intact aan het einde. Tja… Met de lat op drie meter kan iedereen limbodansen.

Droogkomische toon terzijde; ik draag de ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ mentaliteit best een warm hart toe, maar mijn steun steun voor deze mentaliteit komt wel met een voorwaarde. Ik wil deze mentaliteit dan ook overal toegepast zien, en vooral ook op de universiteit. Dat het niet uit maakt hoeveel onvoldoendes je haalt, voor hoeveel vakken je zakt en hoe weinig college je ooit bij woont; na vier jaar heb je gewonnen en ontvang je een gouden ster op je huiswerk en een deelnemersdiploma.

En dan wel allemaal krampachtig lachen, feliciteren en applaudisseren. Beloofd?

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.