Vrouwelijke stem ondervertegenwoordigd op de campus

Vrouwen praten veel, zo wil de volkswijsheid. Maar in de academische wereld wordt het woord hoofdzakelijk gevoerd door mannen. Ook op de campus van Tilburg University, zeggen Tilburgse wetenschappers. “De campus is nog altijd een bastion van wit, mannelijk privilege.”

Het is geen geheim dat vrouwen minder vaak worden uitgenodigd om te spreken aan universiteiten en op wetenschappelijke congressen. Talloze onderzoeken hebben dat aangetoond. Er is zelfs een Tumblr-site, Congrats, you have an all-male panel!, waar voorbeelden van discussiepanels met alleen mannen worden verzameld.

Ook op de campus van Tilburg University is de vrouwelijke stem ondervertegenwoordigd. Officiële cijfers zijn er niet, maar de line-ups van sprekers tijdens terugkerende discussie-evenementen en lezingenreeksen op de campus laten duidelijk een gebrek aan diversiteit zien. Tijdens recente edities van ‘Food for Thought’, ‘Introducing the Netherlands’, ‘Hartslagcafé’, ‘Last Lecture’, ‘Science Cafe’ en de jaarlijkse Dies Natalis waren de sprekers die als expert op het podium werden gebracht voornamelijk mannelijke wetenschappers.

Kleinere vijver

Hoe komt dat? Een veelgehoorde verklaring luidt dat vrouwelijke sprekers lastiger te vinden zijn, omdat de meeste hogere wetenschappelijke posities worden bekleed door mannen. Met andere woorden: de vijver van vrouwelijke academici is kleiner. Bovendien zouden vrouwen een uitnodiging om te spreken vaker aan zich voorbij laten gaan dan hun mannelijke collega’s.

Aan Tilburg University is Academic Forum het belangrijkste platform om wetenschappelijke thema’s en ideeën naar een breder publiek te brengen. Jaarlijks organiseert Academic Forum zo’n zestig discussie-evenementen en lezingen. Volgens Annelieke Koster, programmeur bij Academic Forum, is de vijver van geschikte vrouwelijke sprekers voor die evenementen inderdaad kleiner. “Dat geldt overigens niet alleen voor vrouwen, maar ook voor gekleurde sprekers. De academische gemeenschap is overwegend wit en hogere wetenschappelijke functies worden vaker door mannen bekleed.”

Volgens Koster slaan vrouwen een uitnodiging om te spreken niet sneller af dan mannen. “In mijn ervaring is dat niet zo. Vrouwen willen wel vaak meer informatie voordat ze de uitnodiging accepteren. In die zin zou je kunnen stellen dat vrouwen minder snel geneigd zijn om ja te zeggen, maar ik denk niet dat ze vaker nee zeggen.”

Geen officieel beleid

Koster vindt het belangrijk dat er een diversiteit aan stemmen klinkt in publieke discussies op de campus. “We proberen op diversiteit te letten”, zegt ze. “Wetenschappers zijn rolmodellen. Het is belangrijk dat studenten en andere Tilburgers zien dat iedereen een wetenschapper kan zijn, niet alleen witte, oudere mannen in grijze pakken.”

“Het is belangrijk dat mensen zien dat iedereen een wetenschapper kan zijn. Niet alleen witte, oudere mannen in grijze pakken”

Toch is diversiteit bij het vinden van sprekers voor wetenschappelijke evenementen op de campus niet van primair belang. “Voor ons is het vinden van de beste spreker over een bepaald onderwerp het belangrijkst. Dat staat voorop”, zegt Koster. “We doen niet aan quota.”

Hetzelfde geldt voor Univers, dat als universiteitskrant eveneens fungeert als een platform voor verschillende stemmen en ideeën op de campus. Bij het zoeken naar wetenschappers voor interviews of inhoudelijk commentaar, is er geen officieel beleid om te zorgen dat ook vrouwelijke stemmen gehoord worden.

Kauwgom

De vraag is: zou zo’n beleid er moeten zijn? Annelieke Koster denkt van niet. Omdat de genderkloof in de wetenschap kleiner wordt, is het niet nodig om het aantal vrouwelijke sprekers op de campus te reguleren met targets en quota, aldus Koster. “We moeten alert blijven, maar volgens mij zijn we wel bezig met een inhaalslag. Nu de vijver van vrouwelijke academici groter wordt, groeit ook het aantal vrouwelijke sprekers.”

Niet iedereen deelt Kosters optimisme. Volgens Alkeline van Lenning, hoogleraar en decaan van Liberal Arts and Sciences, zal het gebrek aan vrouwelijke stemmen in publieke discussies niet vanzelf beter worden. “Veel mensen onderschatten de gelaagdheid van het probleem. Het is ontzettend complex en hardnekkig. Het is als kauwgom dat vast is komen te zitten in je haar: als je niets doet, wordt het alleen maar erger.”

Meer dan cijfers

De kauwgom komt er volgens Van Lenning niet vanzelf uit, maar ook niet door enkel cijfers op te krikken en percentages te verbeteren. Een optelsommetje maken van het aantal vrouwen in een discussiepanel om te kunnen constateren dat het vrouwelijke perspectief vertegenwoordigd is, is niet genoeg. “Het gaat niet er niet alleen om hoeveel vrouwen je uitnodigt om te spreken”, legt Van Lenning uit. “Het gaat er ook om welke academische posities die vrouwen bekleden, om het soort vragen dat ze wordt gesteld, hoeveel spreektijd ze krijgen, hoe vaak en door wie ze in de rede worden gevallen.”

Morag Goodwin, hoogleraar Global Law and Development aan Tilburg University, is het daarmee eens. “Het probleem is zeker complexer dan cijfers”, zegt ze. “Cijfers zijn één ding, maar vervolgens is de vraag: wie spreekt wanneer en waarover? Is het vrouwelijke perspectief daadwerkelijk vertegenwoordigd?”

Van Lenning leidde onlangs een paneldiscussie tijdens het Erasmus Festival Brabant in Den Bosch. Het panel bestond uit de mannelijke rectoren van drie universiteiten, waaronder ook rector Emile Aarts van Tilburg University, en drie vrouwelijke studenten. Het aantal mannen en vrouwen dat aan de discussie deelnam was gelijk, maar een gelijkwaardige discussie was het volgens Van Lenning niet. “Ja, er zaten drie vrouwen en drie mannen in het panel – maar de mannen waren ouder, wit, in hogere posities. Hoewel het absoluut niet hun bedoeling was, overschaduwden ze de vrouwen compleet.”

“We zijn allemaal medeplichtig aan dit systeem. Niet alleen mannen, ook vrouwen”

Gender bias

Diversiteits- en inclusieprogramma’s richten zich over het algemeen op het verbeteren van cijfers en aantallen. Zo moet het belangrijkste diversiteitsprogramma aan Tilburg University, het Philip Eijlander-programma, het aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke functies vergroten. Maar het gebrek aan vrouwelijke stemmen in academische discussies lijkt een moeilijker te bestrijden probleem dan het gebrek aan vrouwen op concrete wetenschappelijke posities.

“Het is ontzettend waardevol om verschillende stemmen en ideeën te horen. Op die manier kunnen verschillende perspectieven doordringen tot ons onderwijs en ons onderzoek. Dat missen we op de campus”, zegt Goodwin. “De universiteit is nog altijd een bastion van wit, mannelijk privilege.”

Als de genderkloof op de podia van de universiteit wordt gedicht, blijft volgens Van Lenning en Goodwin een veel dieperliggend probleem bestaan: gender bias. “We groeien op met ideeën over wanneer en waarover vrouwen horen te spreken”, aldus Goodwin. “Aan dat systeem zijn we allemaal medeplichtig. Niet alleen mannen, ook vrouwen – vrouwen kunnen evengoed bevooroordeeld zijn tegen vrouwen. Het gaat erom dat we ons daarvan bewust worden.”

Een goede spreker

Nuna Zekic, universitair docent aan Tilburg Law School, vindt dat er ook bij discussiefora als Academic Forum en Univers moet worden nagedacht over het bestaan van gender bias. “Als het jouw taak is om structureel een podium te bieden aan verschillende stemmen op de campus, dan heb je een verantwoordelijkheid om je in ieder geval bewust te zijn van de mechanismen die mannen de voorkeur geven boven vrouwen.”

Zekic begrijpt dat de universiteit tijdens evenementen en discussies goede sprekers op het podium wil. “Maar tegelijkertijd moet je je afvragen: wat maakt dat je iemand een goede spreker vindt? De kwaliteiten die je waardeert in een spreker, zoals zelfvertrouwen en assertiviteit, kunnen ook ingegeven zijn door gender bias. We worden gesocialiseerd, bewust of onbewust, door de mannelijke voorbeelden van ‘goede’ sprekers waarmee we opgroeien.”

[caption id=”attachment_115498″ align=”aligncenter” width=”100%”> Illustratie: Martien Bos

Gender bias in de klas

Het stille geweld van gender bias is ook aanwezig in de collegezaal. Recente onderzoeken naar studentevaluaties tonen aan dat vrouwelijke docenten als minder competent worden gezien dan mannelijke docenten. Zowel mannelijke als vrouwelijke studenten geven vrouwen die voor de klas staan structureel lagere beoordelingen.

Toen deze studies uitkwamen, vroeg Goodwin haar eigen studenten waar een goede docent volgens hen aan moet voldoen. “Een goede docent is iemand die spreekt met autoriteit, zeiden ze. Blijkbaar word je niet beoordeeld op je kennis of hoe goed je die kennis kunt overbrengen, maar op de autoriteit die je uitstraalt als je voor de klas staat”, zegt ze. “En zo kan ik me ook voorstellen dat Academic Forum een keynote speaker wil die een beetje een showman is, een performer. Waarschijnlijk vind je sneller een man die aan dat beeld voldoet.”

Mannelijke standaarden

Om vooruit te komen, zegt Goodwin, moeten vrouwelijke wetenschappers zich aanpassen aan mannelijke standaarden. “Je moet je op een bepaalde manier manifesteren”, legt ze uit. “Het is belangrijk dat vrouwen gehoord worden, maar het is net zo belangrijk dat er naar vrouwen wordt geluisterd op hun eigen voorwaarden.”

Volgens Nuna Zekic zijn er verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke wetenschappers, maar wijzen die niet op een verschil in hun academische competentie. “In mijn ervaring promoten mannelijke wetenschappers zichzelf meer dan vrouwen. Ze zoeken de publiciteit en de spotlight actiever op dan vrouwelijke wetenschappers. Maar dat betekent niet dat vrouwen onzeker of incompetent zijn. De vrouwen waar ik mee werk zijn dat in ieder geval zeker niet.”

“Het moet niet gaan om wie het hardste roept”

Imitatie

Soms ziet Zekic dat vrouwelijke collega’s meedoen aan de cultuur van zelfpromotie en ook hun ellebogen gaan gebruiken, naar het voorbeeld van veel gevestigde mannelijke wetenschappers. “Persoonlijk denk ik niet dat het publieke debat er beter van wordt als alle vrouwen dat gaan doen. Het moet niet gaan om wie het hardste roept, het moet om interessante ideeën en goede wetenschap. En op dat gebied doen vrouwen niet onder voor mannen.”

Volgens Van Lenning is het niet vreemd dat vrouwen het alfamannetjesgedrag van succesvolle mannelijke academici imiteren. “Vrouwen zijn geneigd tot conformisme.” De academie was lange tijd een mannenwereld, legt Van Lenning uit, en vrouwen doen pas sinds kort in die wereld mee. “Als je wordt uitgenodigd voor een chique diner met staatshoofden, hoe zou je je dan gedragen? Je kijkt hoe alle anderen zich gedragen en je doet wat zij doen. Je gaat niet roepen, ‘Hé, dit is wat ik vind!’, want dan wordt er door die chique mensen gewezen naar de redenen waarom je in eerste instantie werd uitgesloten.”

Natuurlijk

Dat vrouwen nu een plek aan tafel hebben, betekent niet dat er gelijkheid is, zegt Van Lenning. Om de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke stemmen in de academische wereld te bestrijden, is meer nodig dan sprekerslijstjes waar net zoveel vrouwen- als mannennamen op staan. Het probleem, zoals Van Lenning, Goodwin en Zekic allen stellen, is complexer dan dat.

Wat is er dan nodig? De wetenschappers zijn het erover eens dat bewustwording van gender bias het belangrijkst is. “De meeste mannen zijn zich niet bewust van hun privilege, omdat het voor hen natuurlijk lijkt”, zegt Goodwin. “Daarom is het zo belangrijk dat we vanaf een jonge leeftijd vrouwen zien spreken vanuit een machtspositie. Dat verandert wat mannen denken dat normaal en natuurlijk is, en wat vrouwen denken dat mogelijk is.”

Iedereens probleem

Van Lenning benadrukt dat het zinloos is om schuldigen aan te wijzen. “Soms krijgen vrouwen de schuld omdat ze niet hard genoeg hun best zouden doen of onvoldoende voor zichzelf zouden opkomen. Daar komen we niet verder mee”, zegt ze. “En het helpt ook niet om te roepen dat mannen vrouwen van het toneel drukken met hun grote mond. Genderongelijkheid is iedereens probleem. We zijn er allemaal door beïnvloed en we zijn er allemaal medeplichtig aan. We zijn allemaal verstrikt in die kauwgom.”

Goodwin maakt deel uit van het bestuur van het onlangs gelanceerde Tilburg University Network for Women, dat de vertegenwoordiging van vrouwen op de campus moet vergroten. De eerste bijeenkomst van het vrouwennetwerk vindt plaats op 26 juni. “Er is geen agenda, we gaan gewoon praten en elkaar leren kennen. Het is precies deze manier van netwerken waar vrouwen vaak buiten worden gelaten”, aldus Goodwin. Mannen mogen zich ook bij het netwerk aansluiten. “Mannen zijn absoluut welkom om mee te doen.”

Hoewel actieve interventie volgens Goodwin nog altijd nodig is om ervoor te zorgen dat de vrouwelijke stem gehoord wordt, zijn er wel belangrijke stappen voorwaarts gezet. “Het is nu beter dan toen ik twintig jaar geleden begon. Er zijn tegenwoordig meer vrouwen in de wetenschap. En mannen zijn zich meer bewust van de ongelijkheden die er zijn tussen mannelijke en vrouwelijke academici”, zegt ze. “Iedereen is het erover eens dat diversiteit en het horen van verschillende stemmen belangrijk is. Dat is al heel wat. Nu moeten we alleen nog bedenken wat we met die overeenstemming gaan doen.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.