We moeten de aarde redden van onszelf

Mensen hebben de Aarde ingrijpend veranderd, zoals alleen een uitbarstende vulkaan of inslaande komeet voor ons dat kon doen. Er moet iets gebeuren. De beste uitweg is volgens de Zuid-Afrikaanse hoogleraar Louis J. Kotzé een milieurecht dat de wereld omvat. Dat schrijft hij in een proefschrift waarmee hij, ditmaal in Tilburg, voor de tweede keer promoveert.

Sinds de industriële revolutie hebben we eigenhandig een nieuw geologisch tijdperk afgedwongen: het Antropoceen. Officieel nog geen aanvaarde term, maar in wetenschappelijke kringen weinig omstreden. De mens met zijn steden, dammen, mijnbouw en broeikasgassen vernietigt de aarde.

We leven in een nieuwe tijd?

“Alles wijst erop dat het Antropoceen in de komende twee jaar aanvaard gaat worden door het International Commission on Stratigraphy. Die commissie bepaalt wat de historische tijdperken van de aarde zijn. In het Holoceen, de periode waar we formeel nog in zitten, kenmerkt zich door een relatieve harmonie en gelijkmatigheid van de aardsystemen. Maar de invloed van de mensheid is zo enorm, dat het aardstelsel momenteel al in disharmonie verkeert.”

Socio-ecologische crises zijn voortaan onvermijdelijk?

“Juist. In het verleden hebben we altijd sociologische crises gehad van menselijke gezondheid en welstand, én ecologische crises. In het Antropoceen zien we nu dat deze onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Een ecologische crisis heeft tegenwoordig wereldwijd impact op het menselijk welzijn.”

Er moet iets gebeuren. Via het constitutioneel recht, want daarmee leggen we de spelregels vast tussen mens en natuur?

“Recht gebruiken we om relaties te regelen, bijvoorbeeld tussen mensen of tussen mensen en de natuur. In het laatste geval doen we dat met het milieurecht. Mijn argument is dat we het recht moeten herzien, om betere voorzieningen te maken. Ik pleit voor constitutionalisme omdat het in de meeste gevallen beter is dan een onconstitutionele rechtsorde. Je hebt door een constitutie hogere idealen zoals mensenrechten, en het drukt het idee uit dat je als mensheid soms onvoorstelbare, goede dingen kan bereiken met het recht.”

Maar constituties zijn altijd gebruikt om landen te ordenen. Werkt zo’n nationale aanpak ook wereldwijd?

“Het is moeilijker op mondiale schaal constitutionalisme te ontwikkelen. Het doel van mijn proefschrift is te zien wat de tekortkomingen zijn van het internationaal milieurecht, vanuit het constitutionalisme. Ik heb gekeken naar elementen van nationale stelsels, zoals bijvoorbeeld grondrechten, scheiden der machten, rechterlijke onafhankelijkheid. Mijn vraag was in welke mate deze elementen al aanwezig zijn in een globaal perspectief.”

En?

“Mijn conclusie is dat het onmogelijk is om te praten over zo’n mondiale milieuconstitutie. Het is er niet. Die elementen waar ik naar zocht, zijn hooguit in beperkte mate aanwezig. Wel heb je bijvoorbeeld het Earth Charter (een maatschappelijk initiatief om in de 21e eeuw een rechtvaardige en duurzame wereld te creëren, red.). Dat is een goed voorbeeld van hoe zo’n constitutie eruit zou kunnen zien. Maar het is geen bindend recht.”

Wie zou deze constitutie moeten schrijven?

“Idealiter de Verenigde Naties, dat is het hoogste gezag in regelgeving op internationaal niveau.”

“Juist omdat wij alles kapotmaken, moeten we de aarde beschermen.”

Zo’n constitutie is wel Westers. Die kun je toch niet opleggen aan de hele wereld?

“Mijn perspectief op constitutionalisme is Westers, dat erken ik. Ik bekijk bijvoorbeeld niet de Oosterse modellen. Die bestaan en zijn heel belangrijk, het Westerse model is niet voor iedereen aanvaardbaar of goed. Het beste zou zijn een gemengde benadering tot constitutionalisme.”

En het is opportunistisch. We moeten anders omgaan met het milieu, omdat we onze planeet anders blijvend verwoesten. Daar spreekt niet bepaald een liefde voor het milieu of de beestjes uit.

“Het hangt er vanaf of je motivatie antropocentrisch is of ecocentrisch. Ik gebruik het antropocentrisme om de ontwikkelingen te begrijpen, maar volg het ecocentrische uitgangspunt. Wat ik zeg is: iedereen heeft hetzelfde recht om te leven. Ook planten en dieren. Juist omdat wij alles kapotmaken, rust er een ethische plicht op ons tot bescherming.”

Sommige landen zullen niet meewerken. Wat dan?

“Dat is erg moeilijk, je hebt dit ook met mensenrechten. Veel landen doen eraan mee, maar veel landen ook niet. Ideaal zou zijn dat de VN meer kan ingrijpen. Maar één van de grote problemen is dat het United Nations Environment Programme (UNEP) een programma is en geen organisatie, zoals de Word Trade Organisation (WTO). De WTO is heel machtig, het is tijd dat de VN aan UNEP dezelfde status geeft.”

“Er is een enorme weerstand tegen betere milieuregelgeving.”

We weten dat de wereld ten onder gaat, tenzij we ingrijpen. Binnenkort schrijven we een milieuconstitutie en dan komt alles goed?

“Ik wil hier graag positief over zijn, maar ik ben ook realistisch. Er is geen mondiale constitutie. En het is hoogst onwaarschijnlijk dat we die gaan krijgen. Wat vooral tegenwerkt zijn belangen die ontstaan uit staatssoevereiniteit en de agenda van grote multinationale bedrijven. Er is een enorme weerstand tegen concrete en betere milieuregelgeving. Maar het zou kunnen… In de Europese Unie zie je een beweging naar betere omgevings- en milieuregelgeving.”

Europa is daarin ook een uitzondering. Als we ooit al met z’n allen in actie komen, is het waarschijnlijk al te laat?

“Veel wetenschappers zeggen dat het nu al te laat is, niet meer te redden. Drie van de planetaire grenzen zouden al zijn overschreden. De aarde wordt te warm, de biodiversiteit is enorm afgenomen, bossen verdwijnen. Terugkeren naar een veilige toestand is onmogelijk, zeggen ze. De uitdaging lijkt mij om zoveel mogelijk binnen die grenzen te blijven. Daarvoor hebben we dus wel nodig: een grondwettelijk verankerd wereldwijd milieurecht en een bestuurlijke orde.”

proefschrift-louis-kotzeProefschrift: Global Environmental Constitutionalism in the Anthropocene (handelseditie). Verdediging maandag 9 januari 2017, 14.00u in de Ruth Firstzaal.

Promovendus: Louis J. Kotzé. Sinds 2002 verbonden aan de Noordwes Universiteit in Zuid-Afrika, vlakbij Johannesburg. Sinds 2009 als hoogleraar. Promoveerde in 2006 al op de integratie van milieurecht in Zuid-Afrika.

Promoteres: Jonathan Verschuuren en Kees Bastmeijer

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.