Recensie: Zelda – Skyward Sword

Ik heb Skyward Sword bij een vriend gespeeld. Waarom? Een jaar of twee geleden verkocht ik mijn Wii. Het ding stond stof te vergaren onder het tv-kastje; de motion controller, plastic accessoires en drie games ongeordend ernaast.

Nee, er is weinig te beleven op de laatste console van Nintendo, die nochtans gelauwerd werd omdat hij videogames voor een groter publiek toegankelijk maakte. Dat was ook precies waarom ik hem weg wilde hebben. In een hoekje keek zijn blauwe mondje me aan. ‘Gamen’, zo leek de console me te willen zeggen, ‘is kinderspel.’ Maar naast de prima games van een zekere besnorde loodgieter en een spel waarin diezelfde loodgieter zijn maten in elkaar kon trimmen, was het slecht gesteld met de Wii.

Oké, er was nog die vorige Zelda. Eigenlijk een veredeld Gamecube-spel,Twilight Princess, dat met motion controls op de Wii werd geport. Aardige Zelda, maar lang niet de beste uit de serie. Of werd ik gewoon oud, en was Nintendo echt niet meer dan kinderspel? Kortom: de aankondiging vanSkyward Sword kon bij mij niet op meer rekenen dan ‘gematigd enthousiasme’. Een gevoel dat behoorlijk wat gamers zullen hebben gehad — want Zelda mag dan sinds jaar en dag een paradepaardje zijn van Nintendo, de serie is al net zo lang een herhaaloefening.

Zwiepen

Dat geldt deels nog steeds voor deze editie. Fairy boy Link doorkruist nog steeds stad en land om zijn Zelda uit de klauwen van het kwaad te redden. Hij heeft nog steeds een irritante sidekick die open deuren niet alleen intrapt, maar platbulldozert. Kerkers zitten nog steeds vol met gesloten deuren waarvan de sleutel zich – zeer gebruiksvriendelijk – in een nabijgelegen schatkist bevindt. En die schatkist maakt nog steeds hetzelfde geluid als-ie wordt opengetrokken.

Toch zijn er wat finesses van de franchise bijgesteld, en dat is heel goed nieuws. Allereerst natuurlijk het gebruik van Motion Plus. Zwaardvechten, vliegen, zwemmen: voor zo ongeveer alles moet je met je controller aan de zwier. Het werkt niet altijd even intuïtief, maar de zwaardgevechten – waarbij de richting van je slag correspondeert met die van Link – waren nog nooit zo geraffineerd. Gefrustreerd slingeren met de controller (mijn eigen tactiek, dus) gaat je niet ver brengen. Ik ben nog nooit zo vaak in een Zelda-game als een groene Solid Snake langs mijn vijanden geslopen.

Als een huis

De graphics van Skyward Sword vallen halverwege tussen voorgangersTwilight Princess (donker, volwassen) en Wind Waker (cel-shaded, schattig) precies op hun plek. Wie wil zeuren, kan natuurlijk roepen hoe gedateerd deze game (of elke andere game op de Wii, natuurlijk) eruit ziet, en een vergelijking met-als maken over de big budget-games op de Xbox 360 en PlayStation 3. Maar mooie graphics staan niet gelijk aan hoge polygoonaantallen. Waar het om draait is de sfeer – en die is er in overvloed. Dat komt niet in de laatste plaats door de soundtrack, die een absolute ereplaats in het pantheon der videogamemuziek verdient. Je zou, kortom, kunnen zeggen dat de game staat als een huis. En niet alleen vanwege het feit dat hij zo solide is: het is een huis waar je in zou willen wonen. Het is een plek waar je heimwee naar krijgt als je de uit-knop in hebt gedrukt.

Skyward Sword is een zwanenzang voor de Wii – de console die op haar laatste benen loopt. Haar opvolger is al bekend gemaakt, haar grafische kaart tot de laatste druppel uitgeput. Dit is waarschijnlijk de laatste reden om het ding nog op te starten. Maar manman, wát een reden. Ik heb nog nooit spijt gehad van het feit dat mijn eigen Wii in een andere huiskamer staat – tot nu.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.