Deugt de economie?

Econoom-theoloog Johan Graafland (TiSEM) ontvangt samen met VU-filosoof Govert Buijs een bedrag van € 2,2 miljoen om onderzoek te doen naar indicatoren voor een goede economie. Samen met een team van filosofen, economen en theologen willen zij erachter komen welk verschil het maakt in de samenleving en op de vrije markt als marktspelers zoals staten, bedrijven en particulieren deugdzaam handelen.

Wie het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk heeft gelezen weet al langer dat de economie niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Banken die uit waren op maximale winst namen enorme risico’s waardoor de economie ontplofte en we in een crisis terecht kwamen. “In het systeem van vrijemarktwerking hebben de banken een cruciale functie. Als zij niet deugdzaam handelen is de kans op een crisis groter”, aldus Graafland. ‘’Maar de crisis heeft er ook voor gezorgd dat het besef groter is geworden van wat een vrije markt teweeg kan brengen. Helaas gaan dit soort cultuurveranderingen vaak erg langzaam.”

Wie het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk heeft gelezen weet al langer dat de economie niet allemaal rozengeur en maneschijn is

Het onderzoek naar het moreel handelen in de economie gebeurt op multidisciplinair niveau, zo laat Graafland weten. “Met een groep van in totaal vijftig economen, theologen en filosofen komen we één keer per jaar samen om te discussiëren over de normen en waarden in de economie. Daar is het idee voor dit onderzoek ontstaan. Tijdens het onderzoek kijken we vanuit verschillende disciplines hoe de marktwerking het welzijn van de mensen bevordert en welke rol deugden daarin spelen. Niet alleen het Bruto Binnenlands Product speelt daarin een rol, maar ook andere indicatoren. Dan moet je denken aan zaken waar je gelukkig van wordt: gezondheid, onderwijs of een schoon milieu.”

Het onderzoek is gebaseerd op eerder verschenen literatuur, die door de onderzoekers wordt geanalyseerd. Het team onder leiding van Buijs en Graafland maakt daar een totaalbeeld van. ‘’Iedere onderzoeker doet dat in zijn eigen expertise. Het bedrag van € 2,2 miljoen is vooral bedoeld om de onderzoekers te betalen voor de tijd die ze daarin steken. Daarnaast wordt er van dat budget ook een website gemaakt. Uiteindelijk wordt het verwerkt in een wetenschappelijk boek voor middelbaar- en hoger onderwijs.”

_Advertentie.