Het groeiende verzet tegen de wetenschappelijke uitgeverijen

Het groeiende verzet tegen de wetenschappelijke uitgeverijen

Miljoenen strijken wetenschappelijke uitgeverijen op voor het werk van wetenschappers. De winstmarges lopen zelfs op tot bijna veertig procent. Dit kan zo niet langer, zeggen steeds meer wetenschappers.

Wetenschappelijk onderzoek telt pas mee als het is gepubliceerd. De meest gangbare en gewaardeerde vorm is de publicatie van een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift. In het juiste tijdschrift: liever in Nature, The Lancet of het Nederlands Juristenblad dan in een derderangs tijdschrift waar niemand ooit van heeft gehoord.

Dus sturen wetenschappers hun artikelen massaal in naar de betere tijdschriften. Die tijdschriften schakelen vervolgens wetenschappers in om te beoordelen of ingezonden artikelen ook goed genoeg zijn, het zogenaamde peer review. De wetenschapper wiens artikel de eindstreep haalt, kan een publicatie bijschrijven op zijn of haar publicatielijst.

De rekening

Publiceren is een feestje, je moet alleen wel zelf de ballonnen ophangen en de rekening betalen. De wetenschapper die toegang wil tot de tijdschriften waarin diens werk en dat van collega’s te lezen is, moet daarvoor betalen. Beter gezegd: universiteiten moeten daarvoor betalen. Nog beter gezegd: de belastingbetaler betaalt, want die financiert uiteindelijk het wetenschappelijk bedrijf.

Zie je publiceren als feestje, dan is nog wel te begrijpen dat wetenschappers betalen. Net als een feestzaal stelt het tijdschrift ruimte beschikbaar die niet meer anders kan worden ingevuld. Het mag ook best wat kosten, want uitgevers zullen geld moeten verdienen. Ze spelen een waardevolle rol in de verspreiding van wetenschappelijke artikelen, schrijft Follow The Money (FTM). Uitgevers hebben bijvoorbeeld vaak wetenschappers in dienst voor de eindredactie. En ze innoveren, door betere platforms of software te ontwikkelen.

Maar wetenschapper zijn is natuurlijk gewoon een beroep en publiceren is daarvan een noodzakelijk onderdeel. Als er al voor betaald moet worden, laat het dan redelijk zijn. Daar gaat het mis: één nummer van een tijdschrift aanschaffen kost vaak al tientallen euro’s.

Omdat universiteiten hun wetenschappers toegang moeten geven tot vele tijdschriften (zodat ze hun werk kunnen doen), wordt dat al snel een wel heel dure grap. Daarom sluiten universiteiten big deals met de uitgeverijen. Zo krijgen ze toegang tot een groot aantal tijdschriften, waarvoor ze nog grotere bedragen neertellen. Dat behoort voordeliger te zijn dan los aanschaffen (en praktischer), maar veel tijdschriften in de deals zijn niet eens relevant voor veel universiteiten.

Eén miljoen euro

Tot enkele jaren terug was niet bekend hoeveel geld uitgevers verdienen aan universiteiten, omdat contractueel was vastgelegd dat hierover niets naar buiten mocht worden gebracht. Met WOB-verzoeken gericht aan universiteiten is daar toch inzage in gekomen. Tilburg University gaf in 2015 dik één miljoen euro uit (€ 1.026.000), het minste van alle Nederlandse universiteiten. De Universiteit Utrecht gaf ruim vijf miljoen euro uit (€ 5.268.000).

Op die grote bedragen wordt bovendien óók nog eens veel winst behaald. Omdat tegenwoordig een kleine club wetenschappelijke uitgevers het merendeel van de wetenschappelijke artikelen publiceert (In Nederland zijn acht uitgevers volgens FTM goed voor 70 tot 80 procent van de omzet van Nederlandse wetenschappelijke publicaties), zijn de winstmarges omhooggeschoten.

Elsevier behaalt op een omzet van bijna 2,7 miljard euro een winstmarge van 37 procent. Het Nederlandse Wolters Kluwer maar liefst 22 procent. De directeuren lopen weg met tien tot zestien miljoen euro aan jaarsalarissen, noteert FTM.

Groeiende onvrede

Dit voor uitgevers waanzinnig lucratieve uitgeefsysteem stuit steeds vaker op bezwaren. Open Access, het vrij toegankelijk maken van door belasting betaalde wetenschap, wordt gezien als een oplossing. Zo betalen wetenschappers en universiteiten nog steeds voor publicatie, maar kan de rest van de maatschappij (die de hele boel financiert) kosteloos de publicaties inzien. Daarin wordt vorderingen geboekt, maar het is nog onduidelijk in hoeverre dit de groeiende onvrede zal tegengaan.

Er worden meer wegen bewandeld. Zo spraken in 2012 al meer dan 6000 wetenschapper zich met de online petitie The Cost of Knowledge uit tegen de enorme bedragen die Elsevier vraagt aan haar tijdschriftabonnees. Anno juni 2017 hebben bijna 17.000 wetenschappers de petitie getekend.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.