1964 01 16

4
Tilburgs Hogeschoolblad
jaargang 1
Redactie: H. B. Kramer W. G. Boerboom
immer 1
16 januai*! 1964
W. J. M. van Raay
^ Redactie-adres: Hogeschoollaan 225, Tilburg
J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau Senaat)
rTen geleide
Traditioneel geschieden mededelingen aan Universiteit
valvas”.
-^
n
J. E. E. de Smit J. H. Weitenberg
De instelling van een mededelingenblad heeft zeker niet ten doel om van dit systeem af te stappen. Eerder gaat het erom dit te completeren.
Er blijkt op de colleges en op andere wijze meer te worden bekendgemaakt dan ãad valvas” wordt medegedeeld. Niet alle studenten Ñ zeker niet de derde jaars economen Ñ komen elke week naar de Hogeschool; zij mis- sen daardooi vaak voor hen belangrijke berichten. Er blijken Ñ vooral in Tilburg Ñ altijd vermeende bekendmakingen te zijn Ñ door de wind voort- bewogen berichten Ñ ãkabar angin”.
Het mededelingenblad wil hiaten in de Hogeschoolberichtgeving aanvul- len en onzekerheden met betrekking tot circulerende ãnieuwtjes” wegnemen.
Het zal daarmede in een bij de studenten gevoelde en mede door de groei van onze gemeenschap gewekte behoefte voorzien.
De faculteitsverenigingen namen een loffelijk initiatief, dat door de Senaat gaarne wordt gesteund.
De Ÿart zal niet moeilijk zijn; blijvend succes zal grotendeels afhangen van de voortdurende attentie en activiteit van de Dagelijkse Redactie. Op vol- hardende energie komt het aan!!
Moge dit mededelingenblad in de toekomst zijn functie in de Tilburgse Hogeschoolgemeenschap op de meest effici‘nte wijze vervullen!
Prof. Dr. C. F. Scheffer, Rector Magnificus.
of Hogeschool ãad
1
I
In de dukussie over de opportuniteit van een Hogeschool-mededelingenblad (wie helpt ons aan een proza•scher titel?) is de opmerking gevallen ãde een zijn dood is de ander zijn brood”, waarmede gedoeld werd op de op dat mo-
ment niet verschijnende Viking bij gebrek aan een ãechte” redactie.
Inderdaad gaf deze situatie een bijzonder aksent aan de behoefte waarin het mededelingenblad geacht wordt te voorzien, maar Viking was en is (gelukkig) niet dood en (even gelukkig) verdient de redactie van het mededelingenblad aan haar initiatief en verdere aktiviteiten geen droge boterham.
Intussen is Viking weer boven water komen drijven, het mededelingenblad een sportief welkom toeroepend. Daarmee lijkt alles opgelost, maar zover zou ik liever niet gaan. Denkbaar is dat de een zijn brood de ander zijn dood betekent: is onder Viking niet een poot weggezaagd aldus weer degenen die terecht een onafhankelijk studentenweekblad een essenti‘le waarde van een studentengemeenschap noemen. De vraag of Viking een poot kon missen, zou ik liever in een ander beeld willen zien: Viking heeft inderdaad een zeil verloren maar na het reven van dit zeil is de koers van het Vikingschip gewijzigd. Het getij gaf daar aanleiding toe, en in de nieuwe koers kunnen de resterende zeilen zelfs een betere vaart en kadans betekenen. Zo niet, dan zou mijns inziens het nieuwe blad een onherstel- baar verlies veroorzaken. Ik hen echter ervan overtuigd dat de Viking de nieuwe wind mee heeft, en dat het nieuwe blad evenzeer een nieuwe bries betekent die voor de communicatie in de hogeschoolgemeenschap van grote betekenis zal blijken, een ventilatie waaraan zeker behoefte bestond; som- mige ramen moesten wel wat verder open.
drs. H. Loevendie secretaris van Curatoren.
Aan het begin van dit nieuwe jaar bieden wij U het eerste nummer van het Tilburgse Hogeschoolblad aan.
Het dankt zijn ontstaan aan een geconstateerd communicatie gebrek en is daarom in eerste aanleg een mededelingenblad.
Reeds het eerste nummer weerspiegelt ons streven naar een meer volwaar- dig orgaan. Naast zakelijke informatie denken wij aan een weergave van het gehele Hogeschoolgebeuren. Beperkte financi‘le middelen dwingen ons echter tot matiging in deze.
Gaarne danken wij Curatorium en Senaat, die door hun vlot toegezegde medewerking een spoedig verschijnen mogelijk maakten.
We hopen met de hulp van allen, die on^ reeds door hun enthousiasme en bijdragen steunden, dit blad een blijvende plaat’; in onze Hogeschool- gemeenschap te geven.
De Redactie.
Bif het vertrek van Prof. Plattel
zijn, strikt bij het scholastische denken. Per- sonalisme en Existenti‘le Fenomenologie blij- ken daar een openbaring.
Vrijdag 17 januari a.s. vertrekt prof. Dr.
M. G. Plattel O.P. naar Amerika, om aan de
Duquesne University in Pittsburgh (Pensyl- te onderzoeken hoe de hier in latente toe- vania) gedurende een half jaar te gaan do-
ceren. Wij vonden prof. Plattel gaarne be-
reid, ons iets te verstellen over zijn aanstaan-
de reis en daarmee samenhangende aangele-
geheden.
Aan de Duquesne universiteit Ñ katholiek en onder supervisie van de paters van de H. Geest Ñ zijn ook enkele Nederlanders als docent werkzaam. H u n kennis van de he- dendaagse continentaal-west-europese filoso- fie vormde de allereerste aanleiding tot het jaarlijks uitnodigen van ŽŽn of twee Euro- pese hoogleraren. Dat daarbij de voorkeur uitging naar mensen uit het nederlandse taalgebied, lag voor de hand, omdat deze meestal redehjk goed vertrouwd zijn met de engelse taal.
Prof. Plattel voorzag ook inderdaad geen di- recte taalmoeilijkheden. Hij vertelde ons, ge- durende de afgelopen zomervakantie twee maanden in de suburbs van Londen zielzor- gelijk werkzaam te zijn geweest. Bovendien zijn van zijn werken engelse vertalingen verschenen, zodat aan de ene kant de engel- se equivalenten der sociaal-wijsgerige sleutel- termen vastliggen, aan de andere kant de studenten al reeds vertrouwd zijn met de gebezigde beeldentaal.
Reeds in 1958 ontving Prof. Plattel een in- vitatie om in Pittsburgh te komen doceren; andere werkzaamheden verhinderden hem echter zich v——r 1964 vrij te maken.
Het door prof. Plattel te verzorgen semes- ter omvat twee zogenaamde graduate cour- ses; ŽŽn algemene cursus in de sociale wijs- begeerte en daarnaast ŽŽn speciaal onder- werp, dat vastgesteld zal worden in samen- spraak met de studenten. Op onze vraag, of de amerikaanse studenten een bepaalde voorkeur aan de dag zouden leggen, durfde prof. Plattel geen antwoord te geven. Het vernieuwd denken in theologisch en filoso- fisch opzicht, zoals wij dat kennen, is de Amerikanen tamelijk vreemd. Zij houden het nog steeds bij de analytische wijsbegeer- te, of, in het geval katholieke sferen bedoeld
stand nog bestaande tegenstelling tussen kapi- taal en arbeid zich daar manifesteert en zo mogelijk aan de amerikaanse oostkust een aantal instellingen van hoger onderwijs te bezoeken. Met name hoopt hij begin juni, na zijn colleges be‘indigd te hebben, de Notre Dame University in South Bend te bezoeken; in contact te komen met enkele vrienden uit zijn studietijd te Fribourg, die momenteel (weer) in Canada woonachtig zijn; om daarna nog in Porto Rico, Curagao en de Antillen een bezoek te brengen aan de plaatselijke vestigingen van de Neder-
landse dominicaner provincie.
Prof. Plattel ziet zijn reis als een soort af- sluiting van een eerste stadium, dat hij als filosoof heeft doorgemaakt; het personalis- tisch en fenomenologisch benaderen en door- denken van de sociale grondproblemen in de afgelopen tien jaar. 1964 Beschouwde hij als zijn ãsabathical year”, d.i. een periode om tot rust te komen, de verworven kennis te inventariseren en nieuwe idee‘n op te doen voor een volgend stadium, waarin hij, naar ons nu reeds werd toevertrouwd, het spel- moment in de cultuur fenomenologisch gaat benaderen, met andere woorden welvaartsfi- losofie gaat doceren.
Tot slot vroegen wij prof. Plattel, met een enkel woord zijn plaatsvervanger prof. Dr. Ir. Tellegen te willen introduceren. Evenals prof. Plattel is ook prof. Teilegen afkomstig uit Zwolle. Na de voltooiing van zijn stu- dies in Delft ging prof. Teilegen zich steeds meer filosofisch specialiseren. Momenteel is hij hoogleraar in Delft en Eindhoven. Prof. Plattel bleek uitermate verheugd, prof. Teile- gen bereid te hebben gevonden, hem gedu- rende zijn afwezigheid te vervangen; dit zo- wel omdat prof. Teilegen als personalist bij- zonder goed aansluit bij hetgeen prof. Plat- tel hier de afgelopen jaren gedoceerd heeft, als ook om de Tilburgse studenten kennis
te laten maken met zijn geheel eigen onder- wijsmethode: aan de hand van recente filo- sofische publicaties zijn studenten op te wekken tot een discussie, om op deze wijze
Tijdens zijn verblijf in Pittsburgh hoopt prof. Plattel de gelegenheid te vinden in de plaatselijke staalindustrie te excursi‘ren en
3
de wijsbegeerte vanuit de maatschappelijke ervaring te benaderen en te pogen de ach- tergrond van de maatschappehjke vraagstuk- ken te bereiken.
We wensen prof. Plattel een succesrijk ãsa- bathical year” en hopen nog tijdens zijn verbHjf in Amerika in dit blad over zijn er- varingen te kunnen vertellen.
J. I. C. M. Daniels H. B. Kramer.
Fiscale waardebegpippen
Donderdag 12 december 1963 aan- vaardde Prof. J. E. A. M. van Dijck zijn ambt van gewoon hoogleraar in het belastingrecht met het uit- spreken van zijn inaugurele rede in de aula van de Katholieke Hoge- school. Over de inhoud van deze rede, die als titel droeg ãFiscale waardebegrippen” het volgende:
In de rede is uiteengezet, dat het fiscale recht niet met een enkelvoudig waardebegrip kan werken, omdat de waarde van een goed in een aantal objectieve belastingen de uitdruk- king is van de economische rol, die het goed zelfstandig in het ruilverkeer vervult en in een welvaart van het betrokken subject. Dit leidt tot een indeling in waarde in objectie- ve en waarde in subjectieve zin.
Betoogd wordt dat deze indeling ten onrech- te vaak identiek geacht wordt met de inde- ling objectieve ruilwaarde Ñ subjectieve ge- bruikswaarde uit de algemene economie. De ecnomische waardebegrippen zijn geformu- leerd voor de economische waardetheori‘n, die economische verschijnselen trachten te verklaren.
Het belastingrecht tracht niet de waarde te verklaren, men benadert de waarde als uiting van een bepaalde belastbare werkelijkheid. Door de overname van de economische waardebegrippen in het fiscale recht zijn een aantal misverstanden ontstaan met name ten aanzien van de vraag op welke wijze het subject een rol speelt bij de waardering van een goed. Vastgesteld wordt dat het subjec- tieve waarde-oordeel van de belastingplich- tige geen rol kan spelen bij belastingen, die de maatschappelijke draagkracht willen tref-
4
fen. Wel kan het subject een rol spelen bij de vraag welke gebruiksmogelijkheden voor hem bestaan met betrekking tot een goed en welke opbrengsten hij ter zake van deze gebruiksmogelijkheden mag verwachten. Uit deze theoretische benadering kunnen een aantal praktische conclusies getrokken wor- den met betrekking tot de waardering van goederen. Zo dient bijvoorbeeld bij de waar- dering van goederen voor de vermogensbelas- ting rekening gehouden te worden met de druk van de inkomstenbelasting, welke bij verkoop van het goed verschuldigd zal wor- den.
Voorts wordt gesignaleerd dat in het belas- tingrecht zelf een te enkelvoudige betekenis is toegekend aan bepaalde waardebegrippen. Zo dient aan het begrip verkoopwaarde, dat in een aantal ongelijksoortige belastingwet- ten voorkomt, niet ŽŽn betekenis toegekend te worden, maar moet naar gelang doel en strekking van de concrete wet aan dit begrip een eigen inhoud gegeven worden.
In de rede wordt voor een aantal belastin- gen, met name de vermogensbelasting, de inkomstenbelasting en het successierecht, na- gegaan welke waardebegrippen aan het doel van deze belastingwetten beantwoorden.
Kritiek wordt uitgeoefend tegen de nieuwe waardeformule, welke bij de algemene be- lastingherziening wordt ge•ntroduceerd, om- dat met deze nieuwe omschrijving geen dui- delijke situatie ontstaat met betrekking tot het waardebegrip, dat aan de wetsontwerpen ten grondslag ligt.
DP. Moh. Shapifff sppak voop ãDe Tpibune”
Op dinsdag 3 december j.k. gaf de Indone- sische zaakgelastigde in ons land. Dr. Moh. Shariff, een inleiding voor ãDe Tribune” onder de titel ãGeleide Democratie”.
Hij zette uiteen, waarom het jonge land In- donesi‘, de democratie, zoals wij deze in on- ze westerse landen kennen, (nog) niet kon accepteren, en wat het begrip ãgeleide de- mocratie” voor zijn land inhoudt.
Als jonge natie had Indonesi‘ wel ge‘xperi- menteerd met de westerse democratie; de gevolgen voor het land waren echter bijzon- der slecht.
In de periode 1945Ñ1959 ontstonden er vijf- tig politieke partijen, die het land onbestuur- baar maakten. In dit tijdvak heeft Indonesi‘ dan ook achttien kabinetten gekend. Om aan deze chaos een einde te maken, moest een centrale macht wel ingrijpen.
President Soekarno deed dit in het jaar 1959 en hiermee ving de ãgeleide democratie” aan.
Deze steunt op een ideologie, de z.g. ãPantja Sila”, vv^elke gedistilleerd is uit het gewone leven in de kampong.
De vijf zuilen van deze ãPantja Sila” zijn:
Ñ Geloof in God
Ñ Nationalisme (geen exploitatie van na-
ties onderling)
Ñ Democratie
Ñ Humanisme
Ñ Sociale gerechtigheid.
Het kort en bondig samenvatten van een ideologie in deze punten is, aldus Dr. Shariff, de grootste verdienste geweest van president Soekarno.
Ppomotie Dr. Smulders
Op donderdag 28 november 1963 promoveerde aan onze Hogeschool dr. A. A. J. Smulders.
Dr. Smulders is in 1929 te Oister- wijk geboren. Na zijn gymnasiale
Voorts hield de ãgeleide democratie” ook in,
dat t.a.v. de politieke partijen zowel wat be-
treft hun geografische spreiding als het aan- In de Verenigde Staten is er vanaf 1945
tal geregistreerde leden, zwaardere eisen wer- den gesteld. Hierdoor kromp het aantal par- tijen in tot tien. Het was toen mogelijk in 1961 een achtjarenplan te lanceren. Tegen- over dit plan namen de politieke partijen een standpunt in, dat Dr. Shariff vergeleek met het eensgezinde standpunt van de po- litieke partijen in Nederland gedurende de bezetting.
Deze soort democratie, steunend op de ãPantja Sila” werpt momenteel in Indone- si‘ goede vruchten af.
Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, hetgeen gebeurde in een zeer ojjenhartige sfeer, zowel aan de kant van de vragenstellers als aan de kant van de excellente inleider.
De professoren H. W. J. Bosman en L. H. Janssen s.j. gaven door hun aanwezigheid blijk van belangstelling, terwijl van Indone- sische zijde, de onderminister voor het ho- ger onderwijs. Prof. Dr. R. Moestopo, die voor vier en twintig uur in ons land ver- toefde, door zijn aanwezigheid en deelna- me aan de discussie van zijn waardering voor de door ãDe Tribune” georganiseerde avond blijk gaf.
tot heden noch voldoende werkgelegenheid, noch monetaire stabiliteit geweest. In de Amerikaanse volkshuishouding die geken- merkt wordt door de activiteit van machtige pressiegroepen is het niet mogelijk gebleken om de beide doelstellingen van volledige werkgelegenheid en prijsstabiliteit door uit- sluitende toepassing van monetaire en fis- cale maatregelen simultaan te verwezenlij- ken.
De inflatie in de V.S. hangt nauw samen met het optreden van pressiegroepen in het economisch proces. Door het uitoefenen van economische macht door pressiegroepen, met name vakbonden en oligopolisten, worden ho- gere loon- resp. winstinkomens afgedwongen
dan de produktiviteitsstijging toelaat, waar- door een opwaartse druk op het kosten- en prijsniveau ontstaat.
Deze inflatie die verband houdt met het sys- teem van loon- en prijsvorming Ñ men spreekt wel van beloningsinflatie of inko- mensinflatie Ñ heeft men tot heden in de V.S. getracht te bestrijden door uitsluitende toepassing van monetaire en fiscale politiek, aangevuld met antitrust-politiek. Deze maat- regelen zijn op een mislukking uitgelopen.
opleiding studeerde
aan de Katholieke
waar het doctoraal
laude werd afgelegd.
Na een kort ^verblijf in Oxford Ñ waar hij in contact kwam met de Amerikaanse hoogleraar Klein, voor wie hij enkele artikelen uit ãEcono- mie” in het Engels vertaalde Ñ kwam dr. Smulders in dienst bij het Economisch Sociologisch Insti- tuut. Momenteel is hij assistent van Prof. Dr. P. P. van Berkum.
Over het proefschrift ãPressiegroe- pen en inflatie in de Verenigde Sta- ten”, waarop Dr. Smulders bij Prof. Dr. H. W. J. Bosman pro- moveerde, het volgende:
hij economie Hogeschool, examen cum
5
Het bestrijden van de beloningsinflatie uit- sluitend door monetaire en fiscale politiek Ñ d.w.z. door een bestedingsdeflatie Ñ heeft nl. in de V.S., als gevolg van de starheid van lonen en prijzen in benedenwaartse richting, tot aanzienlijke werkloosheid ge- leid; een dergelijke politiek is daarom zowel vanuit sociaal als economisch oogpunt on- aanvaardbaar.
Omgekeerd zullen de in 1963 door de Ame- rikaanse regering voorgestelde maatregelen tot belastingverlaging wel de werkgelegen- heid kunnen bevorderen, maar zij zullen vermoedelijk de reeds aanwezige inflatoire tendenties in de V.S. versterken. De fout van deze politiek is wederom dat zij aan- grijpt aan de bestedingszijde en niet aan de aanbodzijde (de loon- en prijsvorming), waardoor het kwaad niet in de wortel wordt aangetast.
Ook de antitrust-politiek, hoe noodzakelijk ook, kan nooit voldoende effectief zijn ‘oor de bestrijding van de beloningsinflatie. De bepalingen van de kartelwetgeving kunnen nl. worden ontdoken door informele prijsaf- spraken, verschijnselen als ãprice-leadership” e.d., terwijl het verhinderen van fusies of het ontbinden van ondernemingen op basis van de antitrustwetgeving op grote bezwaren stuit, omdat de voordelen van dergelijke maatre- gelen niet kwantitatief kunnen worden af- gewogen tegen de nadelen ervan.
Daarom dient de monetaire, de fiscale en de antitrust-politiek in de V.S. te worden aan- gevuld met en ondersteund door loon- en
prijspolitiek.
Wat een eventueel in de V.S. in te voeren loon- en prijspolitiek betreft, verdient vol- gens de schrijver de voorkeur te worden ge- geven aan een niet te straffe overheidsin- terventie. De meest elegante oplossing zou zijn, dat aan de centrales van werkgevers- en werknemersorganisaties een grote verant- woordelijkheid voor de prijs- en loonvorming wordt gelaten, uiteraard met inachtneming door deze centrales van de doelstellingen van het overheidsbeleid, t.a.v. welke doelstellin- gen regelmatig overleg tussen de centrales en de overheid noodzakelijk zal zijn. Een dergelijk systeem, dat in Nederland ingang heeft gevonden, valt echter momenteel in de
V.S. niet de verwezenlijken. De moeilijkheid in de V.S. is nl., dat de werkgeversorgani-
6
saties niet door een centrale overkoepeld worden, terwijl de vakbonden, die wel bij een centrale zijn aangesloten, over zo’n gro- te autonomie beschikken, dat de greep van de centrale op deze bonden waarschijnlijk niet sterk genoeg is om de interne cošrdina- tie Ñ noodzakelijk voor de loonpolitiek als hier bedoeld Ñ te doen slagen. De enige op- lossing in de V.S. is daarom voorshand, dat de overheid zich rechtstreeks met de loon- en prijsvorming inlaat. O m een drastische overheidsinterventie te vermijden is de meest wenselijke institutionele opzet van de loon- en prijspolitiek in de V.S., dat van voor- genomen loon- en prijsverhogingen door het bedrijfsleven wordt kennis gegeven aan de overheid of een namens de overheid optre- dende instantie; deze zou de voorgenomen verhogingen moeten onderzoeken en de re- sultaten van dit onderzoek alsmede haar aanbevelingen in een rapport publiceren om zodoende via de publieke opinie sanctie op de vakbonden, resp. ondernemers te kunnen uitoefenen. Bovendien dient de overheid er op toe te zien, dat prijsverlagingen tot stand komen daar, waar ruimte is voor zulke ver- lagingen. Teneinde de overheidsbemoeienis niet te intensief te doen zijn, zou deze ver- der beperkt dienen te blijven tot enkele, zgn.
strategische bedrijfstakken, die het grootste gevaar voor de monetaire stabiliteit opleve- ren.
Sociologische studieciagen in Tilburg
In samenwerking met de SOCI-I organiseer- de de Sociologische Kring studiedagen met als onderwerp; ãDe mens in het bedrijf”, ãWat is de waarde van het personeelsbeleid en van de theorie der Human Relations.” Deze dagen kregen een speciaal accent door de aanwezigheid van Belgische studenten uit Gent, Leuven en Brussel. Als sprekers waren uitgenodigd de Tilburgse hoogleraren prof. F. van Dooren, prof. A. Oldendorff, dr. Schobre van de D.A.F, te Eindhoven en prof. van Mechelen uit Leuven.
Prof. van Dooren opende de rij der sprekers. Hij wees erop dat het personeelsbeleid moet worden gezien als het vrij centrale gedeelte van het totaalbeleid en dus thuishoort bij de
directie. Hierdoor wordt de wijze waarop de die oudere arbeiders, gepensioneerden, etc. wetenschap diensten kan verlenen bepaald oproepen. Hij wees tevens op de moeilijkhe-
den die ontstaan doordat de bedrijven wer- ken met interne publikaties.
Tot slot wees prof. Oldendorff erop dat de so- cioloog meer belangstelling moet krijgen voor de formele organisatie; de organisatie in be- weging en het horizontale organiseren. Als huidige tekorten onderkende hij o.a. onvol- doende research naar research. Te weinig is nagegaan welke invloed de techniek op het individu uitoefent en tevens dient meer aan- dacht te worden geschonken aan een harmo- nische theorievorming.
Als derde spreker noteerden we dr. Schobre die zich bezig hield met de praktijk van de theorie. In het bedrijfsleven occupeert de theorie zich met een drietal onderwerpen: het uitwerken van een visie op de mens in de onderneming, de ondememingsdoelen en het ontwikkelen van een instrumentarium voor ãprediction and control”.
Vervolgens onderzocht de spreker de reactie van het bedrijfsleven op de tendens in de sociologie de mens in de onderneming cen- traal te stellen boven de andere productie- factoren. Zich beperkend tot bepaalde be- drijven constateerde dr. Schobre weinig ver- trouwen bij de bedrijfsleiding in de metho- diek van de sociale wetenschappen.
Toch belandt de theorie van de ãhuman re- lations” via allerlei omwegen bij de onder- nemingsleiding. Via werkgeversverenigingen, arbeidsmarktsituatie en pressuregroups vol- trekken zich ontwikkelingen, die door de theorie zijn bepleit. Een voorbeeld van dit laatste is de wet op de ondernemingsraden.
Tot slot wees dr. Schobre erop dat bij gro- tere ondernemers langzamerhand het besef doorbreekt dat het personeelsbeleid gezien moet worden als een eigen vakgebied met eigen specialisten. Met de hoop uit te spre- ken dat de theorie van de ãhuman relations” door een harmonische samenwerking met de praktijk beter tot haar recht moge komen, besloot dr. Schobre zijn betoog.
men zich thans bezig houden met problemen pelijk leven.
door visies in de top.
Vervolgens behandelde hij de accenten uit de totaalvisie omtrent het personeelsbeleid. Men kan de mens zien als middel om een doel te bereiken, als organon in de organisa- tie. Voor de autoritaire leiders staan dan twee wegen open: ofwel de ondergeschikte wat betreft bewustzijn van eigen vrijheid on- der de bewustzijnsdrempel te houden, ofwel zoveel te betalen dat de mens, het middel, zich plooit. De sociale psychologie heeft ge- tracht deze visies uit te bouwen in de selec- tie en de psychologisering van de betalings- systemen.
V oorgaande
geerd door het standpunt van waaruit de mens gezien wordt als een wezen dat zich wil realiseren
Dit revisionisme in de organisatieleer lever- de resultaten op als: taakverruiming, team- uitbouw en nieuwe beloningssystemen. Veel- al werden deze verworvenheden verkocht in termen van de eerste twee visies.
Tot slot kritiseerde prof. van Dooren de theorie van de ãhuman relations”. Hij stelde o.a. d a t m e n zich teveel heeft aangesloten bij de angelsaksische organisatieleer, die het accent legt op de organisatie als struc- tuur. Te weinig heeft men gelet op het or- ganisatorisch gebeuren. Vooral de socioloog, zo stelde van Dooren zal zich moeten uit- rusten met een duidelijke visie op dit or- ganisatorisch gebeuren.
Prof. Oldendorff behandelde de ontwikkeling van het bedrijfs-sociologisch onderzoek in Nederland. Hij schetste de periode van het individuele onderzoek en de komst van de instituten. Deze instellingen hadden de be- schikking over zeer ruime fondsen w a t leid- de tot een hoogconjunctuur in het onder- zoek. De resultaten waren echter niet dien- overeenkomstig. Prof. Oldendoff pleitte voor een programmatische research. D e ãduimo- logische aanpak is verleden tijd, zo citeerde hij.
opvattingen
worden
gecorri-
Vierde en laatste inleider was prof. van Me- chelen uit Leuven. Hij noemde de theorie- op de kentering, die begonnen is in de vorming rond het bovenstaande in Belgi‘ bedrijfsinstituten. Waren het in de aanvang zeer arm. Daar is meer aandacht geschon- ãonderhoudsinstellingen”, steeds meer gaat ken aan andere aspecten van het maatschap-
In zijn verdere betoog wees Oldendorff o.a.
7
Na een uitgebreide behandeling van de groei van de theorie der ãhuman relations” schonk prof van Mechelen nog enige aan dacht aan een onlangs verschenen publica-
tie van het A C W Hierin werd gepleit voor een persoonsrechtelijke onderneming tegen- over de vermogensrechtelijke onderneming
Voor de socioloog, zo stelde prof v Meche- len, IS dit initiatief, gelegen tussen conformis- me en traditionalisme, een belangrijk iets De studiedagen werden besloten met twee excursies naar de N V Philips te Eindhoven en de ALTO-sigarenfabriek te Turnhout
MEDEDELINGEN
economie
COLLOQUIUM VERVOERSECONOMIE 1963Ñ1964
Naast de gastcolleges, die in het tweede trimester worden gegeven, bestaat voor een beperkt aantal studenten met speciale belangstelling voor vraag- stukken der Vervoerseconomie gelegenheid om deel te nemen aan een colloquium Hiertoe zullen met name samenwerken de Nederlandsche Emonomische Hoogeschool te Rotterdam, de Technische Hoge- school te Delft en onze Hogeschool
4 Industri‘le vestigingsmogelijkheden
Het object van onderzoek is
Infrastructuur en vestmgsmogelijkheden Gelderse Rivierengebied
Het gebied omvat
Ñ Oost-Betuwe
Ñ West-Betuwe
Ñ Bommelerwaard
Ñ Land van Maas en Waal Ñ Rijk van Nijmegen
tan het
Bepaling van het relatieve voor- of nadeel van het Gelderse rivierengebied met andere ge- bieden Invloed van verbeterde infrastructuur op deze vestigingsmogelijkheden (zowel wat betreft autowegen als waterwegen)
Deze indeling heeft de volgende voordelen
De groepen, ingedeeld volgens onderwerp zijn met of nauwelijks afhankelijk van eikaars resulta- ten De groepen kunnen een gemengde samen- stelling hebben van technici en economen (behal- ve groep 1, waarvan het onderwerp weinig in- teressant IS voor technici)
Wat het aantal benodigde studenten betreft, be- draagt de voorlopige schatting
3 man voor onderdeel 1, 6 man voor onderdeel 3, 8 man voor onderdeel 2, 6 man voor onderdeel 4
De arbeid vangt aan tegen de be‘indiging der Kerstvakantie De deelrapporten behoren bij het begin der grote vakantie binnen te zijn, zodat een samenstelling van een eindrapport m de zo- mermaanden kan plaats vinden en dit medio sep- tember kan worden aangeboden
De Stichting Ontwikkeling Oost Betuwe heeft toe- gezegd alle kosten, die aan dit Colloquium ver- bonden zijn Ñ voornamelijk de reis- en verblijf- kosten van de deelnemers, de type-stencil en porti- kosten ed en de kosten van eventuele enqutes te financieren
Studenten die aan het Colloquium wensen deel te nemen kunnen zich Ñ liefst zo spoedig mogelijk Ñ aanmelden bij de Heer J J M de Bont, Hoofd Bureau van de Senaat
ZIJ zullen als compensatie mogen rekenen op een verlichte scriptie of een scriptie kunnen maken op het terrein van het vak Vervoerseconomie, zulks in overleg met de daarvoor m aanmerking komende docenten
Prof Dr A H M Albregts
De problematiek omvat de volgende onderwerpen
1 Bevolking, beroepsbevolking, migratie, werkge- legenheid, pendel (binnenland en buitenland), bepaling arbeidsreservoir
2
Infrastructuur
Onderzoek naar de verkeersintensiteiten op RW 12, RW 15, RW 26, RW 25 en provinciale wegen Toename verkeersmtentiseiten 1955Ñ 1960 T e verwachten verkeersintensiteiten Be- paling bottlenecks Onderzoek naar de relatie-
gegevens wegverkeer, zowel internationaal ver keer als binnenlands verkeer Onderzoek of de geplande wegen geprojecteerd zijn m aanpas- sing op de relatiegegevens Onderzoek naar de optimale oplossing van het probleem RW 15, of onmiddellijke doortrekking, of voorlopige aansluiting op RW 12, zowel naar verkeers- technisch als rentabiliteitscntenum
3 Transport in de agrarische sector
Bepaling van de transportkostencomponent in de totale kosten van agrarische producten De elasticiteit van deze component als functie van het wegennet De optimale vestigingsplaats van land- en tumbouwveilingen
Redactie
SCHEMA GASTCOLLEGES VERVOERSECONOMIE 1963Ñ1964
A Prof Dr H C Kuiler Theoretische analyse
I
1 Ontwikkeling vervoerseconomische denken
a 19e eeuw
b dertiger jaren c na de oorlog
2 Ontwikkeling van het vervoer in de tijd
a afleiding vraagcurve
b verband met produktie en vervoer op kor
te termijn
c idem op lange termijn
d het verband van het vervoer als geheel
en voor iedere vorm van vervoer
e het gedragspatroon van nationaal en inter
nationaal vervoer
II
3 De ruimtelijke structuur van het vervoer
a de vervoerspolen
b de regionale opbouw van het vervoer
c het interregionale vervoer
d de verhouding van inland transport tot zee-
‘n luchtvaart
e de positie van de zee- en luchthavens
4 Het vervoersfilosofisch denken als grondslag van de vervoerspolitiek
a de gemeinwirtschafthche opvattingen
b het rentabihteitsbeginsel
c de service public III
5 Kosten en prijzen m het vervoer a vaste kosten
b gemeenschappelijke kosten
c heterogene produktie
d marktvormen (deelmarkten en kartels) e prijsdifferentiatie
6 Hoofdlijnen der Europese vervoersmtegratie a de vervoersbepalingen van de E G K S
b idem van de EEG
c de acte van Mannheim
B Mr F Goud Practische toepassing
IV
7 a het vervoer als economische activiteit bij- zondere kenmerken dier activiteit
b de onderscheidene vervoerstechmeken, de concurrentieverhoudingen tussen deze tech- nieken
c het vervoer van personen particulier ver- voer en openbaar vervoer
8 a het beroepsmatig vervoer van personen, cošrdinatie tussen rail- en wegvervoer
b het regiem van de W A P , autobusdien sten, groepsvervoer, t en o -vervoer
c de randstad-problematiek V
9 a het vervoer van goederen, eigen vervoer versus beroepsvervoer
b het beroepsvervoer A het wegvervoer, marktbewakmg bij het wegvervoer (uit- voering W A C )
VI
11 a het beroepsvervoei B de spoorwegen, wa-
tamen aardrijkskunde afnemen
10 Het beroepsgoederenvervoer over de weg voor de kerstvacantie Ñ voor de paasvacantie Ñ
(vervolg) voor juh 1964
b
c
genlading- en stukgoedvervoer
de spoorwegtekorten perspectief C de binnenvaart de W G B en de Acte van Mannheim
het binnelands regiem wilde vaart, beurt- vaart, bijzonder ongeregeld vervoer
12 a
b de Rijnvaart-problematiek
het regiem voor de wilde vaart (vervolg)
VOORSTEL TOT INPASSING DER GASTCOLLEGES VERVOERSECONOMIE IN HET BESTAANDE ROOSTER
I Woensdag 22 jan 2Ñ4 Albregts
II Donderdag 30 jan 10Ñ12 van Berkum
III Woensdag 5 febr 11Ñ13 Geertman-Plattel IV Maandag 10 febr 11Ñ13 Bosman Kaag
V Dinsdag 18 febr 9Ñ11 Schouten
VI Woensdag 26 febr 11Ñ13 Goldschmidt ea
PROF BOSMAN zal als volgt schriftelijk ten- tamen Geld-, Krediet- en Bankwezen afnemen plm 22 januari 1964, direkt na de Paasvakantie 1964, midden juli 1964
Deelname aan dit tentamen is niet verplicht Wel moet men er rekening mee houden, dat het in de termijn valt
By onvoldoende schriftelijke uitslag zal er alsnog gelegenheid zijn om het tentamen mondeling over te doen Bij zeer slechte schriftelijke uitslag be- houdt Prof Bosman zich het recht voor eerst na een bepaalde tijd het tentamen mondeling af te nemen
Opgeven per
tentamenkaart
Het schriftelijk tentamen Geld-, crediet- en bank- wezen zal worden afgenomen op woensdag 22 januari 1964 van 9 30Ñ12 00 uur. Hogeschool ZIJ, die hieraan wensen deel te nemen, kunnen zich tot uiterlijk 20 januari as opgeven per ten- tamenkaart
Dr J A GEERTMAN geeft voor diegenen, die bij hem doctoraal examen moeten afleggen de volgen- de examenstof op
J Dean, G Schillmglaw
PROF SCHEFFER geeft op de volgende data gelegenheid tot het schriftelijk afleggen van een tentamen financiewezen voor het candidaatsexa- men
23 maart 1964 voor 3e jaars en ouder, 15 juli 1964 voor 2e jaars en ouder
Indien voor deze tentamens een onvoldoende wordt behaald, wordt gelegenheid geboden tot het afleg- gen van een aanvullend mondeling tentamen
De inschrijvingen sluiten op resp 13 maart 1964 en 1 juli 1964
Prof Cools zal driemaal per jaar schriftelijk ten-
9
HERORIENTERINGSCOLLEGES
BELASTINGRECHT
In het 2e trimester 1963-1964 worden de colleges herori‘ntering belastingrecht gegeven op donder- dag 23 januari 1964 ( door prof Smeets) en op donderdag 20 februari (door prof van Dyck) Aanvang beide keren om 15 00 uur m het gebouw van de Katholieke Hogeschool
Sociologie
Aan de eerste- en tweede-jaars sociologie
studenten
Het propiedeutisch examen Sociale Wetenschap- pen zal voortaan alleen afgenomen worden in de maand juni, in de tweede helft van de maand ok- tober en in de tweede helft van de maand ja- nuari
Als overgangsmaatregel zal m 1964 het propaedeu- tisch examen voor de eerste maal afgenomen wor- den half februari
voor de 2e jaars studenten
Degenen, die bi] het propaedeutisch examen in de sociale wetenschappen met geslaagd zijn voor het vak Statistiek kunnen dit jaar, dus studiejaar 1963-
1964, genoemd vak v——r 1 maart overdoen
Prof Dr H F J M van den Eerenbeemt, Secretaris van de Sociale Faculteit
Algemeen
Op donderdag 23 januari 1964 te 16 00 uur zal
DR TH A STEVERS
buitengewoon hoogleraar in de leer van de open- bare financi‘n aan de Kath Hogeschool te Til- burg zijn ambt aanvaarden met het houden van een openbare rede in de aula van de Hogeschool, Hogeschoollaan 225
Tot bijwoning van deze plechtigheid worden alle belangstellenden door Rector en Senaat uitgeno- digd
Na afloop leceptie in de Senaatskamer
Per 23 januan 1964 zal een aanvang gemaakt worden met de wekelijkse colleges Planologie in het kader der doctoraalstudie
Tot Pasen zullen deze colleges gegeven worden door drs J W Kurstjens, adjunct-directeur van
De tentamina en examina zullen door de docto- raalstudenten in de Economie afgelegd worden bij Prof Loeff met behulp van Drs de Vries
De doctoraalstudenten in de Sociologie en de studenten van de econ sociol richting zullen om de veertien dagen twee uur volgen van Prof Dr Ir Tellegen van 11 00 uur Ñ 13 00 uur De tenta- mina en examina zullen worden afgelegd bij Prof Tellegen met behulp van Drs de Vries Het eerste college-uur begint op 22 januari
DEFINITIEVE REGELING VOOR DE FACULTEIT DE SOCIALE WETENSCHAPPEN
Vanaf september 1964 zullen de studenten een tentamen wijsbegeerte afleggen bij Prof Plattel en het examen wijsbegeerte bij Prof Loeff (het tentamen bij Prof Loeff vervalt dan) Het ten tamen bij Prof Plattel kan dan pas m de tweede helft van de termijn afgelegd worden
Drs P Peters zal te beginnen woensdag 22 ja- nuari a s voortaan zijn instruktielessen economie voor de Ie jaars studenten als volgt geven Woensdag 9Ñ11 uur.
de groep die bij Drs Waasdorp van 11Ñ1
loopt.
Woensdag 11Ñ1 uur
de groep die bij Drs Waasdorp van 9Ñ11
uur loopt, Donderdag 2Ñ4 uur
de groep die bij Drs Waasdorp ’s maandags
van 4Ñ6 uur loopt, Donderdag 4Ñ6 uur
de groep die bij Drs Waasdorp donderdags
van 2Ñ4 uur loopt
Indien om 4 uur promotie of openbare rede van 6Ñ8 uur
Vrijdag 4Ñ6 uur
de groep die bij Drs Waasdorp vrijdags van 10Ñ12 uur loopt
NIEUWS UIT DE PAROCHIE
I H H MISSEN
Het volgende trimester zullen de zondagsmissen voor de studenten weer aanvangen op zondag 19 januari Vanaf dinsdag 21 januari zal dan ook weer de H Mis gecelebreerd worden in de Hoge- school, maar in een ander lokaal, nl 010, dat zich onder de statietrap bevindt en bereikbaar is vanuit de uitgifte van de bibliotheek U zult zien, dat hier een stemmige ruimte is geschapen, die buitengewoon geschikt is voor een intieme plech- tigheid als die van onze dagelijkse H Mis in de Hogeschool
II DE BOUW VAN DE EIGEN KERK
Met de bouw van onze kerk zijn wij praktisch nog niet verder gekomen dan wij in juni 1963 reeds waren Toen immers waren de architecten klaar gekomen met hun plannen en hadden deze de goedkeuring verkregen van kerkbestuur en pa rochieraad Ze konden echter geen genade tinden bij de Diocesane Bouwraad, die ze nl begin
het ETI voor Noord-Brabant, van 3 tot 5 uur in zaal C 10
iedere
donderdag
REGELING VOOR DE VERVANGING VAN PROF PLATTEL VAN JAN ’64ÑAUG ’64
Candidaatscolleges
De college-uren van 10 00 uur Ñ 12 00 uur zullen gegeven worden door Drs H de Vries Het colle- ge-uur van 12 00 uur Ñ 13 00 uur zal gegeven worden door Dr B Breek
De desbetreffende tentamina en examina zullen door beide docenten worden afgenomen Doctoraalcolleges
De doctoraalstudenten die het college-uur van Prof Plattel van 12 00 uur Ñ 13 00 uur behoren te volgen, volgen het college-uur van Prof Loeff van 1000 uur — 1100 uur
10
augustus prompt afkeurde Na rekening gehouden te hebben met de adviezen van genoemde raad werden ze in september ’63 opnieuw ingediend en in oktober d v wederom afgewezen En ditzelfde heeft zich tenslotte ook weer afgespeeld in de maand december, nadat ze de 14 november op nieuw waren voorgelegd aan de Raad Toch me- nen we te kunnen zeggen, dat, ondanks het droe- vige van deze gang van zaken, er toch een voor- uitgang te constateren valt tegenover de situatie tn de maand juni De plannen hebben nl in de vorm waarin we ze de eerste week van dit jaar voor de vierde maal hebben ingediend, nu ook volledig rekening gehouden met de bouw-techni- sche en liturgische adviezen van de Diocesane Bouwraad, zodat er op dit vlak geen verwerping meer van te verwachten is Bovendien hebben we
nen doen plaats hebben En dan zal ook de eerste Leeszaal
dan ook goede hoop, dat de plannen in deze vorm
uiteindelijk toch de goedkeuring van het Bisdom
zullen verwerven Dan zullen vervolgens nog het
Rijk en de gemeente Tilburg hun approbatie moe
ten geven, die, na de goedkeuring van het Bisdom
wel met zo lang op zich zal laten zvachten Der-
halve mogen wij de verwachting koesteren, dat gende openingsuren van de Bibliotheek vastge- WIJ omstreeks Pasen de aanbesteding zullen kun- steld
spade in de grond niet lang meer hoeven te wach ten Ñ
Maandag tm donderdag 8 30Ñ21 30 uur Vrijdag 8 30Ñ18 00 uur
Uitleen
Maandag tm vrijdag 9 00Ñ12 00 uur en 13 30 17 00 uur
PROGRAMMA STUDIUM GENERALE
22 januari 1964
Pierre Janssen spreekt over Beeldende Kunst”
29 januari 1964
Buitenlandse invloeden op de hedendaagse Ne- derlandse muziek
EXAMENREGELING
Doctoraal I H van Megen, Ec Wetensch Doctoraal I H Schugard, Ec Wetensch
T E F -MEDEDELING
Tn Kpt kider van de cyclus ãD II en dan
houdt op donderdag 30 januari a s in het ge- bouw van de Kithoheke Hogeschool Mr Nolen, hoofd van de afdeling Personeelszaken van de lJnilepr NV een lezing over de toekomstmoge- lijkheden voor de economen m het grootbedrijf
Voor alle studenten en in het bijzonder voor de doctoraal-studenten is dit een uitstekende gelegen- heid zich te ori‘nteren over de mogelijkheden die het bedrijfsleven biedt en welke specialisaties door hem bijzonder worden gewaardeerd
Aanvragen voor een studietoelage moeten voor
1 februari as worden ingediend bij het secreta-
riaat Stationsstraat 15 te Tilburg, waar de aan-
vraagformulieren verkrijgbaar zijn en alle gewenste Den Haag, naar Bredaseweg 434, Tilburg 13 dec inlichtingen kunnen worden ingewonnen 1963 Tel 31012
STUDIEBEURZEN, AANGEBODEN DOOR DE ZWITSERSE REGERING VOOR HET STUDIEJAAR 1964Ñ1965
De Zwitserse regering stelt voor het academisch jaar 1964Ñ1965 drie studiebeurzen ter beschikking van Nederlandse studenten, die tenminste het kan- didaatsexamen hebben afgelegd en van pas afge- studeerden De beurzen zi]n bestemd voor studie aan een van de universiteiten in het Duitse taal gebied en moeten voor 1 maar 1964 worden aan- gevraagd Nadere inlichtingen verstrekt het Bureau Studentenbelangen
De Regering van de Republiek van Zuid Afriki zal ook voor 1964 enige stipendia ter beschikking stellen van Nederlandse studenten
ZIJ, die hun studie hebben voltooid door het be- halen van een doktoraal examen kunnen hiervoor m aanmerking komen waarbij voorkeur genieten degenen die in hun studie de doctorsgraad hebben behaald en reeds als wetenschappelijk ambtenaar of anderszins aan een instelling van hoger onder wi|s zijn verbonden
Nadere inlichtingen bi] het Bureau Studentenbe langen
Voor begaafde jonge mensen uit Noord-Brabant die een studie wensen te volgen, welke door hen of hun verzorgers niet of niet geheel kan worden bekostigd, kan door het Noord-Brabants Studie- fonds geldelijke steun worden verleend
STUDIEBEURZEN VOOR THAILAND, 1964
In het kader van het Unesco-programma van 1964, stelt de regering van Thailand zes studiebeurzen van een jaar ter beschikking van buitenlanders, die hun studie willen voortzetten of wetenschap- pelijk onderzoek willen verrichten aan een univer- siteit m Thailand
In aanmerking komen slechts afgestudeerden en vergevorderde doctoraal studenten
Nadere inlichtingen bij Bureau Studenten belan- gen
De Franse regering stelt in principe afgestudeer- den m de gelegenheid een studietoelage te ver- krijgen om voor wetenschappeh)k onderzoek ge- durende ten hoogste tien maanden aan een franse instelling van Hoger Onderwijs te studeren In- lichtingen bij het Bureau Studentenbelangen
Gedurende het 2e trimester 1963-1964 zijn de vol-
ADRESWIJZIGING
Prof dr Th A Stevers, van Norenburg 103,
II
MEDEDELINGEN VAN DE REDACTIE
Ñ In principe verschijnt het Tilburgs Hogeschoolblad om de veertien dagen, met uitzondering van de academische vakanties.
Ñ Men wordt verzocht adreswijzigingen en foutieve adressering tijdig aan de redactie bekend te maken.
Ñ Copy dient veertien dagen voor het verschijnen van het volgende num- mer in het bezit van de redactie te zijn.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.