Overgewicht: behandeling van een diëtist vaak te weinig resultaat

Overgewicht: behandeling van een diëtist vaak te weinig resultaat

De helft van de volwassen Nederlanders is te zwaar. Al die extra kilo’s zijn erg nadelig voor de gezondheid, dus is het zaak om ze weer kwijt te raken. Lisa Verberne onderzocht of begeleiding van een diëtist helpt bij het afvallen. Dat valt tegen. Driekwart van de patiënten met overgewicht valt te weinig af na behandeling van een diëtist, zo blijkt uit haar promotieonderzoek.

Beeld: Africa Studio / Shutterstock

Verhoogde kans op kanker, slijtage van gewrichten, diabetes, hart- en vaatziekten, de lijst van aandoeningen die in verband staan met (ernstig) overgewicht is lang en schrikbarend. Een groot maatschappelijk probleem, want ruim 50 procent van de Nederlanders heeft overgewicht, en 15 procent zelfs obesitas.

“De groep mensen met overgewicht is de laatste jaren wel gestabiliseerd”, vertelt Lisa Verberne, die promotieonderzoek deed naar de gezondheid en de behandeling van mensen met overgewicht en obesitas in huisartsen- en diëtistenpraktijken in Nederland. “Maar vanaf 1990 is het aantal mensen met overgewicht gestegen van 35 procent naar 50 procent. En het aantal met obesitas, van 5 naar 15 procent. Dat is een flinke groei.”

Naar de diëtist

De overheid probeert de problematiek aan te pakken met het Nationaal Preventieakkoord, een uitgebreid pakket aan afspraken en maatregelen om een gezonde leefstijl te bevorderen. Mensen met overgewichtsproblemen kunnen zorg en ondersteuning op maat krijgen. Zoals een doorverwijzing naar de diëtist of een leefstijlinterventie.

Voor haar onderzoek maakte Verberne gebruik van gepseudonimiseerde, niet-herleidbare gegevens uit de elektronische medische dossiers van bijna 3500 patiënten. Daaruit kwam naar voren dat driekwart van de mensen met overgewicht, na behandeling van een diëtist niet de aanbevolen gewichtsafname behaalt van 5 procent (of meer) van hun startgewicht. Heeft een bezoekje aan de diëtist dan wel zin?

“Uit mijn onderzoek is niet zozeer gebleken dat dit beperkte resultaat komt omdat de diëtisten hun werk niet goed doen”, vertelt Verberne. De tegenvallende resultaten kunnen verklaard worden doordat veel patiënten vroegtijdig stoppen met de behandeling bij een diëtist. “Om een positief effect te zien moet er zeker een jaar lang behandeld worden. Veel mensen haakten al veel eerder af. Gemiddeld gingen ze naar vier consulten in een periode van vijf maanden.”

“Hoe ouder mensen zijn, hoe lastiger ze het vinden om hun leefstijl aan te passen.”

Een reden voor de magere opkomst kan zijn dat verzekeringen slechts drie consulten vergoeden, vertelt Verberne. Verder wijt ze het aan een gebrek aan motivatie bij de patiënten. “Het duurt nu eenmaal lang om je leefstijl aan te passen. Gewoontes verander je niet van de ene op de andere dag. Heel veel mensen vallen ook weer terug in hun oude gedrag nadat begeleiding wegvalt.”

Ook viel haar op dat de leeftijd van de mensen die een diëtist bezocht relatief hoog is. Rond de vijftig jaar. “Je kunt je afvragen: moet dat niet eerder? Hoe ouder mensen zijn, hoe lastiger ze het vinden om hun leefstijl aan te passen.”

De oplossing ligt volgens Verberne dan ook niet alleen in handen van de diëtist of het individu. “Om mensen te helpen hun leefstijl te verbeteren moeten we inzetten op een multidisciplinaire aanpak. De oplossing ligt niet alleen in de zorg. Fabrikanten moeten gezondere voeding produceren. Op scholen en sportclubs moet junkfood vervangen worden voor voedzamere levensmiddelen. Mensen moeten op een laagdrempelige manier gestimuleerd worden om dagelijks meer te bewegen.”

Tip voor de huisarts

Waar Verberne ook nog een mogelijkheid tot verbetering ziet is in de praktijk van de huisarts. Uit haar onderzoek blijkt dat huisartsen vaak verzuimen om het gewicht en BMI van patiënten te registreren in het elektronisch patiëntendossier. Een gemiste kans, volgens de onderzoeker.

Lisa verberne
Lisa verberne

“De huisarts is toch de poortwachter van de zorg. Huisartsen zien hun patiënten meestal een aantal keer per jaar. Als het gewicht stelselmatig wordt genoteerd, kunnen je bepaalde zaken gaan opvallen. Iemand wordt langzaam steeds zwaarder, of verliest juist veel gewicht in zeer korte tijd. Zelfs als er nog geen klachten zijn, kan zoiets aanleiding zijn om een gesprekje te beginnen. Op die manier kun je er eerder bij zijn.”Proefschrift: Management of overweight and obesity in primary healthcare

Promovendus: Lisa Verberne (Arnhem, 1985) behaalde in 2009 haar masterdiploma Nutritional Health and Public Health Epidemiology aan Wageningen University. Op diezelfde universiteit werkte ze daarna als junior onderzoeker bij het departement Nutrition & Health. In 2012 startte ze met haar promotieonderzoek bij het Nivel en Tranzo. Woensdag 30 oktober 2019 promoveerde zij op dit onderzoek. 

Promotor: Roland Friele

Co-promotor: Mark Nielen

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.