Reacties Tranzo op zorgenquête

Drie Brabantse kranten organiseerden een enquête over de veranderingen in de zorg. De ruim 19.000 respondenten schetsen een beeld van wanhoop en frustratie. De zorg verliest aan kwaliteit en wordt tegelijkertijd duurder. Zorgverleneners hebben steeds minder tijd om cliënten te helpen. Volgens Brabants Dagblad is de enquête ‘een oorverdovende afwijzing van de decentralisatie in de zorg’. Zorgexperts verbonden aan Tilburg University reageren op de uitkomsten.

De veranderingen hebben betrekking op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die ervoor moet zorgen dat ouderen langer thuis blijven wonen. De nieuwe Participatiewet moet meer mensen begeleiden naar regulier werk. Ook de jeugdzorg ging per 1 januari op de schop. De uitkomsten van de enquête stemmen niet vrolijk. Medewerkers van Tranzo ? het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg University – reageren in BD op de enquête.

Roland Friele (bijzonder hoogleraar sociaal-wetenschappelijke aspecten van wet- en regelgeving in de gezondheidszorg)
‘Allereerst is het goed je te realiseren dat de respondenten een selectieve groep vormen. Het zijn vooral de mensen die zich ongerust lijken te maken. Dat neemt niet weg dat de onrust reëel is. Het gaat vaak om kwetsbare mensen die niet veel mogelijkheden (meer) hebben om zelf dingen anders te organiseren. Onzekerheid over hoe de toekomst er qua zorg voor hen uit gaat zien is op zich dan al een enorme stressfactor. Het is echt nuttig om dit soort onderzoek over een tijdje te herhalen. Het meest opvallend zijn de verschillen tussen gemeenten. De gemeente heeft zelf de primaire verantwoordelijkheid voor het toezicht op de uitvoering van de Wmo. Het is de taak van de gemeenteraad om er actief op toe te zien hoe dit in de praktijk uitpakt. Vergelijkende informatie over verschillen tussen gemeentes is dan heel nuttig.’

René Schalk (bijzonder hoogleraar ouderenbeleid) en Tine van Regenmortel (hoogleraar empowerment Katholieke Universiteit Leuven, tevens verbonden aan Tranzo)
‘De resultaten zijn zorgwekkend. Gemeenten zouden wat met de uitkomst moeten doen. (…) Sociaal werk kan ingezet worden om informele netwerken te versterken waarin mensen zich echt om elkaar willen bekommeren. Ook de mantelzorgondersteuning kan op deze manier worden gefaciliteerd. En dat is heel belangrijk, want mantelzorgers hebben die ondersteuning vaak keihard nodig.’

‘Een respondent wijst op het belang van minder regels en bureaucratie. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Kwaliteit moet uiteraard gewaarborgd zijn, maar we moeten meer van een controlebureaucratie naar een faciliterende bureaucratie, waarin de professional door de regels de mogelijkheden krijgt om kwaliteitszorg te kunnen blijven bieden. We hopen dat de gemeenten meer ruimte bieden aan professionals en burgers om hun eigen keuzes te kunnen maken. Overheid en managers zouden niet defensief moeten reageren op deze getuigenissen, maar vooral verder luisteren en samen met hen kijken hoe het zorgaanbod meer mens- en vraaggericht kan zijn, meer empowerend dus.’

Katrien Luijkx (bijzonder hoogleraar ouderenzorg)
‘Uit de tekst blijkt dat vooral onzekerheid over wat er in de toekomst wel of niet mogelijk is en wat er van mensen verwacht wordt, negatief ervaren wordt. Die onzekerheid zou weggenomen moeten worden. Daarnaast zijn mensen via verschillende kanalen uitgenodigd om te reageren. Het is dus geen representatieve steekproef! Het lijkt logisch dat vooral mensen die een klacht hebben, zich druk maken, zich laten horen. De negatieve voorbeelden worden in het stuk heel uitgebreid toegelicht, terwijl er nauwelijks oog is voor positieve geluiden en nieuwe initiatieven.’

Hans van Oers (bijzonder hoogleraar openbare gezondheidszorg)
‘De infographics zijn informatief, maar het blijft in alle gevallen lastig te achterhalen waarop de percentages zijn gebaseerd. (een voorbeeld: als 78% aangeeft dat men zich zorgen maakt over de rol van de mantelzorger, zijn dan alleen de mantelzorgers geselecteerd uit de steekproef van 19.000? En hoeveel mantelzorgers zaten er dan in de steekproef? Of is die 78% gebaseerd op alle 19.000 respondenten? Dat is telkens niet duidelijk, ook niet als het over cliënten, werknemers, betrokkenen etc gaat.’

Johan Polder (hoogleraar gezondheidseconomie)
‘Vraag is in hoeverre er sprake is van een representatieve steekproef. Belangrijk is ook dat respondenten vooral redeneren vanuit verworven rechten, en dan is minder zorg altijd een bron van frustratie. Het is ook goed een en ander in een breder kader te zien. In andere landen wordt bijvoorbeeld veel meer mantelzorg verleend, bijvoorbeeld in Duitsland. En, de verzorgingsstaat was echt onhoudbaar qua kosten en financiering. Het is terecht dat mensen zich zorgen maken. Maar niemand heeft iets aan paniek. Goed onderzoek is vereist om de echte effecten van de decentralisaties te meten.’

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.