Dwing studenten niet om een vak duurzaamheid te volgen
Duurzaamheid moet geen verplicht vak worden aan de universiteit, schrijft hoogleraar Jan Fransoo. ‘We hebben in Tilburg al relatief weinig keuzevakken. Een nog groter deel van het onderwijs verplichten, neemt alle regie weg bij studenten.’

In een opinie op Univers pleiten een aantal collega’s (zowel wetenschappers als beleidsondersteuners) dat in alle curricula verplicht aandacht moet worden besteed aan duurzaamheid. Niet meer als keuzevak, maar als verplicht deel van het curriculum, voor alle studenten en in alle opleidingen, en in ‘het Tilburgse onderwijsprofiel’. Het opiniestuk is een vervolg op een paneldiscussie tijdens de opening van het academisch jaar waar een van de panelleden ervoor pleitte om ‘dit te operationaliseren door het op te nemen in de strategie’(sic).
Laat ik vooropstellen dat ook ik duurzaamheid in het onderwijs belangrijk vind. Ik doceer in het vak ‘Global Sustainable Leadership’ dat op initiatief van mijn collega Ronald de Jong wordt aangeboden (als keuzevak) aan de bachelorstudenten International Business Administration, en in de minor ‘Operations for Sustainable Development’ (samen met het Zero Hunger Lab) die beschikbaar is voor de gehele campus.
Zowel het vak als de minor trekken meer dan 200 studenten die bewust kiezen voor een duurzame verdieping. Het is dus wel degelijk mogelijk om met een goed keuzeaanbod een grote groep studenten te bereiken. Ik ben een forse tegenstander van het verplicht maken van deze keuzevakken. Ik heb hiervoor zowel een onderwijskundig als een maatschappelijk argument.
Onderwijskundig hebben we in Tilburg al een heel groot verplicht curriculum met relatief weinig keuzevakken. Daar liggen allerlei oorzaken aan ten grondslag zoals een gebrekkige financiering en enorme versnippering van het onderwijs over faculteiten.
Een nog groter deel van het onderwijs verplichten dan nu al het geval is, neemt alle regie weg bij studenten om zelf meer individueel hun curriculum vorm te geven. Dat laatste is juist de meest gangbare trend aan andere universiteiten, en we weten dat in de bachelor meer keuzevrijheid goed is voor zowel instroom als ambitie.
Maatschappelijk zijn er naast duurzaamheid nog veel andere uitdagingen die ook belangrijk zijn. Met het maken van een expliciete keuze voor alleen duurzaamheid, zeggen we in feite ook dat die andere uitdagingen minder belangrijk zijn.
Met ons Tilburgse profiel hebben we ook belangrijke bijdragen te leveren aan grote maatschappelijke problemen zoals het geleidelijk aan verdwijnen van de democratie, de steeds grotere sociaal-maatschappelijke kloof tussen universitair en anders-opgeleiden, de toenemende geopolitieke onveiligheid, en de vergrijzing van de maatschappij en daarmee samenhangende problemen in de gezondheidszorg en arbeidsproductiviteit.
Als wij studenten dwingen om tussen al deze uitdagingen een keuze te maken voor duurzaamheid, beperken wij onnodig de reikwijdte van onze maatschappelijke impact. Als alternatief stel ik voor een mogelijkheid te creëren voor elke student om het maatschappelijke profiel te kiezen dat hen het meest motiveert. Keuzeruimte is daarvoor belangrijk, en een divers aanbod van keuzevakken en minoren die campusbreed toegankelijk zijn maakt die keuzeruimte mogelijk.
En laten we daarbij ophouden met het vertellen aan onze docenten wat ze ‘moeten’ doen, maar laten we ze in plaats daarvan de mogelijkheid geven te doceren wat hen inspireert. Uiteindelijk heeft dat de meeste invloed op wat een student ervaart. Vele malen meer dan het ‘opnemen in de strategie’.
Jan Fransoo is hoogleraar Operations and Logistics Management bij TiSEM.