1,25 miljoen euro voor vijf Tilburgse onderzoekers
Er zijn weer Veni-beurzen toegewezen aan jonge, talentvolle onderzoekers. Dit jaar zijn het er 152, goed voor in totaal 38 miljoen euro. Vijf Tilburgse onderzoekers wandelen verder over de campus met de beurs onder de arm.
Jaarlijks keert de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) beurzen (of: subsidies) uit aan onderzoekers die maximaal drie jaar geleden zijn gepromoveerd. Van de 1086 aanvragen zijn er 152 gehonoreerd. Dat is een toekenningspercentage van 14%. Doel van de beurs is het stimuleren van ‘nieuwsgierigheid gedreven en vernieuwend onderzoek’, aldus het NWO. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: “Met deze beurs kunnen jonge, veelbelovende onderzoekers een vliegende start maken met hun wetenschappelijke carrière. Het is van groot belang dat zij zich de komende jaren volledig kunnen richten op hun onderzoek.” De beurs wordt beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij is persoonsgebonden en is voor iedere veelbelovende onderzoeker van dezelfde omvang: 250.000 euro voor het uit te voeren onderzoek.
De vijf Tilburgse onderzoekers (in alfabetische volgorde) zijn: Sebastian Ebert (Tilburg School of Economics and Management), Linda van der Kamp (Tilburg School of Humanities), Eleni Kosta (Tilburg Law School), Daniel Oberski (Tilburg School of Social and Behavioral Sciences), Jannemieke Ouwerkerk (Tilburg Law School). Sinds de toekenning mogen zij zich naast onderzoeker aan Tilburg University, nu ook Veni-onderzoeker noemen. Naast de vijf van Tilburg, kregen ook zes KNAW-onderzoekers de beurs toegewezen.
Het onderzoek dat met de beurs gefinancierd wordt is divers. Onderzoekers zijn vrij een onderwerp aan te dragen. Zo gaat Ebert onderzoek doen naar tijdsinconsistentie op het investerings-, spaar en handelsgedrag van individuen. Van der Kamp zal zich bezig houden met de vraag hoe stadsvernieuwing beïnvloed wordt door de interactie tussen verschillende groepen mensen. Kosta zal, op haar beurt, onderzoeken hoe de wetgever persoonsgegevens van individuen kan beschermen nu blijkt dat overheden zich massaal toegang verschaffen tot data van bedrijven als Facebook en Google. Oberski zoekt het in een geheel andere hoek: zijn onderzoek richt zich op de ontwikkeling van statistische methodes om registerfouten bij big data uit overheidsadministraties in te schatten en te corrigeren. Ouwerkerk, tot slot, zal zich buigen over de vraag op welke gronden de Europese Unie ertoe over kan gaan lidstaten voor te schrijven om bepaalde gedragingen in nationale wetgeving strafbaar te stellen.
Advertentie.
