DJ Top 100- Meten is weten, als je weet wat je meet

Tijdens het Amsterdam Dance Event is Hardwell andermaal uitgeroepen tot beste dj ter wereld. Waarom eigenlijk? Recensent Gijsbert Kamer zaagt I am Hardwell af in de Volkskrant: `aanstootgevende gemakzucht’ en ‘slappe liedjes’. Ook Ton Wilthagen ? hoogleraar aan Tilburg Law School en parttime dj ? uit kritiek. Hij wijst echter niet op de beperkingen van Hardwell, maar zet vraagtekens bij de lijst zelf.

Tekst: Ton Wilthagen

In BN De Stem kijkt dance-journalist Mark van Bergen met een kritische blik naar de totstandkoming van de DJ Mag Top 100- de ranking van de ‘beste’ dj’s ter wereld, dit jaar opnieuw aangevoerd door Hardwell. Naast de Bredanaar staan er nog vier andere Nederlanders in de top 10- een oranjegekleurd podium dus. Van Bergen besluit zijn stuk met het aanstippen van andere criteria dan de relatief makkelijk te beïnvloeden populariteitsstemmen die de enige basis vormen voor de DJ Mag Top 100. Laten we hier eens even op doorgaan.

Validiteit en betrouwbaarheid
Op de toiletdeur van het Amsterdamse Sociologisch Instituut stond ooit: ‘Meten is weten, als je weet wat je meet’. En zo is het. Wetenschappelijk zijn er twee cruciale meetcriteria. Ten eerste validiteit, waarop de toiletleus slaat: meet je meetinstrument écht wat het moet meten- dus de kwaliteit van de dj? Of meet het iets ánders, bijvoorbeeld alleen de populariteit? Het tweede criterium betreft de betrouwbaarheid van de meting: wordt er nauwkeurig gemeten? Anders gezegd: je kunt het gewicht van iemand laten schatten door meerdere mensen, maar je kunt die persoon ook op de weegschaal zetten.

De validiteitsvraag is vrij eenvoudig te beantwoorden. Kan er niet gewoon worden vastgesteld welke dj over de beste technische vaardigheden zoals mixen en scratchen beschikt? Dat kan. Sinds 1985 bestaat al het DMC World DJ Championship. De vraag wie deze beoordeling doet, en op grond waarvan, wordt hier opgelost door een vakjury in het leven te roepen en een aantal stijlcategorieën te onderscheiden.

Haken en ogen
Dat deze lijsten de media niet halen, komt omdat het grote publiek de winnende ‘turntablist’ volstrekt niet kent (hiphop dj’s met namen als Fly, Switch en Craze). Deze artiesten zijn onbekend omdat ze meestal geen producer zijn. Nagenoeg alle dj’s in de lijst van DJ Mag timmeren juist wel aan de weg als ‘producer’. Op YouTube-video’s springen ze wild in het rond maar een deel doet dat op hun eigen, voorgefabriceerde mixjes. Of hen dat een voordeel biedt, hangt weer af van de meetlat die we willen hanteren. Het is mogelijk om de dj met moderne middelen te volgen en een oordeel te geven over zijn of haar showmoves. Denk aan de zogenoemde Castrol Index waarmee de bewegingen van alle voetballers op het WK werden gevolgd. Punt is wel dat je op die index scoort als je bewegingen bijdragen aan een voorspoedig verloop van de wedstrijd. Bij de dj zou je zijn bewegingen kunnen relateren aan de reacties van het dansende publiek. Uitvoerbaar- hmmm ja. Haalbaar en acceptabel onder het dj-legioen? Vast niet.

Moeten we dan maar – zoals Mark Bergen onder andere suggereert – kijken naar de verkoopcijfers van de dj’s, naar hun notering op de downloadsite Beatport? Dat kan, maar dan nemen we tegenwoordig alleen de dj’s mee die ook (hits) produceren en ook nog eens in een bepaald populair genre (Electronic Dance Music). Dat lijkt me niet fair. Het tweede onbevredigende punt als we verkoopcijfers allesbepalend laten zijn: ook wanabees als Paris Hilton gaan dan hoog scoren. Er is vast wel iemand te vinden die (in ruil voor wat dan ook) een paar mooie tracks voor haar wil maken. Kunnen we het dan gooien op de aantallen toeschouwers bij een show? Dat is zeker te meten, maar dan meten we sowieso ook populariteit. Die correlatie is onvermijdelijk. Populaire dj’s worden gevraagd voor grote, populaire festivals en zalen.

Wetenschap
Kunnen we niet gewoon bij de wetenschap terecht? De wetenschap maakt één zaak duidelijk. Wetenschappelijke kwaliteit is alleen door vakgenoten te meten, dus door middel van zogenoemde peer review. Dat oordeel moet dan wel dubbelblind worden geveld, anders is de meting onbetrouwbaar. De beoordelaar weet niet wie hij beoordeelt en degene die wordt beoordeeld, weet niet wie hem of haar beoordeelt. Is dat te realiseren in de dance-wereld? Niet eenvoudig, want in een wetenschappelijk artikel kun je de naam van de auteur weglaten (hoewel die vaak opvallend vaak in de literatuurlijst van het stuk voorkomt), maar een dj zal de sound – zeg maar de handtekening ? van een collega-dj makkelijk herkennen. En double-deaf oordelen kan nu eenmaal niet met muziek.

In de wetenschap bestaat ook een ranking voor de status van tijdschriften waarin wetenschappers publiceren. Bladen als Nature en Science behoren tot de top en als je daarin publiceert, scoor je punten. Als we dat in de dance zouden willen kopiëren, moeten we sommige festivals, zalen of labels een speciale (kwaliteits)status toekennen. Doenlijk? Vast niet, want wie gaat die zalen uitbaten en is dat dan rendabel? Natuurlijk: bepaalde venues hebben in de praktijk een hoge status onder dj’s, maar je voorkomt niet makkelijk, zoals hierboven al aangegeven, dat je niet alleen kwaliteit maar ook populariteit meet. Met (kwaliteits)labels is het iets makkelijker, maar die hebben ook weer commerciële belangen. En gevestigde labels bieden niet per definitie meer kwaliteit dan nieuwe labels.

Vakjury
Is er dan nog hoop voor een meer valide en betrouwbare DJ Top 100? Zeker: de vakjury. Ook de beste sporter, politicus, enzovoort wordt vaak op die manier gekozen. Zo’n vakjury vaststellen in de dance wordt nog een heel gedoe, gezien de verschillende belangen. Maar het is de enige manier om meer recht te doen aan het vakmanschap van de dj. Laten we een jaar uittrekken voor het op verantwoorde wijze formeren van een (internationale) jury en de te hanteren criteria: vakmanschap, betekenis en relevantie voor de scene, innovatievermogen, impact. In 2015 volgt dan de eerste lijst op ADE, naast de volgende editie van de DJ Mag Top 100. Alleen al de vergelijking van beide lijsten klinkt als muziek in de oren.

Benieuwd naar de dj-kwaliteiten van Tilburgse hoogleraren? Kom dan op woensdag 12 november naar Studio op de Korte Heuvel in Tilburg voor de Nacht der Professoren. Hoogleraren draaien voor studenten en voor een goed doel. Georganiseerd door fractie SAM, samen met Ton Wilthagen. Ook rector Philip Eijlander doet mee!

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.