Ik ben een man van middelbare leeftijd

Al bij studentenvoetbalvereniging Merlijn merkte Tom Grosfeld iedere week dat zijn niveau achteruitging. ‘Maar niet in mijn hoofd, nee, daar was ik nog iemand die fit is. Het duurt blijkbaar lang om afscheid te nemen van een beeld dat je van jezelf hebt opgebouwd.’

Tom Grosfeld. Beeld Ton Toemen

Pats, hoorde ik mijn kuit zeggen toen ik naar een kort gespeeld balletje sprintte tijdens het padellen. Ik hinkelde naar de kant, ging op een bankje zitten en even wilde ik, zoals ik professionele tennissers vaak heb zien doen, mijn betraande gezicht verstoppen in een handdoek. Maar ik had geen handdoek. En ook geen betraand gezicht. 

Maar toch. De zweepslag kwam hard aan. Ik voelde me elke week beter worden, het competitieve gevoel dat ik zo lang had moeten onderdrukken – jonge kinderen, weinig tijd, chronische vermoeidheid – kwam er eindelijk weer zonder aarzeling of gêne uit. En dan raak je geblesseerd en weet je: dat wordt weken revalideren. 

Toen ik later die avond thuis op de bank lag, zocht ik informatie op over mijn blessure. Het eerste wat ik las: een zweepslag komt vooral voor bij sporters van middelbare leeftijd. Oei, dacht ik. Oei, oei. 

En plots realiseerde ik dat ik de aftakeling van mijn lichaam al die jaren had ontkend. 

Dat begon al toen ik als student bij studentenvoetbalvereniging Merlijn ging voetballen. Doordeweeks had ik geen zin om te trainen, zaterdag speelde ik een wedstrijd. Ik werd elke week minder fit, mijn niveau ging hard achteruit, maar niet in mijn hoofd, nee, daar was alles anders, daar was geen sprake van regressie. 

Het studentenvoetbal liep over in een vriendenteam van werkende twintigers en dertigers. Natuurlijk kon ik nog op het middenveld spelen, zei ik. Maar na tien minuten zat ik er vaak al doorheen. Toch dacht ik elke zaterdag weer: vandaag ga ik mijn oude niveau aantikken. Het duurt blijkbaar lang om afscheid te nemen van een beeld dat je van jezelf hebt opgebouwd, een beeld dat een groot deel van je identiteit inkleurde, namelijk: iemand die fit is, iemand die graag sport, iemand die vaak wint.

Ook tijdens het padellen voelde ik me weer even die jonge sporter die doordeweeks nog gewoon trainde. Alles leek goed te gaan: ik had geen last van mijn zwakke, krakende knieën en de afwezigheid van een goede conditie had weinig invloed op mijn spel. 

Maar al snel floot de zweepslag me terug. Het goede nieuws: daardoor zag ik eindelijk in dat ik de vroegere versie van mezelf moest loslaten. Ik ben niet meer soepel, heb weinig explosiviteit, nauwelijks spierkracht, een waardeloze conditie, een klein buikje. 

Wie houd ik voor de gek?

Ik ben een man van middelbare leeftijd die af en toe een potje padel speelt en hoopt niet geblesseerd te raken. Dat lucht op.

Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.