Docenten kijken terug op studententijd

Het is voor de meeste studenten lastig voor te stellen, maar docenten zaten ooit zelf in de collegebanken. Ook zij waren eerstejaars die het studentenleven leerden kennen. Ook zij hebben de druk van deadlines en tentamens gevoeld. Univers ging met een viertal docenten in gesprek over hun studententijd en hun transformatie tot docent.

Bob van den Brand

“Ik herinner me dat ik op mijn achttiende mijn naam als prof. Bob op een bord schreef. Daar kan ik nu wel om lachen. Maar ik had nooit verwacht dat ik op de universiteit terecht zou komen, mijn verwachtingen gingen eerder richting businessschool of iets dergelijks. Op mijn studententijd kijk ik graag terug, het was heel leuk. We hadden relatief veel college maar er bleef ook genoeg tijd over voor andere dingen. Zo herinner ik me bijvoorbeeld nog heel goed een lustrum toen ik derdejaars student was. Het begon laat, duurde tot in de vroege uurtjes, en zanger Harry Slinger werd met bier bekogeld. Een megafeest, iets unieks voor die tijd. Maar ook de ontzettend grote collegezalen en de docenten met passie vooraan deze zalen zijn mij bijgebleven. Daarom probeer ik dat ook in mijn lessen mee te nemen. Ook al is het zo saai als wat, als je het met een stukje humor brengt komt het veel beter over.

Ik was een actieve student maar niet een excellente student, ik moest gewoon knokken en heb ook sommige vakken dubbel gedaan. Dat vertel ik ook aan mijn studenten, dan zeg ik: jongens, ik heb hier ook gezeten en ik heb sommige cursussen ook twee keer gedaan, maar niet omdat ik ze nou zo bijster interessant vond. Dan viel het tentamen bijvoorbeeld samen met het WK de avond ervoor of waren de Olympische Spelen aan de gang. Ik was ook wel van het uitstellen, ik had altijd een deadline nodig. Dat is ondertussen wel verbeterd maar door mijn ervaring geef ik bij studenten aan: niet uitstellen! Wat ik echt niet leuk vond waren de werkcolleges in zalen met driehonderd tot vijfhonderd man. Ook presentaties vond ik eng, maar die pakten gelukkig altijd goed uit. Ik dacht altijd, wat als ik de stof nou verkeerd geïnterpreteerd heb en daarom verkeerd overbreng?

Omdat ik hier als docent werk mag ik nog van het studentenleven proeven en dat is misschien zelfs leuker dan het opnieuw doen, anders zit je daar weer in je tochtige kamer. Mijn studententijd was een hele vrije en gemoedelijke tijd. Je was onbezorgd en een beetje bezig met jezelf en de rest van de wereld. Ik heb er veel vrienden aan overgehouden.”

Samiha Said

“Nieuwe dingen leren, dat vond ik geweldig. Ik was zo’n student die altijd hoge cijfers wilde halen. Daarom was ik goed voorbereid, zat ik altijd vooraan en was ik altijd aanwezig. Achteraf gezien was ik soms iets te streng voor mezelf. Toen ik een keer met koorts in de collegezaal zat, dacht ik, ik zou hier eigenlijk niet moeten zijn, maar toch was ik er. Nu ben ik  meer relaxed en kan ik dingen beter relativeren. Hoewel ik nog steeds een perfectionist ben, heb ik gaandeweg wel geleerd dat soms ‘goed genoeg’ ook gewoon ‘goed genoeg’ is.

Als ik terugkijk merk ik dat ik als student nog niet het hele plaatje overzag. Ik wilde alle vakken goed doen, maar kon nog niet goed overzien hoe ik dit later in de praktijk zou moeten plaatsen en toepassen. Dat kwam pas toen ik werkervaring opdeed. Ik denk dat ik wel ben gegroeid in discipline en zelfstandigheid tijdens mijn studententijd. En heel snel lezen, dat heb ik ook geleerd.

Soms herken ik me in studenten, meestal de actievere op de eerste rij. Ik vind het altijd heel leuk om die focus bij studenten te zien, maar ik heb soms ook de neiging om tegen ze te zeggen dat ze van hun studententijd moeten genieten. Voor je het weet is het voorbij!

Ik had in mijn eigen studententijd een docente die altijd negatief en chagrijnig was, of je nou goed meedeed of niet. Ik weet nog dat ik dat echt heel vervelend vond. Die ervaring heb ik meegenomen in mijn eigen manier van lesgeven, in die zin dat ik zoiets nooit wil doen. Ongeacht of de groep goed meedoet of niet, of wat er verder ook aan de hand zou mogen zijn, je benadert de student altijd positief. Je staat daar immers voor de student, en niet om met een zuur gezicht een verhaal af te draaien. Natuurlijk heb ik zelf ook wel eens momenten dat ik even tot tien moet tellen, maar uiteindelijk probeer ik altijd vriendelijk en geduldig te zijn. Ik denk dat je daar veel meer mee bereikt dan met negativiteit.”

Hannes Datta

“Ik ben met mijn studie in Ingolstadt begonnen en dat werd snel saai, op een gegeven moment was ik er op uitgekeken. Toen ben ik op zoek gegaan naar meer diversiteit en uiteindelijk in Maastricht terecht gekomen. Dat was een grote gamechanger, in positieve zin. Het was echt hartstikke gezellig, het was wennen toen ik geen student meer was. We hadden geweldige feestjes en je maakte vrienden voor het leven. Je leert jezelf tijdens je studententijd echt kennen. Achteraf gezien heb ik in Maastricht veel meer feest gevierd dan in Duitsland: dat feestvieren paste wel bij mij! Tegelijkertijd was ik erg ambitieus en in Nederland kon ik dat combineren met een leuk studentenleven.

Wat ik toen verschrikkelijk vond waren de Nederlandse studentenhuizen, dat was wel even wennen voor mij. Op zoek naar een kamer heb ik zulke vreselijke huizen gezien dat ik toch maar besloot mijn budget te verdubbelen zodat ik samen met iemand anders een appartement kon huren.

Veranderd ben ik ten opzichte van vroeger niet werkelijk, tenminste, dat hoop ik. Misschien drink ik wat minder dan vroeger, maar dat was het volgens mij wel. Natuurlijk groei je gewoon mee met de taken die je krijgt maar ik denk dat ik als persoon hetzelfde ben gebleven. Als ik mijn jongere ik advies zou mogen geven, zou ik mezelf aanraden om niet altijd voor de hoogste cijfers te gaan, maar wat vaker tevreden te zijn. Dus een beetje een ‘let loose & chill’ mentaliteit, dat had ik wel wat meer mogen hebben.

Ik herken me nog steeds in studenten, maar het wordt wel minder, ik word wat ouder. Zo slaan niet meer alle voorbeelden altijd aan. Ik streef er wel naar om toegankelijk te blijven voor studenten. Zo zie ik bijvoorbeeld dat veel studenten, net als ik vroeger ook, niet kunnen schrijven. Pas tijdens mijn proefschrift heb ik geleerd goed te schrijven. Dan geef ik ze de tips die ik toen heb gekregen. Studenten willen hun docent kennen: ook dat probeer ik te bereiken. Zelf hou ik wel van gezelligheid dus we organiseren aan het einde van een vak altijd een borrel. Dat maakt je benaderbaar.”

Tijs Kooijmans

“Op de avond na mijn laatste eindexamen op het vwo verhuisde ik naar Rotterdam waar ik met een goede kameraad ging wonen om daar te studeren. Dat deed ik met heel veel plezier. Tijdens mijn studie was ik niet een nerd, maar ook geen kroegstudent, ik viel ertussenin. Ik was een serieuze student bij wie het niet vanzelf kwam aanwaaien en die echt hard heeft moeten werken om het goed te doen. Toch was ik niet honderd procent van de week met mijn studie bezig, ik had ook verschillende bijbaantjes, had veel sociale en sportieve activiteiten. De studententijd was een leuke en prachtige periode in mijn leven waar je jezelf zowel intellectueel en als mens ontwikkelt. Je gaat op jezelf wonen, je creëert een nieuw netwerk en je doet allerlei sociale contacten op. Ik heb me ontwikkeld van scholier tot student en uiteindelijk tot jurist. Slechte herinneringen aan die tijd heb ik niet, spijt evenmin. Ik heb precies die dingen gedaan die ik wilde doen en geleerd mijn hart te volgen, wat mij tot het strafrecht heeft geleid. Het enige wat ik, nu terugkijkend op mijn studententijd, misschien nog wel had kunnen doen, was een exchange.

Wat ik soms mis is de tijd die je als student had om je echt te verdiepen in een onderwerp. Tegenwoordig is het vaak een kwestie van zoeken naar een balans tussen voldoende tijd voor onderwijs en voldoende tijd voor onderzoek. En het is voor mijn gevoel altijd te weinig.  Op zulke momenten denk ik hoe fantastisch het zou zijn als ik meer tijd en ruimte zou hebben om mij in dat ene boek te verdiepen.

Ik verbeeld me dat ik nog kan meevoelen met studenten: natuurlijk is college op vrijdagmiddag om kwart voor vijf niet het leukste tijdstip. Het kernelement voor mij bij het doceren is het enthousiasme waarmee je het vak overbrengt. Ik vind strafrecht geweldig maar ik heb niet de illusie dat alle studenten die hier rechten studeren ook strafrechtelijk afstuderen. Wel hoop ik dat ik met mijn liefde voor het vak studenten prikkel om verder na te denken over oplossingen voor de moeilijke problemen waarvoor het recht zich in onze complexe samenleving gesteld ziet.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.