Ziek geworden door medicijnen? Bewijs het maar

Wie denkt ziek geworden te zijn door een medicijn, kan de farmaceutische fabrikant voor de rechter dagen. Maar wat als een bijwerking niet bekend is? Yorn d’Hooghe (Rechtsgeleerdheid) onderzocht wat Europese rechters hierover te zeggen hebben.

Medicijnen hebben bijwerkingen, daar wordt in bijsluiters op gewezen. Zo weten patiënten waar ze aan beginnen en zijn producenten doorgaans gevrijwaard van schadeclaims. Maar niet alles is te voorzien, er kan een bijwerking optreden die in de medische wetenschap nog niet in verband is gebracht met een medicijn. Het is de vraag voor wiens rekening het risico moet komen dat een medicijn een onvoorziene bijwerking heeft. Volgens de Europese richtlijn Productaansprakelijkheid is dat de producent. Wel moet de consument bewijzen dat het medicijn gebrekkig is, en dat daardoor schade is geleden. Dat is lastig, want de bijwerking is immers niet bekend.Niet in alle Europese lidstaten kan iets op dezelfde manier bewezen worden. In Frankrijk, waar consumenten goed beschermd worden, kan een vermoeden genoeg zijn voor de bewijslevering. Zo is medisch nooit bewezen dat een gebrekkig hepatitis B-vaccin de ziekte multiple sclerose kan veroorzaken. Toch daagde een zekere W. de farmaceutische fabrikant Sanofi Pasteur voor de rechter. De zaak kwam uiteindelijk voor het Franse Hof van Cassatie, dat aan het Europese Hof van Justitie vroeg of bewijs ook volgens de laatste Europese regels slechts op vermoedens gebaseerd kan zijn.

Het antwoord: jawel, want iedere lidstaat bepaalt zelf hoe bewijs geleverd wordt en rechters moeten zelf afwegingen kunnen maken. Zolang het maar mogelijk is om volgens de Europese regels schade te claimen.

Yorn d'Hooghe

Yorn d’Hooghe

In Nederland nemen rechters minder snel aan dat een medicijn gebrekkig is, en dat daardoor schade is ontstaan bij de patiënt. In de afweging die de rechter maakt, pleit het in het voordeel van de producent dat een vaccin een algemeen gezondheidsdoel nastreeft. Het risico verschuift richting de patiënt. Die moet voldoende aannemelijk maken dat schade is geleden door het gebruik van een gebrekkig medicijn. Vermoedens kunnen daarbij wel gebruikt worden, maar de Nederlandse rechter gaat er niet snel in mee.

Volgens D’Hooghe zou de Nederlandse rechter meer gebruik kunnen maken van vermoedens, en daarmee de bewijslast voor patiënten kunnen verlichten. Dat gebeurt bijvoorbeeld al bij whiplashzaken, waarbij het hoofd tijdens een ongeval een heftige slingerbeweging heeft gemaakt. Wervels, spieren en gewrichten kunnen er ernstig door beschadigen, terwijl medisch niet vastgesteld kan worden of dat door het ongeluk komt. Dat de klachten er zijn, is voldoende om het causale verband toch vast te stellen.

Tegelijkertijd denkt D’Hooghe dat het Europese hof een stap te ver is gegaan. Het oordeelde namelijk ook dat de vermoedens van W. genoeg bewijs opleverden om multiple sclerose toe te schrijven aan hepatitis b-vaccinaties. Wat in de medische wetenschap niet bewezen kan worden, kan voor het recht toch bestaan. Dat is niet altijd wenselijk. In een tijd waarin er een toenemend wantrouwen is tegenover vaccinaties en de vaccinatiegraad terugloopt, was volgens D’Hooghe een genuanceerdere uitspraak wenselijk geweest.

Cijfer: 8,5In de rubriek ‘Masterscriptie’ schrijven we iedere maand over een opvallende masterscriptie. Wil je ook aandacht voor je maandenlange onderzoek? Stuur je thesis naar ons op.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.