1965 11 01

Tilburgs Hogeschoolblad
Jaargang 2
maandblad
nummer 10
J. M. M. de Swart P.J. P. Tak H.A.M.Wagemakers
oKtober 1965
Redactie: R. M. Lapre W.F.M. Kuiper
J.J. Sijben Redactie-adres:Hogeschoollaan225, Tilburg
J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau Senaat)
M ededingingsrecht
Inleiding De normen betreffende d e
In het volgende wordt gepoogd de lezer een Ñ behoorlijkheid In d e mededinging
zeer schetsmatig ^ beeld t e geven v a n w a t onder mededingingsrecht is te verstaan e n v a n d e ver- schillende categorie‘n rechtsregels die tot het mede- dingingsrecht behoren
In 1915 werd in h e t Wetboek van Strafrecht een bepaling opgenomen ( a r t 328 bis) waarbij oneer- lijke mededinging, voorzover plaats vindend door middel v a n e e n bedriegelijke handeling, strafbaar werd gesteld Deze bepaling heeft weinig beteke- nis gekregen vooral doordat d e rechtspraak zware
Vooreerst d e vraag W a t is mededingingsrecht’
Vooropgesteld moet worden dat het mededingings-
recht slechts die rechtsregels omvat die gedra- eisen stelt voor het aannemen van een bedrieglijke gingen en rechtsbetrekkingen in verband met de handeling. Van veel grotere betekenis is de moge-
economische mededinging normeren Rechtsregels die betrekking hebben o p andere verschijnings vormen v a n d e mededinging in sociologische zin (waarvan de economische mededinging een
lijkheid v a n verweer tegen onbehoorlijke mededin- ging langs civielrechtelijke w e g geworden
Toen de Hoge Raad bij het Cohen-Lindenbaum-
verschijningsvorm m e t eigen specifieke kenmerken arrest v a n 31 januari 1919 h e t onrechtmatigheids-
is) behoren m e t t o t h e t mededingingsrecht
Verder worden in h e t juridisch spraakgebruik ook de rechtsregels die betrekking hebben o p d e mede- dinging b ij d e vorming v a n ruilverkeersrelaties mbt arbeidinloondienstnietgerekendtothetme- dedingingsrecht maar t o t h e t arbeidsrecht
Is aldus h e t terrein, binnen hetwelk h e t mededin- gingsrecht wordt aangetroffen enigszins afge- grensd een enigszins bevredigende definitie van d it recht is niet gemakkelijk te geven De verschillende onderdelen v a n h e t mededingingsrecht worden g e – kenmerkt door e e n specifieke betrokkenheid o p de economische mededinging die m en bij andere delenvanhetrecht (ookbijhetvoorhetecono- mische leven e n voor d e economische mededinging relevante recht zoals b v h e t ondernemingsrecht, het belastingrecht) niet aantreft Overigens hebben die onderdelen v a n h e t mededingingsrecht echter, zoals WIJ zien zullen, een nogal uiteenlopend karak- ter hetgeen h e t formuleren v a n e e n bevredigende definitie bemoeilijkt
WIJ zullen d a n o o k eerst d e verschillende soor- ten mededingingsrecht d e revue laten passeren e n pas daarna pogen tot een definit’e van het mede- dingingsrecht t e geraken
begrip uitbreidde t o t gedragingen in strijd met d e goede zeden o f m e t d e zorgvuldigheid, welke m het maatschappelijk verkeer betaamt t e n aanzien van eens anders persoons of goed, ontstond daar- door de mogelijkheid concurrentiele handelingen die, zonder in strijd meteenwettelijk voorschrift te zijn, d e marktpositie v a n e e n concurrent o p o n – eerlijke o f onbehoorlijke manier aantasten, door een actie e x a r t 1401 B W te weren Zodoende is er e e n uitgebreide jurisprudentie betreffende d e tegenover concurrenten in acht te nemen behoor- hjkheidsnormen ontstaan H e t feit d a t hier rechts- voming door d e rechter plaats vindt m uitspraken, die uiteraard op concrete situaties zijn toegespitst maakt,dathetaldusgevormderechtvoordejusti- tiabelen moeilijk kenbaar is terwijl over tal van kwesties onzekerheid is blijven bestaan Herhaalde- lijk ISdanookvoor regelend optreden opdit gebied door d e wetgever gepleit, waartegenover
o m wordt aangevoerd dat wettelijke voorschriften op d i t gebied niet anders d a n vaag kunnen zijn, t’-rwijl het toch niet mogelijk is voor alle denkbare casusposities v a n onbehoorlijk handelen tegenover concuii enten regelingen te treffen De Nederlandse Juristen V ereniging heeft zich i n 1963 i n meerder- heid tegen h e t treffen v a n gedetailleerde wette- lijke voorschriften uitgesproken
1
Uit de jurisprudentie blijkt dat de toepassing van art 1401 B W ter wering van onbehoorlijke con- currentie hoofdzakelijk betrekking heeft op handelin- gen die naar hun aard zich refereren aan de per- soon, de onderneming, het artikel, de reclame etc van een bepaalde concurrent, zoals vergelij- ken denigreren, nabootsen, aanhaken e d
Dit ligt voor de hand omdat gedragingen die met een dergelijk ,referentie-aspect vertonen niet licht aanknopingspunten zullen bieden voor toetsing op hun behoorlijkheid tegenover bepaalde concurren ten, ook als die wel degelijk de invloed van de be trokken gedragingen ondervinden En ook al treedt een dergelijke invloed op de marktposi- tie van specifieke concurrenten niet op, toch kun- nen gedragingen zonder referentie-aspect wel de- gelijk een Ñ eventueel uit maatschappelijk-econo- misch oogpunt minder gunstige Ñ invloed op de functionering van het concurrentie-proces uitoefe- nen Een en ander maakt verklaarbaar dat de wet- gever die, afgezien van het genoemde art 328 bis Wetboek van Strafrecht (dat tot stand kwam voordat de Hoge Raad het ruime onrechtmatig- heidsbegrip aanvaardde), zich onthouden heeft van het stellen van normen betreffende concurrentiele gedragingen met een referentie-aspect, juist ten aanzien van sommige concurrentiepraktijken waar- aan geen referentie-aspect verbonden is (cadeau- stelsel, reclame) aanleiding gevonden heeft om rege- lend te gaan optreden
Door de onderhavige normen wordt enerzijds de mededingingsvrijheid beperkt, inzoverre daardoor aan ondernemers belet wordt hun eigen positie in de concurrentiestrijd door onbehoorlijke midde- len, b V door het aantasten van de reputatie van de onderneming of van de produkten van de con- current, te verbeteren Anderzijds wordt door die normen de mededingingsvrijheid beschermd, inzo- verre bV het elimineren van concurrenten door middel van boycot-acties onrechtmatig kan zijn
De vraag kan gesteld worden of de rechter bij de toetsing van concurrentiele gedragingen op hun be- hoorlijkheid mede aan gezichtspunten van econo- misch-politieke aard aandacht mag Ñ of zelfs dient Ñ te schenken
Op zichzelf is het stellen van normen op grond van economisch-politieke overwegingen geen taak van de rechter maar van het wetgevend en bestu- rend gezag Maar dit betekent niet dat de maat- schappelijke consequenties van aangevochten con- currentiele gedragingen voor de juridische beoor deling daarvan door de rechter geen enkele be- tekenis hebben, zo kan bij de behoorlijkheidstoet- sing van concurrentie mn een belangrijke lol spelen of die gedragingen al of niet een verwar- ring stichtend of misleidend effect tav de afne- mers hebben Ook treft men wel in vonnissen een niet primair door juridische gezichtspunten bepaal- de belangenafweging aan Wanneer juridische over- wegingen met een grote mate van evidentie naar een bepaald oordeel leiden zal de rechter geen behoefte voelen buiten-juridische gezichtspunten in de beschouwing te betrekken maar in grens- gevallen kunnen gezichtspunten in het economisch- politieke vlak wel degelijk tot de ori‘ntering van
s rechters oordeel over al of niet behoorlijkheid
van aangevochten gedragingen bijdragen M i is dit bepaald met onwenselijk, mits de rechter zijn uiteindelijk te vormen oordeel m het juridische vlak volkomen kan verantwoorden en dus kortslui- tingen tussen de economische-politieke en de juri- dische sfeer weet te vermijden Met dit laatste voor- behoud IS het m I meer in het algemeen wense- lijk dat de rechter zich regelmatig mede door eco- nomisch-politieke overwegingen laat inspireren tot een critische her-appreciatie van de Ñ als buiten- wettelijk recht slechts door zijn subjectief oordeel gestalte krijgende Ñ normen welke hij m b t de behoorlijkheid in de mededinging hanteert
De bescherming welke de door de rechter op ba- sis van art 1401 B W ontwikkelde normen bieden tegen onbehoorlijke mededinging levert een belang- rijke bijdrage voor een maatschappelijk-economisch bevredigende functionering van het concurrentie- mechanisme Handhaving van de eth ek in de re- laties tussen concurrenten is niet altijd voldoen de om het concurrentiebestel bevredigend te doen functioneren, maar is hiervoor in ieder geval wel een onmisbare voorwaarde Het onderhavige nor- menstelsel verdient als geheel stellig positieve waar- dering, ZIJ het dat over bepaalde normen discus- sie mogelijk is, terwijl voorts naar mijn indruk het accent wat eenzijdig valt op de bescherming van monopoloide posities tegen onbehoorlijke aantas- ting een verdere ontwikkeling van normen die de mededingingsvrijheid beschermen zou m i aan- beveling verdienen
Aan de verdienste van de onderhavige buitenwet- telijke normen doet niet af dat de functie welke ZIJ kunnen vervullen een beperkte is zoals reeds werd aangestipt kunnen concurrentiele gedragingen voor de doelmatige functionering van de concur- rentie ongunstig en eventueel ook sociaal-ethisch minstens dubieus zijn terwijl het toch niet moge- lijk IS die gedragingen te redresseren met behulp van acties op basis van art 1401 B W , omdat ZIJ geen referentie-aspect hebben In zulke ge- vallen kan slechts een optreden van de wetge- ver soulaas bieden Later in dit stuk komen wij hierop terug
De industri‘le eigendomsrechten
De octrooiwet kent aan de octrooihouder het uitslui- tend recht toe met toepassing van de geoctrooi- eerde uitvinding, werkwijze of verbetering, goede- ren te vervaardigen of in de handel te brengen De Merkenwet en de Handelsnaamwet kennen aan de gerechtigden tot een merk resp een handels- naam uitsluitende rechten toe tot het bezigen daar- van bij het in de handel brengen van goederen resp het dnjven van een onderneming
Aan deze wettelijke regelingen ligt de gedachte ten grondslag dat door de toekenning en bescherming van deze exclusieve rechten naast de belangen van degenen aan ^vle deze rechten toekomen, tevens ruimere maatschappelijke belangen worden gediend m n wordt door het octrooirecht de technische in- ventiteit gestimuleerd, terwijl de bescherming van merk en handelsnaam aan de afnemers zeker- heid verschaffen omtrent de herkomst van de be- trokken artikelen resp de identiteit van de onder- nemingen met welke zijn relaties onderhouden
J I 1 ”
J
i
i
I “1 I
i
2
i
| 1 I |
Zoals d e term ãindustrieel eigendom” reeds aan- b V k a n voorschrijven in welke hoeveelheid e n duidt gaat h e t hier (althans bi) d e rechten o p tegen welke prijs zij d e onder d e licentie vervaar- een octrooi of eenmerk, tav.de handelsnaam digde goederen moeten afzetten Datmenechter bestaat verschil v a n mening) o m subjectieve ver- b V e e n machine waarop e e n ander octrooi heeft, mogensrechten d i e , zoals d e eigendom, tegenover niet alleen niet zonder diens toestemming mag ver- een ieder geldend gemaakt kunnen worden, de te- vaardigen om die in de handel te brengen, maar
genover de gerechtigden tot een octrooi of merk door anderen in acht te nemen normen zijn niet an- ders dan consequenties van die absoluut subjectieve rechten
Inzoverre bedoelde normen strekken t o t h e t schep- pen e n beschermen v a n e e n geprivilegieerde mede- dingingspositie v a n d e gerechtigde zijn d e rechts- regels d i e d e industri‘le eigendom beheersen t o t het mededingingsrecht te rekenen Zulks is bij h e t octrooirecht w e l in belangrijke mate, maar niet ten volle h e t geval wel b . v inzoverre een octrooi- houder die op basis van zijn octrooi goederen vervaardigt en afzet te dien aanzien door zijn octrooi e e n wettelijk beschermd monopolie heeft, eveneens inzoverre e e n dergelijke octrooihouder, als h ij licenties verleent a a n d e gelicentieerden
ook niet voor gebruik in eigen bedrijf, is m .i. niet te beschouwen als een norm van mededingings- recht
De gedragsnormen die voortvloeien uit het mer- kenrecht e n h e t recht o p d e handelsnaam zijn steeds (en slechts) als behorende tot het mede-
Het Europa College . . .
Het loopt nu in de gaten Er is iets gaande in Europa en de integratiegedachte begint gestalte te krijgen in e e n voor ieder duidelijk waarneembare vorm Toen in 1948 hetEuropees Congres in Den Haag bijeenkwam was d it slechts e e n actuele aan- gelegenheid voor e e n handvol idealisten, enige opgejaagde politici e n e e n aantal rationalisten m e t
bij, toch wordt zo af en toe over de traditie ge- sproken.
De leef- e n d e werksfeer o p het College zijn nauw met elkaar verbonden. In de ãstudent-home , waar alle studenten e n docenten zijn ondergebracht, speelt zich het informele leven af en worden de inheemse gewoonten e n vooroordelen o p onver- bloemde wijze ge‘taleerd Naast de gewone con-
politieke e n was e r alom nauwelijks.
De ontwikkeling
is verbijsterend
ranationaal karakter zijn opgericht,
groei van de onderlinge handel en van de welvaart evenals e e n concentratie v a n e n samenwerking m
economische motieven voldoende, inzicht e n
Scepticisme deskundigheid
tacten e n uitwisselingen
pelijke maaltijden e n
hier o o k d e door d e
discussies e n d e voordrachten door d e gezagheb- bende specialisten over actuele onderwerpen plaats
sedert d e papieren geweest Organen
ideeen-penode m e t e e n sup- e e n versnelde
tijdens d e gemeenschap- in d e vrije uren vinden studenten georganiseerde
het bedrijfsleven waren h e t gevolg D e
aan mensen d i e a a n deze ontwikkeling
konden geven nam dienovereenkomstig t o e
dens deskundigheid o p e e n bepaald vakgebied waren inzicht m de historische ontwikkeling, ken- nis v a n d e samenwerkingsvormen, talentenkennis en ervaring m e t d e werkmethoden e n inzichten van andere landen vereist In de laatste jaren zijn e e n aanmerkelijk aantal faculteiten e n studie- centra opgericht om in deze behoefte aan ,,ge- trainde europeanen t e voorzien
Het Europa College te Brugge is een van d e aller- eersten v a n d e opleidingen o p d i t gebied. Reeds m 1949 nam de Europese beweging het initia- tief tot de oprichting van dit ,Institute for ad- vanced Studies’ , hetgeen m d i e tijd n o g vertaald
Dit samenleven e n d e vele onderlinge contacten leiden e r uiteraard t o e d a t d e studenten elkaar bij- zonder goed leren kennen e n d a t e r hechte bindin- gen ontstaan Incidenteel leidt h e t o o k t o t span- ningen H e t positieve resultaat v a n deze samen- leving hangt in sterke mate af v a n d e samenstel- ling van de groep en verschilt dan ook van jaar tot jaar.
Het studieprogramma omvat devolgende verplichte onderwerpen moderne geschiedenis, geschiedenis van d e europese gedachte e n van d e europese inte- gratie opzet e n werking v a n internationale orga- nisaties. Voorts naar keuze colleges in economie, rechten, sociologie, politieke wetenschappen e n ruimtelijke ordening D e colleges ¥Ñ m h e t frans of engels Ñ zijn qua niveau vergelijkbaar met die welke in Nederland voor h e t doctoraal examen worden gegeven A a n d e Economische Afdeling van h e t Europa College zijn d e laatste jaren o n – der meer d e volgende hoogleraren verbonden Bombach, Masoin, Rostow, Tinbergen, Wagenfuhr en Fritsch
moest worden a l s
hoopvolle studies
tot e e n volwassen
ãpromotie v a n circa 4 5 afgestudeerc’en aflevert
ãInstituut voor speculatieve e n Ondertussen is h e t uitgegroeid opleiding welke jaarlijks e e n
Het experimentele stadium is nog niet geheel voor-
behoefte leiding Behou-
dingingsrecht
economisch
raonopoloide
van e e n onderneming door d e rechthebbende t e n diens gunste te markeren, zulks komt hierin tot uiting dat de desbetreffende wetten niet toelaten die rechten over te dragen los van de onderne-
ming v a n d e
rechthebbende
Prof M r W L Snijders
te beschouwen omdat d ie gezien (slechts) d e strekking
rechten hebben drijven
posities in verband m e t h e t
3
gebracht, alleen niet onder de naam van candidaats-
examen, en pas na de aanmerkelijk langere studie-
duur van ca zes jaar, die de ,,Notitie gezien de
belangstelling en intellectuele potentie slechts voor
ãeen relatief kleine groep (p 12) zinvol acht de eerste fase van dit proces blijkt te zijn voleind
Het enige bezwaar dat de Tilburgse ãalumnus tegen zijn Hogeschool kan inbrengen is dan ook dat hij ca zes jaar over een candidaatsstudie heeft moeten doen Deze studieduur van ca zes jaar voor een examen waarvoor men elders vier jaar uit- trekt, roept zelfs de Tilburgse afgestudeerde wak- ker In dit ,licht bezien kan ,harmonisatie en synchronisatie der afzonderlijke studieprogram- ma s een nuttige wenk zijn Maar het feit dat deze harmonisatie als voorwaarde voor t welslagen van een aan studenten opgelegd stringent ten- tamen- en examenschema nog met heeft plaats ge- had, doet vrezen dat tijd en plaats er niet rijp voor zijn
¥5Ç- * -Jf
Men verheugde zich nu maar over de kwantita- tieve groei
Afgaande op de ãNotitie kan men de wetenschap- pelijke vorming van het merendeel der afge- studeerden niet geslaagd noemen Dezen nu zijn uitgenodigd van advies te dienen bij de creatie van een nieuwe opzet van de ,academische vor- ming van Tilburgse economen Dit is de start van de tweede fase De kortlopende richtlijnen uit de van wetenschap afkerige praktijk van een aantal bedrijfsleiders liggen onder het handbereik van de inrichters van een nieuwe studieopzet Een der medewerkers aan de ,,Notitie is benoemd in het Curatorium Men zal zich over de mening van een volgende generatie geen illusies behoeven te maken Dat is de betekenis van de in de ,,No- titie vermelde merkwaardigheid Ñ n b gehanteerd als argument contra de oprichting van t ,h e a o – systeem Ñ dat nu reeds ,juist in de groep van de jongeren een sterke voorkeur bestaat voor de ,,zui- vering van de echte academici en de creatie van een nieuw instituut op lager niveau (p
11)
*#*
Er IS slechts een uitweg Een hogeschool die be- vestigd ziet dat ZIJ in een overgrote meerderheid van de gevallen slechts candidaten met de vervalste titel doctorandus aan de maatschappij heeft afgele- verd, zou alle door haar verleende titels dienen in te trekken en opnieuw moeten beginnen Het praktische nut van deze ingreep Ñ want daar gaat het ook mij om Ñ zal zijn dat het bedrijfs- leven nu wŽŽt dat het al geruime tijd met candi- daten werkt en dat dit best gaat Met de waarde- ring voor deze medewerkers ter plaatse kan de term candidaat m het bedrijfsleven burgerrecht ver- krijgen Voor de vervaardiging van een ,ook ,po- litiek binnen het bedrijf verkoopbaar rapport zal de bedrijfsleiding een tchte doctorandus dienen aan te trekken, die overigens bij de benaming van zulk een rapport zich wellicht iets anders zal uitdruk- ken
P L M Zijlstra
*) M J H Cobbenhagen Ecclesia duce scientiae societtatique serviens, in Studiegids Katholieke Ho- geschool 1964-1965, p 9
W a t
Men moet vaststellen dat zij het eens gestel- de en sindsdien herhaaldelijk uitgesproken ideaal heeft verloochend Men zal zich wellicht nog her- inneren hoe de eerste Tilburgse Rector Magnificus Prof. Dr Th Goossens op 17 september 1928 in een openbare vergadering van de Senaat uit- riep , Neen de Handelsdagschool is geen vakschool, geen hoger vakonderwijs wordt hier gegeven, maar een hogere algemene ontwikkeling op econo- misch gebied, die onze studenten gereed zal ma- ken om alle leidende functies in de maatschappij, in het bijzonder in ons zo gecompliceerd bedrijfs- en handelsleven uit te oefenen **)
Nu bestaat er altijd een zekere spanning tussen het gestelde ideaal en de werkelijkheid, maar het ideaalbeeld dat men voor ogen stelt, geeft niet- temin richting aan het beleid Laat men de aan dat ideaal ontleende richtsnoer los, dan komt men terecht bij de samenstellers van de ,,Notitie onder wier harde praktische handen de Katholieke Ho- geschool als instelling voor wetenschappelijk on- derwijs een zachte dood tegemoet gaat In dit op- zicht moet Tilburg het ook niet makkelijk hebben gehad, als men bedenkt hoe ooit ergens in het fabrikantenhart van de provincie Noord-Brabant een aantal goedhartige Brabanders bijeenkwamen om aan een groepje studenten, veelal H B S ers, economie te doceren, uitgerekend economie (op de goedkoopste markt inkopen, op de duurste afzet- ten) en zulks in strikte afzondering, buiten enig universitair verband De hi‘rarchische, ietwat feo- dale trekken die in het Brabantse volkskarakter zijn geconstateerd***) zullen eertijds aan de Hoge- school, die bovendien de bij het toen geheten Hoger Onderwijs geldende traditionele verhoudin- gen van elders had overgenomen, zekei met ont- broken hebben Zo is van een goede, kritische studentenpers geen sprake, terwijl de mensen die zich eenmaal met het verlaten van de Hogeschool bevrijd achten uit de greep der hi‘rarchie, hun eens al te onderdanige lijdzaamheid schijnen te willen wraken in een ongezouten kritiek op de Hoge- school Dit alles overwegende kan het niemand
6
betekent dit
alles nu voor de
Hogeschool’
verwonderen dat de Hogeschool van meet af aan het gevaar heeft gelopen met behoud van de goede sfeer , een gemoedelijke ondergang tegemoet te gaan De betekenis van de ,,Notitie is dat
**) Eerste Jaarboek der RK 1927-1928, p 68
Handels-Hogeschool
***) A Chorus, De Nederlander, uiterlijk en in- nerlijk (Leiden 1964), p 148
Algemeen
Voor het academisch jaar 1966-1967 worden door de Alexander von Humboldt Stichting te Bad Godesberg een aantal stipendia ter beschikking gesteld aan jonge buitenlandse geleerden teneinde hen in de gelegenheid te stellen wetenschappelijk werk te verrichten aan een universiteit of hoge school of wetenschappelijk instituut in de Bonds-
Voor de econometnsten geldt dezelfde regeling n 1 dat opgave voor deelname aan de schriftelijke ten- tamens uiterlijk 7 dagen voor de aanvang van een tentamen moet geschieden door middel van een tentamenkaart
Opgave voor candidaats- en doctoraalexamen dient te geschieden drie weken voor de aanvang van de examenweek
aanmeldingen na deze data worden niet meer in behandeling genomen.
***
In het kader van het COLLEGE ACTUELE IN- TERNATIONALE VRAAGSTUKKEN en in sa- menwerking met de Politieke Studenten Studiever- eniging DE TRIBUNE zal, ter gelegenheid van het JAAR V AN INTERNATIONALE SAMEN- WERKING, in een serie van zes colleges aandacht besteed worden aan het 20 JARIG BESTAAN V AN DE VERENIGDE NATIES.
De colleges worden gegeven elke woensdag van 12Ñ13 uur m zaal C 5
republiek
Duitsland of W e s t Berlijn
***
De Griekse regering stelt in het kader van het Nederlands-Grieks cultureel verdrag een studiebeurs van tien maanden beschikbaar aan een Nederlan der die tenminste het kandidaatsexamen heeft af- gelegd en zijn studie gedurende het academisch jaar 1965/1966 in Griekenland wil voortzetten Nadere inlichtingen bij Bureau Studentenbelangen
***
De , Deutscher
stelt voor het akademisch jaar 1966-1967 een tien tal beurzen beschikbaar voor studie van Neder landse studenten aan een Duitse universiteit of hogeschool of aan een akademie voor beeldende kunsten (Kunsthochschule)
De ,Common wealth Fund” in New York biedt met ingang van het studiejaar 1966/67 drie a vijf beurzen aan, voor Nederlanders die hun op- leiding in de VS willen voortzetten door middel van studie en reizen
Akademischer
Austauschdienst
Mededelingen
Nadere inlichtingen bij Bureau Studentenbelangen
Economie ning
Opgave voor deelname aan de schriftelijke tenta- mens voor het candidaats examen economische we- tenschappen dient te geschieden tot uiterlijk een week voor de aanvang van het af te leggen tenta- men en wel door middel van een tentamenkaart
Deze uiterste data zijn
vrijdag 10 dec 65 voor het vak Burgerlijk- en handelsrecht
vrijdag 14 jan 66 voor het vak Organisatie van de onderneming
vrijdag 25 mrt 66 voor het vak Economische ge- schiedenis
vrijdag 13 mei 66 voor het vak Algemene leer en geschiedenis van de economie
Voor de tweede jaars studenten in 1966
vrijdag 27 mei 66 voor het vak Economische ge- schiedenis
vrijdag 24 juni 66 voor het vak Wijsbegeerte
13 oktober:
20 oktober:
Ontstaan en ontwikkeling van de Verenigde Naties
Prof Dr A H M Albregts Prof Dr F A M Alting von Geusau
Kan de Verenigde Naties de vrede handhaven’
Prof Dr F A M Alting von Geusau
De Verenigde Naties en ontwape-
GASTCOLLEGE
3 november: Economische samenwerking in de Verenigde Naties
Prof Dr A H M Albregts
10 november: De Verenigde Naties en Ontwikke- lingshulp
DIT COLLEGE BEGINT OM 12 UUR PRECIES
Prof Dr L H Janssen sj
17 november: De Verenigde Naties, de Rechten van de Mens en een wereldrechts-
orde
Prof Dr F A M Alting von Geusau
Tilburg, 8 oktober 1965 AtH
¥X- * *
27 oktober:
7
blijf niet ^^^
Gewone prijs f 13.25
VOOR STUDENTEN f 10.Ñ
per kwartaal
*
Het Algemeen Handelsblad is een diepgaand onderzoelc waard.
Als u zich verdiept in deze krant en uw oog laat gaan over alles wat in de afgelopen dag op welk terrein ook is gepasseerd, dan laat het Handelsblad u, en u het Handelsblad niet meer los!
ALGEMEEN HANDELSBLAD

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.