Hoe betrouwbaar is het onderzoek van de LSVb?

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) stelt op basis van eigen onderzoek dat drie op de vier studenten emotioneel zijn uitgeput. Elma Drayer, commentator bij Radio 1, noemde het een flutonderzoek. Het is niet de eerste keer dat de studentenvakbond hiervoor onder vuur ligt. Is er sprake van een structureel probleem?

De LSVb noemt zich dé belangenbehartiger van studerend Nederland. Ze verschaffen studenten informatie over studiegerelateerde zaken en houden zich bezig met onderzoek naar actuele en onderwijsgerelateerde onderwerpen. De invloed van de LSVb is groot: hun onderzoeksresultaten worden overgenomen door de landelijke media. Zo sprak de NOS, naar aanleiding van het onderzoek naar emotionele uitputting onder studenten, diverse studenten die dit ondervonden en hun boekje daarover opensloegen. Daarnaast leiden de onderzoeken van de LSVb geregeld tot Kamervragen en debatten bij andere organen van studentenmedezeggenschap.

Flutonderzoek

Een organisatie met zoveel invloed moet betrouwbaar onderzoek aanleveren. Elma Drayer maakte korte metten met het laatste onderzoek van de LSVb tijdens een uitzending van Radio 1: ‘Ik heb in tijden niet zo iets ongelooflijks gelezen. Ze baseren deze omineuze resultaten op respondenten die ze rekruteren uit hun eigen panel. Dat is al dubieus. Dan doen er vervolgens 342 studenten mee. In Nederland studeren (hbo en wo) ongeveer 700.000 studenten. Het is stemmingmakerij.’ Saillant detail: de resultaten van het LSVb-onderzoek zijn uiteengezet in een persbericht, het onderzoek zelf wordt volgende week pas gepubliceerd. Drayer is één van de weinige journalisten die het onderzoek al mochten inzien.

Reactie LSVb

Volgens Tariq Sewbaransingh, voorzitter van de LSVb, zit het onderzoek naar emotionele uitputting onder studenten wel iets steviger in elkaar dan nu wordt beweerd. Dat zegt hij tegen Univers: “We hebben een enquête afgenomen, drie focusgroepen voor studenten opgericht en veel literatuur gelezen en vergelijkbare onderzoeken erbij gehaald. Die drie databronnen zijn gebruikt om een beeld te schetsen van de problematiek en haar omvang. We hopen dan ook dat dit onderzoek vooral aanleiding geeft tot een landelijke onderzoek naar hoe dit onder alle studenten leeft. Meer bewustwording is nodig.”

“We hebben nu eenmaal beperkte middelen bij het LSVb”

Ook stond de LSVb volgens Sewbaransingh al stil bij de limitaties van dit onderzoek. “De steekproef kan een bias bevatten, ja. Maar onze resultaten sluiten aan bij andere onderzoeken, dus we durfden het wel aan om deze bewering te doen.” Over het panel wil de voorzitter ook wat extra uitleg geven: “Dat bestaat uit een paar duizend studenten die zich vrijwillig hebben aangemeld om mee te doen aan onze onderzoeken. Ze weten van tevoren niet om welke onderwerpen het gaat. Vervolgens doen er een x aantal mensen vanuit dat panel mee. Dat aantal kunnen we moeilijk opschroeven, want dan gaan we studenten vragen terwijl het onderwerp van het onderzoek al bekend is. Dat zou juist eerder leiden tot een bias.”

Sewbaransingh vindt het verder jammer dat de discussie niet meer gaat over de inhoud van het onderzoek. “We hebben als LSVb nu eenmaal beperkte middelen om zo’n onderzoek uit te voeren. Maar we hebben er hard aan gewerkt en ik hoop dat de mensen dat inzien.”

Meer dubieus onderzoek

Het is wat kort door de bocht om op basis van Drayers kritiek te stellen dat de LSVb waardeloos onderzoek uitvoert. Maar het is niet de eerste keer dat de studenteninstantie hierom bekritiseerd wordt. Wie de optelsom maakt, kan niet ontkennen dat er minstens vraagtekens gezet moeten worden bij de kwaliteit van het onderzoeksbureau van de LSVb. 

Een sprongetje terug in de tijd: december 2015. De LSVb stelt dat ‘een meerderheid van de studenten bij Engelstalige colleges door gebrekkige taalvaardigheid van docenten minder kennis opdoet.’ Een dag later werd het in de Tweede Kamer besproken. Casper Albers, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als universitair hoofddocent Statistiek, schrijft op zijn blog dat de steekproefomvang van dit onderzoek veel te klein was. “Toch wordt een generaliserende uitspraak gedaan over ‘de docent’ van de tientallen onderwijsinstellingen in Nederland. De steekproef bevatte maar een handjevol studenten per instelling.” Ook Albers haalt het panel van de LSVb aan. ‘Wellicht zijn panelleden van een vakbond kritischer dan niet-vakbondsleden. Wellicht ook niet. Je weet het niet, en moet dus geen conclusies trekken alsof je het wel weet.’

“De manier waarop de onderzoekspopulatie is geselecteerd, rammelt”

Er is meer. Mei 2016: ‘driekwart van de studenten betaalt te veel huur.’ Folia, het journalistieke medium van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam, liet politicoloog Tom van der Meer, gespecialiseerd in onderzoeksmethodes, los op het onderzoek van de LSVb. Wat blijkt? De manier waarop de onderzoekspopulatie is geselecteerd, rammelt. De LSVb haalde alle data van de website www.checkjekamer.nl. “Om deel te nemen moet je maar net bekend zijn met de site. En: interesse hebben om er tijd in te steken,” zei Van der Meer. De groep is volgens de politicoloog dus niet vanzelfsprekend representatief. Hij merkte daarbij op dat het niet zoveel zegt als die drieduizend studenten geen doorsnede vormen van de studentenpopulatie. “Het onderzoek geeft waarschijnlijk een overschatting van het echte percentage dat te veel voor hun kamer betaalt, aangezien het vermoeden te veel te betalen een prikkel zal zijn om deel te nemen aan het onderzoek.”

Het laatste voorbeeld, ook van mei 2016. De LSVb stelt dat studenten op hogescholen fors minder financiële ondersteuning ontvangen dan studenten op een universiteit. Het gaat om het profileringsfonds, waar studenten beroep op kunnen doen als ze studievertraging oplopen door, bijvoorbeeld, zwangerschap, een functiebeperking of een bestuursjaar. De Vereniging Hogescholen wees de LSVb vervolgens op een verkeerde berekening in het onderzoek. De LSVb had de bedragen uit de jaarverslagen gedeeld door het aantal studenten, terwijl ze het moesten delen door het aantal studenten dat in aanmerking komt voor het fonds. Het zou natuurlijk kunnen dat de universiteiten meer studentenbestuurders en/of topsporters hebben dan hogescholen. Ook vroegen minder hbo’ers een aanvraag voor ondersteuning aan, terwijl er meer hbo- dan wo-studenten zijn. Dat is dan ook de verklaring voor de cijfers van het LSVb, stelde de Vereniging Hogescholen.

Dit heeft toch veel weg van een structureel probleem, waar het knelpunt ‘m vooral lijkt te zitten in het samenstellen van een betrouwbare onderzoekspopulatie. 

 

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.