Rens Raemakers: Op weg naar de Tweede Kamer

Rens Raemakers is al vijf jaar kankervrij en gaat vol gas voor zijn doel: hij moet en zal Tweede Kamerlid worden. Als zeventiende op de kieslijst van D66 wordt het erop of eronder voor de alumnus van Tilburg University. “Ik ga altijd voluit.”

Op 25-jarige leeftijd heeft Rens Raemakers uit Neer al een behoorlijk CV opgebouwd. Kanker overwonnen, afgestudeerd aan Tilburg University als bestuurskundige, fractievoorzitter van D66 Leudal. En als het aan hem ligt komt daar in maart van dit jaar nog iets heel moois bij: “Het zou een teleurstelling zijn als ik niet in de Tweede Kamer kom.”

Als kleine jongen was Raemakers al ambitieus. “Ik wilde alles weten.” Zo leerde hij op de basisschool alle hoofdsteden en vlaggen van de wereld uit zijn hoofd en kon hij op latere leeftijd het getal pi opdreunen tot wel tweehonderd getallen achter de komma. Ook wilde de Limburger al vanaf zijn elfde de politiek in. “Dat stampen en lijstjes uit je hoofd leren is nu een beetje ouderwets. Met het internet is alle kennis binnen handbereik.” Feiten uit zijn hoofd leren heeft hij ingeruild voor nuttigere alternatieven, maar zijn politieke ambitie is gebleven.

De Limburger was eigenlijk niet van plan om in de lokale politiek aan de slag te gaan. Maar tijdens een college politicologie van Marcel Boogers raakte Raemakers geïnspireerd. De professor zei: “Als één van jullie graag in een gemeenteraad wil komen: meld je gewoon aan. Zeg vijf leuke zinnen en je staat op de lijst.” Raemakers sloot zich aan bij D66 Leudal en voor hij het wist was hij lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Maar dat was niet helemaal de bedoeling. “Ik dacht: ik meld mij gewoon aan om mee te helpen met flyeren en ik zie wel waar het schip strandt. Uiteindelijk wonnen we twee zetels bij de verkiezingen.”

Pinokkio

De Limburger was van te voren sceptisch over de gemeentelijke politiek. Daar heb je vooral te maken met kleinere problemen. “Heel het dorp staat op zijn kop als de plaatselijke biljartvereniging 50 euro minder subsidie krijgt. Dat vind ik echt niks.” Mensen moeten volgens Raemakers inzien dat het soms niet anders kan.

Raemakers heeft ruim twee jaar na de verkiezingen echter wel zijn draai gevonden in de gemeenteraad. De gemeente van Leudal is erg conservatief en de jonge politicus gaat daar regelmatig met een gestrekt been tegenin. Dat zorgt soms voor bijzondere taferelen. “Een wethouder verkondigde onzin en met een verhaaltje over Pinokkio probeerde ik mijn pleidooi kracht bij te zetten. Bepaalde mensen vinden dat dan schandalig.” Het raadslid wuift die kritiek weg en wijst gelijk iets anders aan. “Tijdens een raadsvergadering maak ik regelmatig mee dat mijn collega’s niet eens het dossier hebben gelezen waarover we het gaan hebben. Dat vind ik pas écht schandalig.”

Ondertussen heeft het jonge raadslid zelf ook een aantal bijnamen te pakken. Circus Rens, omdat hij hier en daar een grapje maakt, en ketelbinkie. Raemakers: “De overige raadsleden zien de gemeente Leudal als een schip waar ik – als jongeling – de vervelende klusjes op moet knappen. Daar kan ik alleen maar om lachen, dat is allemaal hartstikke mooi.”

Opstapje naar de Tweede Kamer

Als zeventiende op de kieslijst van D66 maakt Raemakers een reële kans op een zetel in de Tweede Kamer. Maar echt zeker is zijn zetel niet, misschien blijft hij dus voorlopig raadslid in Leudal. “Natuurlijk is een zetel in de Tweede Kamer het absolute hoofddoel, maar mocht dit niet lukken, dan heb ik daar nu vrede mee.” Het oppositievoeren in de gemeenteraad bevalt de politicus uit Neer inmiddels zo goed dat hij daar best wat langer wil blijven. “Het is heerlijk om hier tegen heilige huisjes te schoppen.” Toch laat hij geen kans onbenut om stiekem een beetje campagne te voeren: “Als ik vanuit Tilburg University wat extra voorkeursstemmen zou kunnen krijgen, pak hem beet vijfhonderd, zou dat natuurlijk fantastisch zijn,” knipoogt Raemakers.

Kanker

Raemakers maakte een valse start als student. In 2009 werd bij hem zaadbalkanker geconstateerd. Terwijl zijn mede studenten op stap gingen en feesten bezochten, lag Raemakers in Maastricht op een ziekenhuisbed. De rode draad in zijn leven kwam ook daar naar voren: politiek. Hij bekeek de vergaderingen van de Tweede Kamer en las veel politieke boeken. Een jaar na zijn diagnose mocht Raemakers weer genieten van het ‘echte leven’. Hij kon zijn studie weer oppakken op Tilburg University.

Met een lichte twinkeling in de ogen vertelt Raemakers over zijn tijd op de universiteit: “Ik heb daar een geweldige tijd gehad. Op de opleiding bestuurskunde stromen meestal rond de zestig studenten in. Vrij snel kent iedereen elkaar.” Dat klinkt erg gezellig en dat was het volgens Raemakers ook zeker, maar hij ziet ook nadelen. “Soms miste ik door de kleine instroom wel een beetje het competitieve. Je zit al snel bij de top vijf van je jaar.” Dat is voor sommige studenten misschien fijn, maar Raemakers wil altijd het allerbeste uit zichzelf halen.

Zesjescultuur

In zijn tijd als student wist Raemakers de aandacht al op zich te vestigen door een artikel op te sturen naar de Volkskrant. De Limburger ergerde zich aan zijn medestudenten en besloot een opiniestuk te schrijven. In het stuk hekelt Raemakers de zesjescultuur op de universiteit. “Tijdens een college over ideaaltypes ergerde ik mij aan een groep studenten die niet op zaten te letten en er alleen waren omdat het een verplicht vak was.” Volgens Raemakers kun je die groep studenten scharen onder de noemer minimalisten. Daarnaast zijn er volgens hem plichtsgetrouwe studenten, de falende studenten en de nerds.  “Uiteraard ben ik zelf een nerd. En misschien een beetje een minimalist, maar dan op een ander niveau. De negen is voor mij het zesje.”

Raemakers: “Ik zag dat mensen bezig waren met andere dingen: drie keer in de week sporten, een grote vriendengroep én een studentenvereniging. Heel veel van die mensen komen niet eens toe aan écht studeren. Ik vind dat je altijd het beste uit jezelf moet halen.” Alles wat hij doet, doet hij vol overgave. “Studeren, sporten of in de kroeg hangen: voor alles ga ik voluit.”

Dit interview was ook op papier te lezen in Univers 8, jaargang 54.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.