De werkwijze van Diederik Stapel

Zeven jaar kon Diederik Stapel zijn gang gaan. Hij publiceerde in de beste peer reviewed journals op zijn vakgebied, schreef boeken, artikelen en proceedings. “De frauduleuze datafabricage heeft zich gedurende vele jaren afgespeeld. In ieder geval al tijdens Stapels Groningse periode en ten minste teruggaand tot 2004,” aldus de commissie Levelt.

Hoe kwam het dat niemand argwaan kreeg? Levelt legt in detail uit hoe geraffineerd  Stapel te werk ging.  “Er waren verschillende varianten in werkwijze. Maar de belangrijkste is deze: samen met een jonge onderzoeker (een masterstudent, een promovendus of postdoc) werd een theorie bedacht waaruit één of meer toetsbare hypothesen werden afgeleid. Vervolgens werden in groot detail experimenten bedacht en voorbereid waarmee die hypothesen konden worden getoetst. De onderzoekspartner prepareerde alle benodigdheden voor de experimenten, zoals vragenlijsten, plaatjes, belonend snoepgoed. In veel gevallen moest de medewerker ook een tabel inleveren met de op grond van de hypothesen verwachte empirische uitkomsten. Deze voorbereidingsfase was intensief en kon veel tijd vergen. Dan volgde de uitwerking. Het onderzoek zou worden uitgevoerd op onderwijsinstellingen, scholen in den lande, waarmee de heer Stapel naar eigen zeggen uitstekende contacten onderhield.”

“De onderzoekspartner leverde alle materialen voor het experiment af bij Stapel. In veel gevallen werden de spullen achter in zijn auto gezet. De heer Stapel ging daar dan, zogenaamd, naar de betreffende school. Daar werd het experiment zogenaamd uitgevoerd, in veel gevallen door ‘betaalde research assistenten’ van de heer Stapel. Die voerden ook, zogenaamd, de data in de computer. Na enige tijd ontving de junior onderzoeker de dataset van de heer Stapel, deed daarop de gebruikelijke analyses en schreef een eerste versie van het verslag of artikel.”

Ook maakte Stapel – als iemand al argwaan kreeg – misbruik van zijn positie als hoogleraar en decaan. Levelt: “Stapel verkeerde in een machtige positie. Hij was de wetenschappelijke coryfee van het Departement, zo niet van de faculteit. Hij werd departementsvoorzitter en vervolgens decaan. Zijn gezag was onaantastbaar. Dat oogstte bewondering, maar ook angst. Wanneer een onderzoekspartner het waagde door te vragen naar de vragenlijsten, naar bijzonderheden van de onderzochte school of anderszins, dan wees Stapel op het vertrouwen dat hem toekwam in die intensieve samenwerking. Hij liet, als dat zo uitkwam, merken dat er twijfel kon rijzen over de voortzetting van die samenwerking of over de partner’s geschiktheid voor een eventueel aioschap. Machtsmisbruik was hem niet vreemd.  Dit wangedrag is voor zover wij weten zonder precedent voor een hoogleraar van zijn status.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.