Science buddy voor hoogopgeleide vluchteling
Hoogopgeleide vluchtelingen kunnen in Nederland een wetenschappelijke buddy krijgen. Wetenschappers en academici die hun land zijn ontvlucht, hebben moeite om toegang te krijgen tot Nederlandse universiteiten en netwerken van wetenschappers. De Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Nederlandse Wetenschappen (KNAW) wil hier verandering in brengen door deze vluchtelingen te koppelen aan science buddy’s.
Het initiatief is afkomstig van TiU-hoogleraar Rianne Letschert. Zij is ook voorzitter van de Jonge Akademie. Letschert werd benaderd door het COA die hulp zocht voor een inmiddels 37-jarige gevluchte Syriër. Letschert zocht contacten bij de TU Delft en linkte Malek Rabah aan techniekfilosoof Behnam Taebi. “Vervolgens heeft Rianne het idee van de science buddy bij de Jonge Akademie aangekaart en is het breder getrokken”, zegt Siebe Bluijs van het KNAW.
Het initiatief loopt inmiddels al een tijdje. Tot op heden zijn er zo vijf gevluchte wetenschappers geholpen, onder meer met toegekende beurzen. De Jonge Akademie werkt zelf voor dit initiatief niet met geldstromen. “Het gaat echt om de netwerken, om de contacten met en op de universiteiten”, aldus Bluijs.
“Dat lukt het beste door een Nederlandse wetenschapper één op één te koppelen aan een gevluchte wetenschapper. Afhankelijk van wat op een faculteit kan en wat mag kunnen zij zo deelnemen aan onderzoeksseminairs of toegang krijgen tot online databases.”
Het initiatief is nu nog heel kleinschalig, zo geeft Bluijs toe. Dat is ook een van de redenen waarom de Jonge Akademie nu alsnog naar buiten treedt met de science buddy’s. “We willen dat het COA en andere betrokken instanties weten dat dit bestaat. En we hopen dat ook andere wetenschappers zich willen aansluiten bij dit initiatief.”
Advertentie.
