Verbijsterend en omvangrijk: de zaak Stapel

Vier serieuze gezichten aan de tafel. Van links  naar rechts Marc Groenhuijsen, hoogleraar bij FRW, de Nederlandse psycholinguïst Pim Levelt, rector magnificus Philip Eijlander en daarnaast Jacques Hagenaars, emeritus hoogleraar bij FSW.

De vier hadden dan ook weinig reden tot lachen. Oud FSW-decaan Diederik Stapel bleek – onder de neus van de universiteiten van Amsterdam, Groningen en Tilburg – op omvangrijke schaal gefraudeerd te hebben met onderzoeksdata.

Zeker 30 artikelen in diverse tijdschriften op het terrein van de sociale psychologie bevatten gefingeerde data. Tientallen andere publicaties worden nog onderzocht. De fraude vond al minstens vanaf 2004 plaats, toen Stapel nog hoogleraar was in Groningen.

Een aantal jonge wetenschappers is hierdoor getroffen. Bij slechts 7 van de 21 promoties die Stapel in Groningen en Tilburg heeft begeleid is geen sprake van valse data. Bij de andere 14 proefschriften bestaat zekerheid of serieuze verdenking van fraude.

Verbijsterend, omvangrijk, een enorme schade aangericht. Commissievoorzitter Pim Levelt liet geen spaan heel van Diederik Stapel.

Ook de Universiteit van Tilburg kreeg een veeg uit de pan. Levelt schrijft: “Eén factor heeft wellicht bijgedragen aan vertraagde onderkenning van vermoedens van fraude. Gedurende het laatste jaar hebben een zestal jonge onderzoekers twijfels geuit over de wetenschappelijke integriteit van de heer Stapel. Aan wie uit je die twijfels? Volgens de regels van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) aan een door de universiteit aangestelde vertrouwenspersoon. In afwijking van wat het LOWI voorschrijft (“De functie van vertrouwenspersoon is onverenigbaar met die van lid van het (College van) Bestuur, faculteitsdecaan, directeur van een onderzoekschool of onderwijs- of onderzoekinstituut”), is in Tilburg de Rector Magnificus de aangewezen vertrouwenspersoon. Dat is, zeker voor een student of jonge AiO, hoog op en ver weg. De Rector Magnificus is een van de machtigste mensen binnen de universiteit. Daar ga je niet heen, zo is de voor de hand liggende gedachte, als je je vermoedens niet keihard kunt maken. Daar kwam bij dat de heer Stapel vanaf zijn aanstelling en als decaan zich kon verheugen in aanzienlijke steun door het College van Bestuur.”

Een ander kritiekpunt van Levelt op Tilburg betreft het bewaren van data. “Internationaal is de gangbare norm dat onderzoeksdata voor minstens vijf jaar gearchiveerd wordt en op aanvraag ter beschikking gesteld kan worden aan andere wetenschappers. Stapel stelde primaire data zoals vragenlijsten niet eens ter beschikking aan zijn eigen co-auteurs. Data-archivering stond niet in zijn woordenlijst. Hij werd daar ook niet bestuurlijk op aangesproken.  Die archiveringsregel dient ten spoedigste te worden geïmplementeerd in Tilburg, maar ik vrees ook op andere plaatsen in Nederland.”

Rector magnificus Philip Eijlander reageert in een interview met Univers op de kritiek van Levelt: “De regeling vertrouwenspersoon geldt al vanaf 2003 bij ons. Mijn voorganger vond, en daar zit wel wat in, dat je de wetenschappelijke integriteit moet toevertrouwen aan de rector. Die is daarvoor. Ik vind zelf ook dat ik heb  laten zien dat dat aan mij toevertrouwd kan worden. Ik heb een signaal gekregen dat er met het werk van Stapel iets mis was en gehandeld.  Wel bleek dat niet iedereen in onze instelling wist dat hij/zij bij vermoedens van fraude naar de rector kon stappen. Ook was de stap van promotieonderzoeker erg groot. Als je in een keer de sprong moet maken van aio naar rector, moet je wel heel sterk in je schoenen staan. Je moet eigenlijk een mechanisme hebben waarbij je veel lichtere signalen kunt ondervangen.  Wij zullen onze regeling vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit op de kortst mogelijke termijn geheel volgens de richtlijn van het “LOWI” vormgeven en glashelder communiceren waar studenten en medewerkers terecht kunnen met klachten of signalen op dit vlak binnen onze universiteit. ”

Ook reageert Eijlander in het interview op het feit dat data van psychologisch onderzoek in Tilburg geen 5 jaar bewaard is gebleven. “Die regel is duidelijk. Maar vervolgens moet wel iemand zien dat dat niet gebeurt en de ander erop aanspreken. Dat moet in de directe omgeving van de onderzoeker gebeuren, als rector zit ik daar niet dicht genoeg bovenop. Dat ga ik nu wel doen. Overigens vraag ik me af of bij de andere Nederlandse universiteiten de data wel zo lang bewaart blijft.”

In de persconferentie gaf de rector magnificus al aan dat iedereen kritischer had moeten zijn. “Stapel heeft te veel ruimte gekregen om zijn gang te gaan. Dat moeten we ons aanrekenen. En als ik spreek over ons dan doel ik op de Academische gemeenschap, deze universiteit, het departement Sociale psychologie. We hadden oplettender en kritischer moeten zijn. Het wezen en de kracht van de wetenschap, dat er sprake is van collegiale toetsing en kritiek, is hier in het geheel niet uit de verf gekomen.”

“Dit is wat mij betreft een kostbare les waar we van moeten leren. Vertrouwen dient weliswaar het fundament te blijven voor samenwerking en kwaliteitsbewaking in de wetenschap, maar dat dient ondersteund te worden met een organisatie en een klimaat waarin misstanden worden voorkomen of tenminste eerder worden gesignaleerd. Wij zullen de organisatie van ons wetenschapsbedrijf tegen het licht houden en waar mogelijk verbeteren.”

Opvallend is dat er volgens de commissie Levelt al eerder argwaan was over de werkwijze van Stapel. Levelt: “Er waren weleens statistische merkwaardigheden in de tabellen. Er zijn in 2010 en 2011 drie meldingen verricht aan leden van de wetenschappelijke staf binnen de psychologie.  De eerste twee hebben in eerste of tweede instantie niet geleid tot follow-up. Het is bekeken door een staflid, maar er was niet genoeg bewijs om het vermoeden te melden  bij de rector. Achteraf zeg je, had dat toch maar gedaan. De haast onaantastbare positie van Stapel heeft wellicht een rol gespeeld. Ook bij collega-hoogleraren zijn gedurende het laatste jaar tweemaal verdenkingen gerezen ten aanzien van door de heer Stapel aangereikte data. Aan die verdenkingen is geen follow-up gegeven. De Commissie concludeert dat de jonge klokkenluiders meer moed, alertheid en speurzin hebben getoond dan zittende hoogleraren. Maar er is nooit iemand geweest die zulke dwingende aanwijzingen van academisch wangedrag had dat hij of zij daar officieel werk van had moeten maken.”

Het gehele rapport lees je hier.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.