Faculteit verandert beleid na zaak Stapel

Ieder psychologisch promotieonderzoek aan de Universiteit van Tilburg wordt voortaan door tenminste twee supervisoren begeleid. Tevens moet data waarop een empirisch-psychologisch proefschrift gebaseerd is, door de promovendus zelf verzameld en geanalyseerd zijn.

Ook moet vermeld worden hoe en waar de data verzameld is. Daarnaast moet onderzoek vaker gerepliceerd worden en moet data tenminste tot vijf jaar na publicatie gearchiveerd te blijven en op aanvraag ter beschikking gesteld worden.

Die maatregelen neemt de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (Faculteit Sociale Wetenschappen) naar aanleiding van de zaak Stapel. De faculteit neemt hiermee alle aanbevelingen van de commissie Levelt over, zo werd vandaag bij de faculteitsvergadering bekend.

Een verrassing was dit overigens niet. Decaan Klaas Sijtsma gaf al eerder aan dat de universiteit geen andere keuze had dan alle aanbevelingen over te nemen. “De fraude van Stapel is hier opgemerkt. Dat betekent dat heel Nederland naar ons kijkt. Als we de aanbevelingen niet overnemen, wordt dat direct negatief opgepakt in de pers,” zei Sijtsma eind 2011.

Overigens maakt de faculteit wel een kanttekening rondom Levelts  aanbeveling om de promovendus alle data zelf te laten verzamelen.  “De Commissie Levelt lijkt te veronderstellen dat elk promotie-onderzoek de vorm heeft van een tamelijk geïsoleerd project waarvoor apart gegevens worden verzameld. Deze gegevensverzameling is voldoende kleinschalig voor de promovendus om binnen de beschikbare tijd uit te kunnen voeren, terwijl de toegankelijkheid van de gegevensbronnen eveneens is gegarandeerd. Dit model is in een aantal onderzoeksgebieden inderdaad realistisch, bijvoorbeeld in experimenteelpsychologisch onderzoek waarin een serie kleine experimenten plaatsvindt met steekproeven die gemakkelijk toegankelijk en beschikbaar zijn. In andere onderzoeksgebieden, vooral waarin het survey de voorkeur geniet, lopen we tegen praktische problemen aan, die we vervolgens toelichten. Veel survey- en patiëntgebonden onderzoek is grootschaling en er wordt door grote teams
van senior- en junioronderzoekers—promovendi—aan gewerkt. In tegenstelling tot veel van het experimentele onderzoek, is het verzamelen van gegevens hier dermate complex en duur, dat het niet realistisch is van een promovendus te verwachten dat deze de gegevensverzameling volledig zelfstandig doet.”

_Advertentie.