Een staande ovatie

Ik zit in college. Een meisje komt binnen en voordat de docent begint met doceren, mag ze een kort praatje houden. Het gaat over een evenement dat ze namens haar studievereniging organiseert. We moeten allemaal komen. Het is echt heel leuk. En je leert dingen. Ze dreunt haar tekst op in zeer gebrekkig Engels. Na een minuutje is ze klaar. De zaal begint te klappen. Wat zeg ik, ze krijgt een staande ovatie. Achter me fluit iemand op zijn vingers.

Is dat nou nodig, denk ik dan. Het roept zoveel verwarring op. Dat meisje had geen idee wat haar overkwam. Ze maakte maar een ongemakkelijke buiging en zwaaide richting de studenten. Daarna verliet ze de collegezaal met flink wat air in haar loopje. De verhalen doen de ronde dat ze nu een carrière als presentatrice overweegt. Of toch het theater in. Ze weet het nog niet.

En dan de docent. Die was helemaal van slag. Arme man. Iedere week geeft hij een college dat precies anderhalf uur duurt. Hij stopt daar al zijn ziel en zaligheid in: foutloos Engels, een humoristische ondertoon, hier en daar een korte video en ook van wat interactie met de student is hij niet vies. En niemand die ooit voor hem heeft geklapt. Dat raakt ‘m. Hij heeft sindsdien ook geen college meer gegeven. Van tegenslag herstelt men, maar deze diepe wond is niet meer te genezen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.