Rode lijn van protest door Amsterdam: ‘Krachtig signaal naar politiek Den Haag’
Rode sjaals, petten en regenjassen kleurden de straten van Amsterdam tijdens de Rode Lijn-demonstratie, een protest tegen het geweld in Gaza. Maar wat brengt zo’n massale betoging écht teweeg? Univers sprak met politiek socioloog Ruud Wouters en aanwezige demonstranten.

‘Een betoging van 250.000 mensen is indrukwekkend,’ zegt politiek socioloog Ruud Wouters, verbonden aan de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences. ‘Dat is een significant deel van de bevolking. In Nederland komt dat overeen met zo’n vier zetels in de Tweede Kamer. En dan weet je: dit is slechts het topje van de ijsberg. Er is nog een veel grotere groep mensen die de boodschap steunen maar niet aanwezig konden zijn.’
Gisterenmiddag werd het protest zichtbaar op de Amsterdamse straten. In de menigte wapperden Palestijnse vlaggen en staken betogers borden omhoog met leuzen als ‘End the genocide’, ‘I hate large crowds, but I hate genocide more’ en ‘I used to love Dick, but Schoof changed my mind.’
Het was het derde, en volgens de organisatie ook het grootste Rode Lijn-protest tot nu toe. Zeker 250.000 mensen waren aanwezig, meer dan de 150.000 en 100.000 van de eerdere edities in Den Haag.
‘We voelden de roeping om te komen’
Voor Dirk van Son, alumnus van Tilburg University, was het zijn eerste demonstratie. ‘Ik voel heel sterk dat het grote onrecht dat onschuldige mensen in Gaza wordt aangedaan, niet genoeg erkend wordt door onze regering. We voelden de roeping om te komen,’ vertelt hij aan Univers.
Van Son noemt de demonstratie indrukwekkend. ‘Er hing echt een gevoel dat het nú moet gebeuren. Wat mij vooral opviel, was hoe breed dit sentiment gedeeld werd in de straten van Amsterdam: honderden mensen hingen vlaggen uit hun ramen en sloegen op pannen langs de route.’
Banden verbreken
Rayan Fransawi, student Human Resource Studies aan Tilburg University, benadrukt de brede opkomst: ‘Het was indrukwekkend om te zien hoe kinderen, ouders en ouderen samenkwamen, verenigd onder één doel.’ Hij voegt toe dat zijn deelname ook een statement was richting Tilburg University: ‘We willen dat onze universiteit aan de juiste kant van de geschiedenis staat en alle banden met Israël verbreekt.’
‘In het licht van de recente discriminatie aan Tilburg University vond ik het nog belangrijker om mijn recht op vrijheid van meningsuiting uit te oefenen,’ vult Panka Toma aan, partijleider van de studentenfractie Progressive Student Alliance (PSA). ‘Het is nu voor iedereen duidelijk dat dit geen ‘conflict’ is: we zijn getuige van een genocide.’

Impact
Politiek socioloog Ruud Wouters ziet in de massale opkomst van het Rode Lijn-protest een krachtig maatschappelijk signaal. ‘Nederland is allesbehalve ‘betogingsmoe’. Van de eerste naar de derde editie groeide het aantal deelnemers van 100.000 naar 250.000. De situatie in Gaza blijft mensen raken.’
Volgens Wouters hebben grote demonstraties vooral impact wanneer ze samenvallen met belangrijke momenten in de politiek, zoals verkiezingen. ‘Hoe sterker het signaal in de publieke opinie, hoe groter de druk op politici. Zij moeten zich afvragen: wat vindt ons electoraat? Moeten wij hier iets over zeggen of juist niet?’
‘In België zagen we dat de regering uiteindelijk standpunten over Gaza moest innemen, mede door publieke druk en protesten.’ Concreet leidde dit tot de officieuze erkenning van de Palestijnse staat en het opleggen van sancties aan Israël.
Groeiende druk
Die druk lijkt nu ook in Nederland effect te hebben. Het demissionaire kabinet besloot vorige week al een aantal ernstig zieke kinderen uit Gaza naar Nederland te halen. Eerder werden soortgelijke moties over dit onderwerp nog verworpen omdat partijen als PVV, VVD en BBB tegenstemden.
Wouters plaatst deze verschuiving in een strategisch perspectief: ‘Partijen willen macht verwerven door kiezers achter zich te scharen. Ze benadrukken thema’s die hun electorale positie versterken en passen hun standpunt aan wanneer de publieke opinie dat vereist. Wie laat op de kar springt, toont opportunistisch gedrag en dat bepaalt hun geloofwaardigheid, zeker nu de verkiezingen eraan komen.’
Wel waarschuwt hij dat politieke aandacht vluchtig kan zijn. ‘Mocht er nu iets anders gebeuren – een terroristische aanslag of een plotselinge economische crisis – dan kan zo’n nieuw thema ineens weer bovenaan de agenda van kiezers en politici komen te staan. Politieke partijen passen hun prioriteiten voortdurend aan op wat op dat moment het meest relevant is voor hun achterban.’
