Geld lenen kost meer dan je denkt

Consumenten die geld willen lenen krijgen informatie over rentes en boetes, zodat ze geen onverstandige beslissingen nemen. Toch wordt er massaal geleend voor auto’s, televisies en huizen. Jurgen Braspenning ging te rade bij de gedragswetenschappen. Waarom komt informatie vaak niet goed over en hoe kunnen mensen beter worden geïnformeerd?

Om consumenten te helpen bij het afsluiten van leningen, zijn kredietverstrekkers verplicht om informatie te verschaffen. Zo moet de informatieachterstand van de consument worden bijgewerkt, zodat die een rationeel en verstandig besluit kan nemen. Het blijkt echter dat de schuldenlast van de Nederlander, net als die van veel andere Europese burgers, hoog is. Consumenten lenen teveel of gaan akkoord met bijzonder ongunstige voorwaarden. De huidige informatieplichten lijken niet te werken. 

Nieuw is het inzicht niet, dat wetgeving niet altijd aansluit op hoe het er in de echte wereld aan toegaat. Het hield Braspenning al langer bezig. Voordat hij begon met een rechtenstudie aan Tilburg University, studeerde hij al economie. “Ik vond vooral de wisselwerking van economisch gedrag van mensen en hoe daarmee wordt omgegaan in het recht interessant. Wat zie je ervan terug in wet- en regelgeving?”

De stand van zaken

Braspenning begon zijn promotieonderzoek zoals het een jurist betaamt: hij bracht het juridische kader in beeld. “Gaan we bij wet- en regelgeving inderdaad van de rationele consument uit? Dat blijkt – met wat uitzonderingen hier en daar – inderdaad zo te zijn.”

Vervolgens keek hij naar wat in de gedragswetenschappen bekend is over financieel consumentengedrag. Hij ontwaarde drie relevante valkuilen. Eén: mensen lezen informatie vaak niet. Twee: mensen begrijpen informatie vaak niet.

En drie: mensen die informatie wel lezen en begrijpen, kunnen alsnog onbewust een verkeerde keuze maken. Door invloed van de sociale omgeving bijvoorbeeld. De mens is lang niet altijd een rationele, maar juist kwetsbare beslisser.

Oplossingen

De vervolgstap was het zoeken naar oplossingen. Braspenning focuste zich op nudging, gebruiksinformatie en waarschuwingen. Nudging houdt in dat mensen verantwoordelijk gehouden worden voor hun keuzes, maar dat ze een duwtje in de goede richting krijgen. Schoolvoorbeeld: gezond eten in restaurants op ooghoogte plaatsen en de frikadellen verstoppen. “Over het algemeen zullen meer mensen dan een gezonde keuze maken.” Bij leningen kan dit ook gebruikt worden. De Autoriteit Financiële Markten heeft bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor aflopende kredietproducten. Via nudging kan mensen aangeboden worden om voor het aflopende krediet te kiezen, in plaats van het doorlopende krediet, en binnen vijf jaar af te betalen. Zodat ze uiteindelijk minder kosten maken.

Veelbelovend lijkt ook de zogenaamde gebruiksinformatie. Nu verplicht de Europese Unie kredietverstrekkers een formuliertje aan consumenten te geven met daarop de producteigenschappen van een lening. Dat gaat over looptijd, rentepercentages en hoeveel er per jaar mag worden afgelost. “Het is nog vrij abstract en niet altijd even goed te volgen,” zegt Braspenning. “Mensen weten niet goed hoe zijzelf en anderen met een product omgaan.” We zouden dat misschien wel moeten weten, net zoals bekend is hoeveel andere huishoudens gemiddeld aan gas en warmte gebruiken. “Wat zijn de kosten die mensen maken om een schuld volledig af te lossen, hoeveel staat een consument gemiddeld rood? Als je dit weet voordat je een beslissing neemt, kan je beter producten vergelijken en de risico’s begrijpen.”

“Wat zijn de kosten die mensen maken om een schuld af te lossen?”

Ook denkbaar zijn waarschuwingsplichten, zoals ‘geld lenen kost geld’. Hier had Braspenning het minste vertrouwen in: “Ik was hier altijd vrij sceptisch over.” De laatste stap in het onderzoek was dan ook om de oplossingen te toetsen. Lossen ze de problemen wel op? Met zogenaamde vignette-studies ging Braspenning na hoe effectief nudging, gebruiksinformatie en waarschuwingsplichten zijn. Niet door, zoals vaak gedaan wordt, universitaire psychologiestudenten experimenten te laten doen. Braspenning verzamelde proefpersonen in Tilburg, Leiden, Eindhoven en Nijmegen, van mbo, hbo en wo. Hen werd gevraagd zich voor te stellen dat ze in een bepaalde situatie zaten. Wilden ze dan lenen, welke lening wilden ze en voor hoeveel?

Effecten

Braspenning maakte de waarschuwingen voor het lenen van geld gepersonaliseerd. Het zou dan beter kunnen werken. Mensen kregen te zien: ‘De bankmedewerker geeft aan dat hij ziet dat je nog niet zo lang aan het werk bent. De kans bestaat dat je in de toekomst je baan kwijtraakt. Je inkomen kan daardoor dalen, maar je moet je lening dan nog steeds terugbetalen.’ Het sorteerde echter geen effect.

Nudging is razend populair, maar ook daar vond Braspenning geen effect. Mensen kozen niet vaker voor de financieel verstandigere keuze (het aflopende krediet) als dat standaard werd aangeboden. Ze weken er juist vaker vanaf dan verwacht zou worden. “Dit wil niet zeggen dat nudging niet werkt, het betekent vooral dat er meer empirisch onderzoek gedaan moet worden. Misschien kost het mensen in een experiment te weinig moeite om van een standaardkeuze af te wijken.”

“Er is nog een wereld te winnen”

Effect vond Braspenning wel bij de gemiddelde gebruiksinformatie. Mensen konden ervoor kiezen rood te staan om een auto te kopen, wat financieel hartstikke onaantrekkelijk is. Het is duur, er zijn veel extra kosten. Maar in de gebruiksinformatie werd de lening positief geframed. “Dat andere mensen de lening heel snel aflossen en er tevreden over zijn. Het idee was: als ze allemaal voor rood staan kiezen, worden ze door de gebruiksinformatie geleid.” En dat bleek: hoewel de wettelijk verplichte productinformatie rood staan niet bepaald aantrekkelijk maakte, gaf de ervaring van anderen de doorslag en kozen mensen ervoor rood te staan.

Stevige consequenties wil Braspenning niet verbinden aan zijn onderzoek, want er is nog veel onduidelijk. Er moet vooral nog veel onderzoek gedaan worden, en niet te snel worden geconcludeerd dat iets wel of niet werkt. Duidelijk is ondertussen wel dat informatieplichten niet afgeschreven hoeven te worden. “Er is nog een wereld te winnen, maar informatieverschaffing is een goedkoop instrument en kan ook in Europese regelgeving nog steeds een belangrijke rol spelen.”Proefschrift: Een gedragswetenschappelijk perspectief op de consumentenkredietovereenkomst

Promovendus: Jurgen Braspenning (1987) behaalde aan Tilburg University de Research Master in Law en Master Financial Management. Na zijn promotie november 2017 werkt hij als advocaat civiel recht bij Linssen CS Advocaten in Tilburg. Een zaak waar hij een link kan leggen tussen gedragswetenschappen en het recht heeft hij nog niet gehad. “Het lijkt me interessant dat eens naar voren te brengen en te kijken hoe een rechter daarop reageert.” Braspenning publiceert met enige regelmaat in juridische vakbladen.

Promotores: Vanessa Mak en Gijs van Dijck (Maastricht University)

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.