Invoering euro goed voor Nederlandse economie

De Nederlandse economie is flink gegroeid dankzij de invoering van de euro. Als Nederland niet had meegedaan, had dat tussen 1997 en 2004 gemiddeld 5,5 procent aan groei van het BBP per hoofd van de bevolking gekost. Dit blijkt uit onderzoek van de Tilburgse wetenschappers Lex Meijdam, Loes Verstegen en Bas van Groezen.

De onderzoekers richtten zich op de effecten van de euro en vergeleken tien eurolanden met veertien landen, binnen en buiten Europa, die de euro niet invoerden. Niet 2002 maar 1997 is als startdatum gekozen in het onderzoek, omdat landen die de euro invoerden daar toen al hun beleid op aanpasten.

Nederland

De meeste landen, waaronder Nederland, profiteerden de gehele onderzoeksperiode van de invoering van de euro. Het onderzoek laat daarnaast een trend zien: landen met een open economie, lage overheidsschuld, flexibele arbeidsmarkt en sterke concurrentiepositie profiteerden het meest van de euro. Het zijn factoren waar Nederland als exportland hoog op scoort.

Zuid-Europa

De invoering kent ook verliezers. De crisis in 2008 raakte landen als Portugal, Ierland, Italië, Spanje en Griekenland fors. Als zij de euro niet hadden ingevoerd, hadden ze minder kleerscheuren overgehouden aan de crisis. De onderzoekers schrijven ‘dat het verlies van een autonoom monetair beleid dus meer wordt gevoeld tijdens een recessie dan tijdens normale economische tijden.’ Landen met grote schulden konden de geldpers niet aanzetten om inflatie te stimuleren, en dus de waarde van de schuld te laten krimpen.

Als Griekenland, Italië en Portugal niet hadden meegedaan aan de euro, was het bbp per hoofd van de bevolking in die landen hoger geweest. Frankrijk, Finland en Spanje hadden in eerste instantie profijt van de eenheidsmunt, maar dat verdampte na de crisis. Het enige land dat er ook na de crisis op vooruitgaat, is Duitsland. Daar was het effect van de euro voor de crisis klein, daarna groot.

_Advertentie.