Homo economicus loopt op zijn laatste benen

Het gaat niet goed met de homo economicus. Nieuwe tijden vragen om een nieuw economisch mensbeeld waarbij er aandacht moet zijn voor de empathische kant van de mens. In de aanloop naar de Girardlezing kijkt econoom Hans Weigand naar de toekomst en ziet de contouren van de homo mimeticus.

Adam Smith, de grondlegger van de economische wetenschap, beschreef de (moderne) mens als een wezen dat alleen zijn eigen belang nastreeft. In verfijndere vorm is dit wezen gemodelleerd in de homo economicus die op rationale wijze zijn preferenties maximaliseert.  Maar het gaat al een tijdje niet zo goed met deze homo economicus. Niet alleen van buiten, maar ook van binnen de economie is er veel kritiek gekomen: het model zou niet alleen te abstract maar ook domweg onjuist zijn.

De behavorial econoom Ariely, die niet uitgaat van een abstract model maar onderzoekt hoe mensen in werkelijkheid beslissingen nemen, spreekt over de mens als “predictably irrational”, en Chaim Fershtman meent dat om  te kunnen overleven de homo economicus echt snel gekruist moet worden met de homo sociologicus. 

Empathie

Even iets schijnbaar heel anders. Zag u onlangs in het NRC het kritische stuk over kunstmatige intelligentie met de titel Waarom computers het afleggen tegen peuterintuïtie? In het artikel wordt verwezen naar een experiment van Tomasello waarin een man probeert een stapel papieren in een gesloten kast te leggen. Na enkele pogingen loopt de erbij staande peuter naar de kast en maakt hem voor de man open.

Wat computers niet hebben, maar mensen wel, is een soort empathie

De  Nijmeegse hoogleraar Marcel van Gerwen zegt hierover: “Het jongetje demonstreert empathie. Het kan zich verplaatsen in de man. Het kind heeft als het ware een intern model van andere mensen.” En, vervolgt hij, dat is wat de computer mist. Het kan wel de kast herkennen, en andere fysieke voorwerpen, maar ziet niet de onzichtbare bedoeling van de man. Wat computers niet hebben, maar mensen wel, is een soort empathie. Iets wat wellicht te maken heeft met de beroemde spiegelneuronen in onze hersenen.

Nabootsing

De literatuurwetenschapper René Girard karakteriseerde onze begeerte als mimetisch. Mimese betekent letterlijk nabootsing. De mens lijkt niet te weten wat hij of zij moet begeren en is als zodanig een wat onbeholpen Mangelwesen in het dierenrijk, maar hij kan dit oplossen door goed te kijken wat anderen doen. Op het punt van mimese is hij alle dieren de baas. Uit de romanliteratuur valt veel te leren over waar mimetische begeerte toe leidt.

Girard was niet helemaal origineel. Veel vind je al terug bij bijvoorbeeld Thomas Hobbes. En, surprise, bij Adam Smith. Want deze oude Schot schreef niet alleen over de onzichtbare hand, maar ook over de onzichtbare “sympathy” tussen mensen, in zijn tweede grote werk, The Theory of Human Sentiments.

Is het mogelijk vanuit Adam Smith te komen tot een model van de homo mimeticus dat niet alleen ons economisch gedrag kan verklaren maar ook het belang van deugden? Op deze vraag komt wellicht een antwoord in de aankomende Girardlezing van prof. Johan Graafland.Bovenstaande column is geschreven door Hans Weigand naar aanleiding van de aanstaande Girardlezing. Deze wordt dit jaar gehouden door Johan Graafland en vindt plaats op 29 november in de Blackbox. De lezing wordt georganiseerd door de Girard Studiekring in samenwerking met Academic Forum. De titel van de lezing van Graafland luidt: “Na de crisis terug naar Adam Smith: Over eigenbelang, marktwerking en… deugden!”.

Aanmelden kan via een email naar info@girard.nl

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.