Kinderen krijgen is in veel landen nog een plicht

Kiezen voor een kinderloos bestaan, dat was in de jaren zestig nog behoorlijk rock ’n roll. Inmiddels zal niemand in Nederland meer zeuren wanneer een getrouwd stel zonder kinderwagen over straat gaat. Maar de acceptatie van vrijwillige kinderloosheid in Nederland is niet representatief voor heel Europa.

In de jaren zestig werd de keuze van een koppel voor een kinderloos bestaan door slechts twintig procent van de Nederlanders geaccepteerd. Halverwege de jaren negentig vindt negentig procent het heel normaal om geen kinderen te nemen. Grote veranderingen, grote gevolgen. De vergrijzing is in Nederland inmiddels een probleem, pensioen- en zorgstelsels staan onder druk.

PhD Suzanne Noordhuizen onderzocht de verschillen in de publieke opinie over vrijwillige kinderloosheid binnen Europa. Ook betrok ze de culturele context en demografisch gedrag in haar onderzoek. Vaak wordt aangenomen dat de daling van geboortecijfers direct voortvloeit uit economische vooruitgang. Geïndustrialiseerde landen hebben immers meestal een verzorgingsstaat, waardoor ouders op latere leeftijd financieel minder afhankelijk zijn van hun kinderen.

Maar andere factoren spelen eveneens een rol. Bijvoorbeeld de individualisering in Westerse landen, die ervoor zorgt dat mensen zelfstandiger worden in hun beslissingen. Secularisering en materialisme dragen eveneens bij aan een verminderde kinderwens. En dan zijn er nog zaken als familiebanden, afkomst, sociale normen en waarden.

Voor haar onderzoek maakte Noordhuizen gebruik van de resultaten van de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS), de Culturele Veranderingen data van het Sociaal en Cultureel Planbureau en de European Value Studies (EVS). Ze keek naar de fertiliteitnormen binnen Nederland én binnen Europa.

Binnen Europa blijkt dat de Nederlandse acceptatie van vrijwillige kinderloosheid helemaal niet normatief is. Mensen woonachtig in Oost- en Zuid-Europese landen beschouwen het krijgen van kinderen veel meer als een plicht dan mensen uit Noord- en West-Europese landen. Zo vindt 71 procent van de Bulgaren dat je het verplicht bent aan de samenleving om kinderen te nemen. Andere interessante feiten: landen met een communistisch verleden hebben sterkere fertiliteitnormen dan landen zonder communistisch verleden. Hetzelfde geldt voor landen met een laag welvaartsniveau en landen waar de sekse-ongelijkheid nog groot is.

Op individueel niveau, binnen Nederland, bestaan er ook verschillen. Als het gaat om de keus om wel of niet kinderen te nemen, blijkt het dat beide partners hierover ongeveer evenveel hebben te zeggen. Maar over het algemeen blijkt dat mannen, laagopgeleiden en mensen met een religieuze achtergrond vaak niet te spreken zijn over vrijwillige kinderloosheid. Dit heeft te maken met de status die ouderschap met zich meebrengt. Daarnaast speelt de grootte van het ouderlijk gezin een grote rol. Hoe groter het gezin van herkomst, hoe groter de kans om een kind te krijgen.

Suzanne Noordhuizen promoveert op vrijdag 23 maart om 14.00 uur in de aula van de UvT De titel van haar proefschrift luidt: Fertility norms in a dynamic and cross-national perspective.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.