Vragenlijsten voor patiënten met SSRD voldoen niet

Het nut van vragenlijsten voor patiënten met een somatisch-symptoomstoornis is beperkt. Ze leiden zelden tot meer inzicht of een betere diagnose. Dat concludeert Lars de Vroege in zijn proefschrift.

Bij een somatisch-symptoomstoornis (SSRD) is er sprake van lichamelijke klachten waarvan de oorzaak lastig te vinden is. “De klachten zijn echt,” legt de Vroege uit. “Sterker nog: mensen met deze stoornis ondervinden vaak een bovengemiddelde last van, bijvoorbeeld, pijnklachten. Deze klachten worden vaak als buitproportioneel gezien.” Toch kan de medische oorzaak vaak niet één op één in het lichaam teruggevonden worden.

Een ongrijpbare aandoening dus, SSRD, en lastig behandelbaar. Mensen met een somatisch-symptoomstoornis krijgen al snel het verwijt zich aan te stellen. Want als er geen duidelijk aanwijsbare medische oorzaak is, bestaat de pijn dan wel?

Om meer inzicht te krijgen in de toestand van mensen met SSRD worden vaak vragenlijsten gebruikt, de zogenaamde 4DKL somatisatieschaal en de PHQ-15 vragenlijst. De Vroege analyseerde deze lijsten en kwam tot de conclusie dat ze amper werken. De reden: ze richten zich vooral op de lichamelijke klachten en niet op de (neuro)psychologische factoren.

Onbegrepen

De Vroege: “Vaak hangen de lichamelijke klachten samen met psychologische en neuropsychologische problemen. Maar hier wordt te weinig naar gekeken. Veel mensen met SSRD hebben last van cognitieve klachten, maar dit wordt in de vragenlijsten niet behandeld. Het gevolg is dat veel patiënten zich onbegrepen voelen en vinden dat ze niet gehoord worden.”

Om de behandeling van SSRD te verbeteren, is het volgens De Vroege noodzakelijk dat de vragenlijsten anders worden opgesteld, met meer aandacht voor de (neuro)psychologie van de patiënt.

Lars de Vroege (Delft, 1987) studeerde Psychobiologie aan de UvA en werkte na zijn afstuderen in 2009 voor het Trimbos-instituut. Aan de VU volgde hij de researchmaster cognitieve neuropsychologie alsmede de masteropleiding klinische neuropsychologie. Hij was als neuropsycholoog verbonden aan het Topklinisch Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid (TCLGG) van GGZ Breburg te Tilburg en als science practitioner aan de Academische Werkplaats Geestdrift bij Tranzo. Het proefschrift van De Vroege is getiteld: Diagnostic assessment and clinical characteristics of patients suffering from somatic symptom and related disorders.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.