Olympia Sports Bar: een droom voor vader en zoon Gimbrère

Olympia Sports Bar: een droom voor vader en zoon Gimbrère

Wat doe je als je vijftien jaar directielid bent van een grote horecagroep in Tilburg? Ton Gimbrère maakte plaats en begon aan een nieuw project: een horecaonderneming met zijn zoon Jasper. Met de opening van Olympia Sports Bar kwam een langgekoesterde droom uit voor vader en zoon. “Studenten gaan hier de meest kostbare jaren van hun leven doormaken”

Ton Gimbrère staat in Tilburg bekend als groot horecaman. Vijftien jaar werkte hij als directielid bij Bonheur Horeca Groep, een groep met met negen horecabedrijven in Tilburg, waaronder Grand Café Esplanade en The Faculty Club. In september maakte hij plaats voor een nieuwe generatie managers en een aantal maanden later opende hij met zijn zoon een nieuwe horecaonderneming: Olympia Sports Bar. De sportkantine die de thuisbasis moet worden van hockeyvereniging SHOT, voetbalvereniging Merlijn, tennisvereniging Lacoste en korfbalvereniging Melmac. Afgelopen donderdag de negende vond het grote openingsfeest van de bar plaats.

“Maar eigenlijk zijn we in september al een beetje open gegaan”, vertelt Ton Gimbrère. “Toen begon de competitie van hockey, voetbal en tennis. We hadden een geïmproviseerde buitenbar met een klein tosti-ijzer en een waterkoker. Naarmate de bouw vorderde konden wij het gebouw in. Begin november was alles echt klaar.”

Hoewel Ton Gimbrère veel ervaring heeft in het vak, bevindt hij zich nu niet helemaal op bekend terrein: “Bonheur is een bedrijf met honderd man in dienst en een flexibele schil van honderdvijftig studenten. Dan is dit wel een maatje kleiner. Ik doe hier dingen die ik nog nooit had gedaan. Bijvoorbeeld het inrichten van een magazijn.” Hoewel dit project een maatje kleiner is, geeft Gimbrère toe dat hij het wel een maatje leuker vindt. Hij prijst de goede sfeer. “En ik vind het bijzonder dat al die sportverenigingen samen komen op één locatie.”

Vader-zoon bedrijf

Zoon Jasper Gimbrère komt pas net in ‘t wereldje kijken. “Mijn vader en ik hadden ooit een afspraak gemaakt dat als hij minder ging werken en ik klaar was met school, we samen iets zouden opstarten. En nu staan we hier. Ik heb hiervoor de gastheer-opleiding gedaan op de Rooi Pannen en stage gelopen bij een eetcafé in Oisterwijk.”

Tekst gaat verder na de afbeelding Hoewel de mannen deze afspraak al jaren geleden hebben gemaakt, kwam het idee om een sportkantine te openen vrij onverwacht. Ton Gimbrère: “Ik heb natuurlijk vijftien jaar gewerkt bij Bonheur. Het type horeca dat Bonheur heeft, is niet sport-gerelateerd. Daarnaast had ik altijd de hoop dat we samen een strandtentje in Zeeland zouden openen. Daar hebben we ook serieus naar gekeken. Maar toen de universiteit ons vertelde over de ontwikkeling van deze horeca dacht ik ineens aan die afspraak. We zijn ook wel verknocht aan deze stad, we kennen Tilburg goed en wonen prettig hier.”

Jasper weet nog goed hoe het begon. “Mijn vader belde me op met de vraag of ik naar huis kon komen. Dat kan twee dingen betekenen: of er is iets ergs aan de hand, of iets leuks. Toen ik thuis was en hij het idee vertelde moest ik daar nog wel even over nadenken. Ik dacht aan de sportkantine van de voetbalclub waar ik vroeger bij zat…” Dat was niet bepaald het beeld dat Jasper voor ogen had toen hij jaren geleden met zijn vader fantaseerde over hun zaak. “Toen ik een beeld kreeg van wat de universiteit wilde bouwen en wat ons idee daarachter was, was ik om. Toen dacht ik: ‘dit is gewoon bijna een café’.”

“De tijd dat de kantine een koude, tochtige ruimte was met meubels die ook bij oma in de woonkamer staan, is wel voorbij”

“Eigenlijk is het een sportkantine 2.0”, zegt vader Gimbrère. “Het gaat er hier heel anders aan toe dan bij andere sportkantines. Ik weet nog dat we bij de eerste barbecue met sportverenigingen de borden ophaalden. Daar werd heel verbaasd op gereageerd. Zo van: ‘doen jullie dat? Wij zetten de borden voorheen altijd zelf in een krat’. Ik antwoordde: ‘Dat is nu het verschil. Dat gaan we anders doen. Jij bent hier de gast. Je betaalt voor service, dan zorgen wij dat die er is’.” Ook Jasper herkent dit. “Als ik lege borden en leeg glaswerk ophaal, kijken gasten me echt raar aan. Van ‘wat kom jij nou doen?’.” Ton Gimbrère voegt daar aan toe: “De tijd dat de kantine een koude, tochtige ruimte was met meubels die ook bij oma in de woonkamer staan, is wel voorbij. Mensen willen vermaakt worden nadat ze gesport hebben.”

Herinneringen maken

Contact met de doelgroep is voor Ton Gimbrère en zijn zoon erg belangrijk. “In de eerste maanden hebben we al contact gelegd met de gasten en geluisterd naar hun wensen. Uit die input is ons uiteindelijke concept ontstaan.” De twee mannen betrokken toekomstige gasten bij de keuzes door te vragen naar hun verwachtingen van de kantine qua assortiment, prijzen, openingstijden, biersoorten, wijnsoorten, de muziek en spellen.

De mannen hopen dat de bar een tweede huis wordt voor de studenten. “Hier moeten mooie herinneringen gemaakt worden die mensen voor altijd gaan bewaren. Ik heb in Antwerpen gestudeerd. Ik kan bijna elke dag nog uittekenen van wat ik toen deed: met wie we uitgingen en wie we tegenkwamen”, zegt Ton Gimbrère. “Wij beseffen dat studenten hier de meest kostbare jaren van hun leven gaan doormaken. Daarvoor moeten wij de faciliteiten bieden. We zullen zelden onze hakken in het zand zetten. We gaan echt zoveel mogelijk mee in elk plan en elk idee.” Jasper is het daar mee eens: “We zeggen wel eens: ‘hier kan alles.’ Wel in overleg natuurlijk. Maar als studenten een bepaalde wens hebben voor een feest of qua assortiment dan willen we daar samen naar kijken.”

Tekst gaat verder na de afbeeldingen Het begin is gemaakt en studenten lijken de weg te kunnen vinden. Ton Gimbrère: “We hebben al veel afspraken met studenten, doordeweeks vaak een stuk of drie. Dat hadden we niet verwacht, maar het hoort erbij. Er worden hier natuurlijk veel activiteiten georganiseerd.”

Nu moet het waargemaakt worden, maar een horecaonderneming heeft altijd veel concurrentie. “De studenten kunnen ook naar een andere kantine gaan. Keuzes zijn er zoveel. Ik zie de binnenstad ook als een concurrent. Concurrentie hoort bij het vak. Het houdt ons alleen maar scherp. Monopolisme heeft nog nooit goed gewerkt op een markt. Wij gaan ons best doen om het studenten zo prettig mogelijk te maken. Maar uiteindelijk maken zij de keuze.” Zo krijgt de student volgens Ton Gimbrère uiteindelijk altijd het beste aanbod.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.