1964 07 01

Tilburgs Hogeschoolblad
Jaargang 1
Redactie: H. B. Kramer W. G. Boerboom
R.S.F.J.M van der Lugt Redactie-adres: Hogeschoollaan 22^), Tilburg
De nieuwe president-curator
In het nummer van 6 mei j.l. konden wij me- dedeling doen van het feit, dat mr. P. M. H. van Boven benoemd was tot President-Curator van de Katholieke Hogeschool.
Mr. P. M. H. van Boven werd in 1913 in Roermond geboren. Zijn middelbare studies volbracht hij aan het Bisschoppelijk College te Roermond, waarna hij de rechtenstudie aan- ving in Nijmegen. Deze studie werd in 1940 bekroond met het doctoraal examen. Mr. van Boven begon zijn maatschappelijke carrire bij de N.V. Machinefabriek ãBreda”. Na verschil- lende functies in het bedrijf bekleed te hebben, volgde in 1949 zijn benoeming tot directeur. Sinds zijn installatie als algemeen voorzitter van het Nederlands Katholiek Werkgevers Ver- bond is mr. van Boven nog gedelegeerd com- missaris van bovengenoemd bedrijf.
P. J. J. M. van Overveld J. E. E. de Smit
J. H. Weitenberg
J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau
ummer 8
1964
Senaat)
Voordat de heer van Boven in 1960 tot Cura- Als zijn persoonlijke mening gat mr. van Bo- tor van de Katholieke Ho’jeschool benoemd ven, dat hij voor.^tpnJer is van een verkorting werd, had hij reeds enige jaren zitting in de van de studieduur, mits er dan ook een aan-
Raad van Toezicht van onze hogeschool.
Bij het betreden van de werkkamer van mr. van Boven wordt men getroffen door de bijna serene stilte en contemplatieve rust, die er heer- sen. De brede, aan weerszijden opgestelde, boe- kenkasten weerspiegelen de ruime en brede belangstelling van de bezitter. Bij zijn binnen- treden is mr. van Boven Ñ groot, fors met scherp gesneden trekken Ñ terstond vol inte- resse en ontwikkelt zich een geanimeerd ge- sprek.
passing van het studieprogram plaats vindt. Het merendeel van de afgestudeerden komt in het bedrijfsleven terecht en voor hen is een vlotte en gedegen vakopleiding op zijn plaats. Zij behoeven zich niet zozeer op de zijpaden van hun wetenschap te begeven, want voor hen is het in de allereerste plaats noodzakelijk, dat ze uitgerust worden met een instrumentarium, waarmee zij in staat zijn de practische proble- matiek te benaderen. Het geringe gedeelte dat in de wetenschap of aanverwante sectoren te- recht komt, heeft een gedegen wetenschappe-
1
lijke opleiding meer van node Op welke wij- ze deze veranderde eisen van de maatschappij in het studieprogramma kunnen en zullen wor- den ingebouwd, kon en wilde mr. van Boven niet aangeven. De gehele zaak verkeert daar- voor nog te zeer in het studie-stadium en een geheel veranderde opzet van het studiepro- gramma kan op korte termijn dan ook niet te- gemoet gezien worden. Omtrent de expansie van het Hoger Onderwijs in het algemeen en inzonderheid betreffende die van onze hoge- school, koestert de nieuwe President-Curator bijzonder hoge verwachtingen. Zoals bekend verondersteld mag worden, is onlangs een bouwcommissie ingesteld, die zich moet bera- den over de uitbreiding van het nu al weer te klein wordende hogeschoolgebouw. De eerst- komende jaren zal de groei van het aantal stu- denten zeker aanhouden, temeer daar Tilburg er in zo korte tijd in geslaagd is een zeer goe- de hoogleraarsbezetting van de juridische facul- teit op te bouwen. Het aantal faculteiten, dat Tilburg momenteel telt, is wettelijk beperkt tot het huidige aantal. Verdere uitbreiding is na- strevenswaard, maar dan zal de hogeschool eerst een universiteit moeten worden. De uit- bouw van het wetenschappelijk corps heeft de laatste jaren geen gelijke tred gehouden met de groei van het aantal studenten en voor de toe- komst is het streven er dan ook op gericht het wetenschappelijk corps versneld uit te breiden.
Op onze vraag of er nog plaats is en blijft voor Hoger Onderwijs op katholieke basis, liet mr. van Boven zich zeer positief uit. In het verle- den hebben ide‘le motieven de stoot geeeven tot de instelling van eigen ,,katholieke” Hoger Onderwijsinstellingen. Historisch gezien, kan dan ook niet ontkend worden, dat het katho- lieke onderwijs de emancipatie van de katho- lieken sterk bevorderd heeft. Echter ook nu, na de (bijna) voltooide emancipatie, zijn nog steeds voldoende positieve argumenten aan te geven voor onderwijs op confessionele leest.
Niet alleen voor priesters maar ook voor leken geldt, dat ze in hun wetenschapsbeoefening hun vrijheid en dus ook hun persoonlijke visie tot uitdrukking kunnen brengen. Het is een verrij- king van de wetenschap, wanneer men vanuit de openbaring meewerkt aan de opbouw en uit- groei van de wetenschap. In dit verband ci- teerde mr. van Boven met veel instemming uit de dankrede van professor van der Meer bij gelegenheid van de uitreiking van de P.C. Hooftprijs. Professor van der Meer stelde daar- in, dat hij de kerk zag als zijn moeder: een moeder, die haar zoon naar het schriftwoord
2
in de gelegenheid had gesteld ,,onderricht te ge- ^ ven in alle dingen, die betrekking hebben op
onze Heer Jezus Christus en dat zonder
enige belemmering.”
Mr. van Boven was het niet eens met de wel
eens gehoorde uitspraak, dat ,,Rotterdam” goe-
de vakeconomen afleverde en ,.Tilburg” goede algemeen gevormde economen met een sterk relativerende instelling. Zij, die in Rotterdam gestudeerd hebben mogen dan een meer prag-
matische instelling bezitten en de Tilburgse af- gestudeerden mogen dan iets meer beschou-
wend ingesteld zijn, maar voor zover mr. van
Boven de Tilburgse economen in de praktijk meegemaakt had, kon hij niet anders zeggen j dan dat het voortreffelijke economen waren.
Het zelfde meende de Heer van Boven te mo- gen stellen m.b.t. de sociologen die een voor- treffelijke naam genieten.
Met jeugdig vuur verdedigde de nieuwe presi- dent-curator een actief studentenleven. Men mag de studie niet te utilitair benaderen en de academische opleiding boet veel aan betekenis in, wanneer men zich niet het vermogen aan- geleerd heeft om buiten het vakgebied te kun- nen genieten. Het studieprogramma moet hier de ruimte en tijd voor openlaten. De eventuele ontsporingen mogen geen aanleiding vormen om de student in een al te strak keurslijf te spannen. In een periode van zes jaar moet de gemiddelde student kans zien op behoorlijke wijze af te studeren, zonder dat hij daarbij het studentenleven moet verwaarlozen.
De student van Klikspaan is dood en door uit- breiding van het bursalen-stelsel raakt de ge- privilegeerde student steeds meer op de achter- grond. De noodzaak van een eigentijds studen- tenleven echter blijft, daar de student de kans moet hebben om te ontsnappen aan de drei- gende egalisatie en vervlakking. Het studenten- leven zal daarom niet langer statisch en tradi- tioneel mogen zijn, maar zal om een voortdu- rende aanpassing en bezinning vragen, opdat het ook de student nieuwe stijl kan helpen bij zijn academische persoonlijkheidsvorming.
Moge de nieuwe president-curator zijn vele vi- sies, die in ons gesprek met hem naar voren kwamen, gedurende de komende jaren gereali- seerd zien.
W. G. Boerboom, J. Weitenberg.
De nieuwe rector-magnificus
Als promotor trad op Prof. dr. H. W. J. Bos- man.
Dr. Willems werd in 1933 te Sittard geboren. Na zijn studie aan de Katholieke Hogeschool was hij gedurende twee jaar verbonden aan het Economisch Bureau van de Amsterdamse Bank N.V.
Momenteel is hij econoom van Wilco Kleding- bedrijven N.V. te Sittard.
In zijn proefschrift behandelt de heer Willems de geldsaneringsmaatregelen in de eerste jaren na de tweede wereldoorlog, de Oostenrijkse centrale bank (de Nationalbank) en de aktivi- teiten van de verschillende in Oostenrijk werk- zame groepen geld- en kredietinstellingen, zoals banken en bankiers, spaarbanken, hypotheek- instellingen, landbouwkredietkošperaties en middenstandskredietkošperaties; vervolgens ko- men aan de orde de ontwikkeling van de geld- en kapitaalmarkt, de betalingsbalans en de eco- nomische betrekkingen met het buitenland. In het laatste hoofdstuk van de studie worden tenslotte de belangrijkste hoofdlijnen in de fi- nanci‘le en monetaire ontwikkeling sinds 1945 aangegeven.
Bij de bespreking van de financi‘le en mone- taire ontwikkeling van Oostenrijk sinds de tweede wereldoorlog worden een tweetal perio- den met een totaal verschillende ontwikkeling onderscheiden: de periode van 1945 tot 1951/ 1952 en de periode 1952 tot heden. De eerste periode stond sterk in het teken van de weder- opbouw van de tijdens de tweede wereldoorlog totaal ontredderde economie.
De omvangrijke investeringen werden eensdeels gefinancierd met gelden van de tegenwaardere- kening der Marshallhulp en met middelen uit het overheidsbudget, anderzijds speelden daar- bij de fiskaal begunstigde zelffinanciering en de op zeer ruime schaal verstrekte bankkredieten een belangrijke rol. De kapitaalmarkt leverde in deze jaren geen enkele positieve bijdrage. Bedoelde eerste periode werd bovendien ge- kenmerkt door een krachtige inflatoire bewe- ging, die onder meer tot uitdrukking kwam in een voortdurend sterke stijging van het loon- en prijsniveau. Verschillende keren werden, met weinig sukses, pogingen ondernomen deze uit monetair oogpunt ongewenste ontwikkeling via ,,Preis-Lohnabkommen” te bestrijden. Niet eerder dan ultimo 1951 liet de centrale bank de sinds het einde van de tweede wereldoorlog ge- voerde goedkoop-geld-politiek varen. Binnen een half jaar werd het wisseldiskonto tot tweemaal toe verhoogd. De verschillende soorten krediet- ondernemingen sloten met de centrale bank gentlemen’s agreements ter afremming van een
Curatoren van de Katholieke Hogeschool heb- ben op voordracht van de Academische Se- naat benoemd tot rector magnificus voor het studiejaar 1964 – 1965: prof. dr. H. W. J. Bos- man, hoogleraar in het geld-, krediet- en bank- wezen.
Prof. Bosman, geboren in Rotterdam in 1922, heeft economie gestudeerd aan de Nederland- sche Economische Hoogeschool in zijn geboor- testad, waar hij in 1958 promoveerde tot doc- tor in de economische wetenschappen op een proefschrift ,,Dewettoezicht kredietwezen”. Na zijn studie was hij achtereenvolgens werkzaam bij het Ministerie van Financi‘n en bij het Cen- traal Planbureau. In 1954 werd hij tot lector aan de Katholieke Hogeschool benoemd; in
1959 tot hoogleraar.
Prof. Bosman is kroonlid van de Sociaal-Eco- nomische Raad.
ãDe Financi‘le e n monetaire ontwiickeiing v a n Oostenrijic na1945″
Op donderdag 25 juni j.l. promoveerde tot doc- tor in de economische wetenschappen drs. P. M. H. Willems uit Sittard.
De titel van zijn proefschrift luidde:
,,De financi‘le en monetaire ontwikkeling van te ver gaande kredietexpansie en de werkge- Oostenrijk na 1945″. vers- en werknemersorganisaties kwamen tot
3
het inzicht, dat het monetair met verantwoord was verdere loons- en prijsverhogingen door te voeren Toen trad eindehjk een kentering in De ãgalopperende” inflatie ging over in een ãkruipende” inflatie.
Sinds december 1955 maakt de Bank boven- dien gebruik van de haar in de Bankwet 1955 verleende bevoegdheid om namelijk de krediet- ondernemingen voor te schrijven, minimum-re- serves bij haar aan te houden
Gedurende de tweede periode (1952 – heden),
die de schrijver aanduidt als de periode met
een normale groei en een over het geheel ge- nomen gunstige konjunkturele ontwikkeling,
stegen de lonen en prijzen in Oostenrijk in ver- gelijking met die in de andere Europese landen
stellig niet bovenmatig Gedurende de gehele periode bleef de centrale bank erop toezien,
dat de uitbreiding van de krediet-verlening bin-
nen de als monetair-toelaatbaar te achten gren-
zen bleef Verschillende ma’en sloot zij nieuwe gentlemen’s agreements met de afzonderlijke groepen kredietondernemingen en bracht zij wijzigingen in de bestaande overeenkomsten luta
Algemeen
Curatoren van de Katholieke Hogeschool hebben op voordracht van de Academische Senaat met in- gang van 1 september 1964 aan de Katholieke Ho geschool benoemd
Dr J A Geertman, lector aan de Katholieke Ho- geschool, tot gewoon hoogleraar in de Algemene Leer der Economie in het bijzonder de Partiele Evenwichtstheone,
Mr H C F Schoordijk, wetenschapptelijk hoofd- ambtenaar aan de Universiteit van Amsterdam, tot gewoon hoogleraar in het Burgerlijk Recht en Internationaal Privaatrecht,
Dr P A Verheijen, lector aan de Katholieke Ho- geschool, tot buitengewoon hoogleraar in de Be- drijf seconometrie
De heer Geertman werd m 1905 in Raalte gebo- ren Na zijn schoolopleiding was hij aanvankelijk een aantal jaren werkzaam in het bedrijfsleven
In 1946 deed hij doctoraal examen economie en in 1951 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent tot doctor m de economische wetenschappen op een proefschrift ãCritiek der rekeningenstel- sels” (cum laude)
De heer Schoordijk werd in 1926 te Amsterdam geboren Hij studeerde rechten aan de Universi- teit van Amsterdam en promoveerde in 1959 cum laude tot doctor in de rechtsgeleerdheid op een proefschrift ,,Beschouwingen over drie partijen verhoudingen van obligatoire aard ‘ In 1961 werd hij als wetenschappelijk hoofdambtenaar verbon- den aan de sector burgerlijk recht van de Juridi-
4
sche Faculteit van de Universiteit van Amster- dam Zijn benoeming in Tilburg houdt uiteraard verband met de verdere opbouw van de Juridische Faculteit
De heer Verheijen werd m 19’^1 in Alphen (N-B) geboren Hij studeerde economie aan de Katholie- ke Hogeschool en promoveerde in 1962 cum laude tot doctor m de economische wetenschappen op een proefschrift ãEconomie en Techniek ”
HIJ werd m 1962 benoemd tot buitengewoon lector aan de Katholieke Hogeschool
**^
De Academische Senaat heeft uit zijn midden aan- gewezen tot secretaris voor het studiejaar 1964- 1965 Prof Dr H F J M van den Eerenbeemt, hoogleraar in de politieke, economische en sociale geschiedenis
***
Met ingang van 1 september 1964 is dr M Eime, directeur van de Stichting Studiecentrum voor Ad- ministratieve Automatisering te Amsterdam, be- noemd tot buitengewoon hoogleraar in de metho- dologie van de geautomatiseerde informatieverwer- king aan de Nederlandsche Economische Hooge- school Ie Rotterdam en aan de Katholieke Hoge- school te Tilburg
Beide hogescholen hebben deze nieuwe leerstoel ingesteld om de snelle ontwikkeling van de toe- passingsmogelijkheden van elektronische rekenma- chines voor administratieve doeleinden binnen het economisch wetenschappelijk onderwijs te kunnen blijven volgen
Mededelingen
De groei der spaargelden kan voor deze periode niet anders dan als uitermate gunstig worden bestempeld In 1953 en volgende jaren konden ook geleidelijk meer middelen via de kapitaal- markt worden verkregen
Terugblikkend op de financi‘le en monetaire ontwikkeling van het naoorlogse Oostenrijk komt de schrijver tot de slotsom, dat het in 1945 volkomen ontredderde land zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld tot een land met een gezonde economische basis, een hoog- ontwikkeld bankwezen en relatief stabiele va-
De heer Euwe heeft zich sinds een aantal jaren op dit terrein gespeciahseerd Aan de Tilburgse hoge- school gaf hl] onder auspici‘n van de Stichting Studiecentrum voor Administratieve Automatise- ring gedurende de laatste twee jaren reeds cursus sen in programmeren en numerieke wiskunde
De heer Euwe werd in 1904 te Amsterdam gebo- ren Hl] promoveerde in 1926 aan de Universiteit van Amsterdam cum laude tot doctor in de wis- kunde en natuurwetenschappen op een proefschrift ãDifferentiaal- invananten van 2 covariante vec- torvelden met 4 veranderlijken”
Van 1924 tot 1956 was de heer Euwe werkzaam als leraar aan middelbare scholen Hij werd m deze tijd zeer bekend als schaakkampioen
In 1956 werd hij wetenschappelijk adviseur van Remington Rand N V en in 1959 directeur van de Stichting Studiecentrum voor Administratieve Au- tomatisering
Van zijn hand verschenen talrijke studies, aanvan- kelijk over wiskundige onderwerpen, later over automatic en over de toepassing van computers Voorts heeft hij als directeur van het Studiecen- trum zitting in talrijke overheids- en andere com- missies, die zich beraden op de administratieve automatisering
**^
Bibliotheek
Met ingang van 1 mei 1964 is benoemd tot weten- schappelijk medewerker voor de juridische afdeling Dr J J A Lucas
***
Reeds verscheen de tweede herziene druk van de Gids voor bezoekers van de Bibliotheek van de Kathohleke Hogeschool
Deze IS gratis verkrijgbaar bij het uitleenbureau van de bibliotheek
De bibliothecaris DrsWMJJansen
Economie
Teneinde tot een verkorting van de studieduur te geraken, komt het de economische faculteit ge- wenst voor het afleggen der candidaatstentamens en -examens in de economische wetenschappen aan bepaalde regels te binden
De faculteit heeft derhalve de onderstaande rege- ling vastgesteld
a) de tentamens weiden groepsgewijze op bepaal- de tijdstippen gedurende het tweede en derde jaar schriftelijk afgelegd en wel als volgt,
Ñ op het einde van het eerste jaar of geduren-
de het tweede jaar
Economische aardrijkskunde
Ñ m juni van het tweede jaar Wijsbegeerte,
Ñ in oktober van het derde jaar Financiewezen van de onderneming, Geld-, krediet- en bankwezen.
Ñ in januari van het derde jaar Burgerlijk recht en handelsrecht. Organisatie van de onderneming,
– in mei van het derde jaar Economische geschiedenis,
Algemene leer en geschiedenis der eco- nomie
Voor de econometristen wordt dit als volgt
Ñ in juni van het tweede jaar Wijsbegeerte en Statistiek II,
Ñ in oktober van het derde jaar Financiewezen van de onderneming, Geld-, krediet- en bankwezen,
Ñ in januari van het derde jaar Burgerlijk recht en handelsrecht. Organisatie van de onderneming,
Ñ in mei van het derde jaar Economische geschiedenis,
Algemene leer en geschiedenis der eco- nomie
Statistiek III
b) De student is met verplicht op de genoemde tij- den deel te nemen aan de schriftelijke tenta- mens Het met-deelnemen heeft echter onaan- gename consequenties (zie c)
Slechts in hoge uitzondering kan hij ten aan- zien van een bepaalde groep van deze conse- quenties worden vrijgesteld, waardoor hij het recht verkrijgt na ongeveer drie maanden deze groep tentamens alsnog af te leggen Een en ander staat ter beoordeling van de assessor
c) Behaalt de student voor alle tentamens een vol- doende cijfer, dan wordt hem in juli van het derde jaar zonder meer het candidaatsdiploma uitgereikt De vakken waarvoor hij een onvol- doende behaalde en/of die vakken, waarin hij op het vastgestelde tijdstip geen tentamens deed, worden hem in juli van het derde jaar of in oktober in het vierde jaar, naar keuze van de student, als candidaatsexamen ge‘xamineerd Deelname aan dit examen op een der beide tijdstippen IS verplicht Dit examen is schrifte- lijk Slaagt hij voor dit examen met, dan zal de examencommissie bepalen, wanneer hij op- nieuw het examen in dezelfde samenstelling als het eerste moet afleggen De candidaatsexa- mens worden afgenomen in juli, oktober, de- cember en maart van ieder studiejaar
Voor de economen en econometristen die de nieu- we regeling volgen gelden de volgende overgangs- bepalingen
ZIJ, die zich oor een of meer tentamens, welke in juli as worden afgenomen, te weten financiewe- zen van de onderneming, geld-, crediet- en bank- wezen, economische geschiedenis, burgerlijk- en handelsrecht, sociale wijsbegeerte, hebben voorbe- reid kunnen een of meer van deze tentamens af- leggen BIJ een voldoende behoeven deze tentamens op de data van het schema niet herhaald te worden Daar Prof Goldschmidt in het collegejaar 1964’65 colleges ãorganisatie a n de onderneming” geeft voor de econometristen ingeschreven in 1962/63, kunnen deze in sept van hun 4e jaar het tentamen organisatie van de onderneming afleggen, waarna
5
ze in oktober of december (naar eigen keuze) van hun 4e jaar het candidaatsexamen kunnen doen.
De tentamens statistiek II en III kunnen eveneens in september van het 4e jaar worden afgelegd zo- dat einde derde jaar de cursus ãprogrammeur” kan worden afgesloten.
Deze regeling geldt allŽŽn voor het collegejaar 1964’65.
SCHEMA VOOR HET VAK ECONOMIE ZOALS DIT IN HET COLLEGEJAAR 1964/196} ZAL WORDEN OPGENOMEN IN HET STUDIEPROGRAMMA.
BIBLIOTHEEK KATHOLIEKE HOGESCHOOL
Bij deze deel ik U mede, dat het uiteenbureau van 24 augustus t/m 4 september 1964 zal worden ge- sloten in verband met de inventarisatie van uitge- leende werken.
U zou ons veel moeite kunnen besparen, indien U de in Uw bezit zijnde werken per omgaande zou willen retourneren.
SCHEMA VOOR HET VAK ECONOMIE VAN DE ECONOMETRISCHE RICHTING.
Econometrische richting
Al gemeen Economische specialisatie:
NIET-Econometrische richting
Algem. Econom. specialisatie propaedeutisch v.d. Klundert
2 uren
4 uren 4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren 4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren
4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren 4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren
4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren
propaedeutisch v.d. Klundert
2 uren 2de jaars 4 uren 3de jaars 2 uren
4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren 4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren
candidaats doctoraal
Schouten
v.d. Klundert
candidaats doctoraal
Schouten Dalmulder
Dalmulder Schouten
Schouten Bedrijfshuishoudk. specialisatie
doctoraal
v.d. Klundert Geertman
Econ. Sociolog. richting Econ. Bestuursw. richting
candidaats doctoraal
Schouten Dalmulder
Dalmulder v.d. Klundert
doctoraal
v.d. Klundert
TENTAMEN-
propaedeutisch examen
candidaats tentamen + examen Schouten
doctoraal: Algemeen
v.d. Klundert
EN
Economische
tentamen examen tentamen
Bedrijfshiiishoudkundige
tentamen examen tentamen
Economisch-Sociologische
tentamen examen
Economisch-Bestiturswetenschappelijkc
tentamen examen
Doctoraal Bedrijfshuishoudkundige
tentamen examen tentamen
6
EXAMENREGELING
v.d. Klundert
Specialisatie
Schouten Schouten
v.d. Klundert
specialisatie
v.d. Klundert v.d. Klundert
Doctoraal
Algemeen Economische
tentamen en examen tentamen en examen
specialisatie:
Dalmulder Schouten
specialisatie:
Dalmulder Dalmulder
v.d. Klundert
Geertman
richting
v.d. Klundert v.d. Klundert
richting
v.d. Klundert v.d. Klundert
Degenen die per 1 juli 1964 in hun termijn zijn gegaan kunnen nog volgens de thans geldende (oude) regeling candidaats of doctoraal afstuderen.
Alle anderen dienen de nieuwe regeling te volgen.
Bedrijfshuishoudkiindige
specialisatie:
propaedeutisch v.d. Klundert
2 uren 2de jaars 4 uren 3de jaars 2 uren
4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren 4de jaars 2 uren 5de jaars 2 uren
TENTAMEN- Propaedeutisch examen
EN
candidaats tentamen + examen Schouten
EXAMENREGELING:
T.E.F. TIJDSCHRIFTEN
Verkort verslag van de huishoudelijke leden- vergadering van 1 juni j.l.
Een van de eerste punten die aan de orde kwamen was het Tilburgs Hogeschoolblad. De voorzitter zette nogmaals uiteen waarom de T.E.F, het initia- tief hiertoe genomen had. Een aanpassing van het blad aan de nieuwe structuur leek hem noodzake- lijk. Hij sprak de hoop uit dat er in Tilburg een allesomvattend publiciteits medium m het leven geroepen zou worden.
Hierna werden de werkzaamheden van de T.E.F. ten aanzien van de studie uiteen gezet. De voor- zitter noemde het rapport over de termijnregeling dat de T.E.F, het vorig jaar het licht deed zien en het laatste rapport over de indeling van de studie dat dit jaar aan de economische faculteit werd uit- gebracht.
Deze documenten werden op verzoek van de fa- culteit samengesteld en door haar zeer op prijs ge- steld.
Bij het opstellen van de nieuwe regeling t.a.v de candidaatsexamens is met deze rapporten rekening gehouden.
De voorzitter zette vervolgens de mening van de T.E.F, over de nieuwe regeling uitvoerig uiteen. De T.E.F, erkent in principe de juistheid van de- ze opzet maar heeft ernstige bezwaren o.a. ten aanzien van het maken van scripties, de korte voorbereidingstijd tussen de tentamens, het aan- schaffen van de verplichte literatuur ter oplossing van het bibliotheekprobleem en het ontbreken van een overgangsregeling.
Hierna volgde een discussie over dit zo belangrij- ke onderwerp.
Tijdens de jaarvergadermg in oktober zal er nog- maals ruimschoots gelegenheid gegeven worden over deze regeling vragen te stellen.
Vervolgens kwam de samenwerking met de Studie- vereniging voor Bedrijfskunde van de Technische Hogeschool te Eindhoven aan de orde. Dit contact bleef beperkt tot het gemeenschappelijk deelnemen aan excursies die door beide verenigingen georga- niseerd werden.
Een ander punt was de C.U.M.C. de Europese vereniging van faculteitsverenigingen. Medegedeeld werd dat de T.E.F, het volgend jaar een interna- tionaal seminar in dit kader zal organiseren.
Op het einde van de avond volgde de verkiezing van het nieuwe bestuur. Volgens de statuten werd de praeses rechtstreeks in zijn functie gekozen. De andere bestuursleden verdelen onderling hun functies.
Verkozen werd als praeses de heer A. M. E. Rot- tier en als bestuursleden de heren Th. B. AnkonŽ, G. B. P. Stalenhoef, J. F. T. Vugts, en B. F. N. Wegdam.
Nadat de uitslag bekend gemaakt was, werd de zeer druk bezochte vergadering gesloten.
N. R. van Dijk
h.t. assessor T.E.F.
Hierbij wordt U in de gelegenheid gesteld U te abonneren op de volgende twee tijdschriften:
ECONOMIE. Het tijdschrift voor Algemeen Eco- nomische, Bedrijfs-Economische en Sociale Vraag- stukken, onder Redactie van Prof. H. A. Kaag, Prof. P. P. van Berkum, Prof. F. J. H. M. van der Ven, Prof. D. B. J. Schouten, Prof. C. F. Scheffer en Prof. H. W. J. Bosman.
De Abonnementsprijs voor studenten Ä 12,50.
SOCIALE WETENSCHAPPEN: Driemaandelijks Tijdschrift onder redactie van Prof. Dr. F. J. P. van Dooren, Prof. Dr. H. F. J. M. van den Eeren- beemt, Prof. Dr. J. Godefroy, Prof. Dr. W. R. Heere, Prof. Dr. J. J. Loeff, Prof. Dr. R. A. de Moor, Prof. Dr. A. Oldendorff, Prof. Dr. M. G. Plattel en Prof. Dr. F. J. H. M. van der Ven.
Abonnementsprijs voor studenten Ä 8,Ñ.
Hoewel het niet invullen van dit formulier niet tot gevolg heeft dat het bestaand abonnement vervalt, verzoeken wij ook de huidige abonnementhouders dit formulier in te vullen.
Ondergetekende wenst zich te abonneren op
O Het maandblad ECONOMIE ad Ä 12,50 per jaar.
O
Hij was het vorige academische jaar wel/niet geabonneerd op Economie.
Het tijdschrift Sociale Wetenschappen ad Ä 8,-
Hij was het vorige academische jaar wel/niet geabonneerd op
SOCIALE WETENSCHAPPEN.
De Abonnementsgelden zullen door hen worden overgemaakt op
Naam Adres Plaats
Handtekening
Postgironummer 1101785 t.n.v. Uitgeverij H. Gianotten. Tilburg.
7

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.