Erasmusprogramma groeit met 8,5 procent

Erasmus, het uitwisselingsprogramma van de Europese Unie, groeit als kool. In 2010-2011 steeg het aantal geplaastste studenten met 8,5 procent ten opzichte van het vorige academische jaar. Dit jaar hebben 231.000 Europese studenten gebruik gemaakt van een Erasmusbeurs.

Studenten kunnen via het Erasmusprogramma op uitwisseling gaan naar onderwijsinstellingen in het buitenland. In Nederland groeide het aantal studenten dat met behulp van een Erasmusbeurs op uitwisseling ging met elf procent. Nederland heeft een goede balans tussen inkomende en uitgaande uitwisselingen: alleen Slovenië en Oostenrijk hebben een betere balans.

De student krijgt van het programma een maandelijkse beurs. Deze moet studenten die in het buitenland studeren compenseren voor de extra kosten. De vraag naar beurzen is groter dan het aanbod: ondanks het budget van 460 miljoen euro kan het programma niet aan alle aanvragen voldoen.

De populairste bestemmingen waren afgelopen jaar Frankrijk, Spanje en Duitsland. Via het programma kunnen studenten drie tot twaalf maanden in het buitenland studeren. Dit aandeel groeide met 7,2 procent. Ook plaatst het programma studenten bij bedrijven. Deze vorm van uitwisseling is met vijftien procent gegroeid. Deze twee groeipercentages komen samen gemiddeld uit op een stijging van 8,5 procent.

Het uitwisselingsprogramma heeft als doel om studenten vitale vaardigheden bij te brengen door ze  te stimuleren om in het buitenland te studeren. Het programma zegt dat op deze manier studenten hun kans op een baan vergroten. 

Meer informatie hier.

_Advertentie.