Eindelijk weten we wat valoriseren is, of toch niet?

Hoe maak je kennis waardevol? De Nederlandse universiteiten komen nu met een eerste aanzet voor valorisatie. “Het raamwerk moet het karakter hebben van een keuzemenu,” schrijven zij. Oftewel: universiteiten moeten zelf weten hoe ze kennis naar de kassa brengen.

Valorisatie is al jarenlang een toverwoord in de wetenschap. Onderwijs en onderzoek zijn niet langer de enige twee poten waarop de Nederlandse universiteiten moeten lopen. Kennis moet ook waardevol worden gemaakt, maatschappelijk en economisch. Dat proces wordt valorisatie genoemd en het zou de universiteiten in één klap uit de ivoren torentjes plaatsen, middenin de wereld.

Maar hoe dat nu precies in zijn werk gaat, valoriseren, daarover bestaat nog veel onduidelijkheid.  Het toverwoord gaat gepaard met een hoop abracadabra. In 2012 spraken de Nederlandse universiteiten met Staatssecretaris Halbe Zijlstra af het begrip ‘valorisatie’ beter meetbaar te maken. Een eerste aanzet ligt nu klaar: het rapport Een raamwerk Valorisatie-indicatoren van de VSNU (Vereniging van Universiteiten).

Geen vaste definities

Wie verwacht dat de term ‘valorisatie’ nu wordt dichtgespijkerd komt bedrogen uit. “Expliciete ambitie bij de ontwikkeling van dit raamwerk is om een kader te bieden voor het gehele spectrum van valorisatie,” schrijven de universiteiten. “Het raamwerk mag geen ‘one-size-fits-all’ worden waarbij alle universiteiten langs een beperkte meetlat van slechts enkele voor de hand liggende indicatoren gelegd worden.” Het begrip wordt doelbewust breed gehouden en omvat volgens het rapport zowel “harde” vormen (economisch geleid) en “zachte” vormen (meer maatschappelijk geleid).

Het resultaat: een keuzemodel dat bestaat uit een keur aan indicatoren en bovendien nog niet helemaal is ingevuld met het oog op toekomstige verbreding van het begrip. Universiteiten zijn vrij om uit dit model een pakket samen te stellen dat tegemoet komt aan hun eigen profiel. Zo kan de ene universiteit zich bijvoorbeeld richten op de indicatoren “patenten” en “uitvindingen”, terwijl een andere zich richt op “samenwerking” en “publicaties.” Hoe dat valorisatieproces er vervolgens uitziet, daarover wil de VSNU niets zeggen: “Operationalisering van die indicatoren wordt vrij gelaten. Geen vastgestelde definities dus.”

Ook: geen rankings, geen kosten

Het rapport moet de meetbaarheid van valorisatie bevorderen maar mag geen concurrentie in de hand werken. “Doel van deze exercitie is niet om te komen tot een ranking,” staat er. “De verschillen tussen universiteiten zijn daarvoor te groot.” Daarom is gekozen voor een breed opgezet raamwerk.

Daarnaast mag het de universiteiten niet op kosten jagen: “Deze actie mag niet leiden tot een substantiële stijging van administratieve lasten van universiteiten.”

Bedoeling is dat de Nederlandse universiteiten de komende twee jaar de indicatoren gaan uitproberen. Begin 2016 wordt dit proces samen met het Ministerie van OCW geëvalueerd, waarna iedere universiteit zijn eigen set indicatoren krijgt.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.