Proteïnehype: gezonde ontwikkeling of marketingtruc?
Of het nu chips, koffie of een reep Snickers is: overal staat het woord proteïne met koeienletters op de verpakking. Ook op producten die van nature al rijk zijn aan eiwitten, zoals tonijn of jonge kaas. Waar komt deze proteïnehype vandaan?

Jarenlang draaide de voedingsdiscussie om vetten, koolhydraten en suiker. We moesten er vooral minder van eten. Proteïne, ofwel eiwit, kreeg echter een andere rol: het werd gepresenteerd als iets waarvan we juist meer moeten binnenkrijgen.
‘Dat spreekt mensen aan,’ zegt docent marketing Odette Bruls (TiSEM) die ook een achtergrond heeft in voeding en diëtiek. ‘Het is fijner om te horen dat je iets mag nemen, dan dat je ergens mee moet stoppen.’
Waar voorheen vooral ouderen en fanatieke sporters werd geadviseerd om voldoende eiwit te eten, lijkt tegenwoordig niemand eraan te ontkomen. In de supermarkt liggen de ‘high protein’-producten in vrijwel elk schap. Van chips tot koffie, op de meest creatieve manieren wordt eiwit aan veel producten toegevoegd. Maar waarom?
Gebaseerd op trends
Wie meer eiwitten wil eten, kan natuurlijk ook kiezen voor voedingsmiddelen die van nature rijk zijn aan proteïnes, zoals tonijn of kwark. Toch voegen fabrikanten het nu ook toe aan producten waarin het van oorsprong nauwelijks voorkomt, zoals chips of repen.
‘Fabrikanten zijn voortdurend op zoek naar wat consumenten denken nodig te hebben, maar zelf nog niet beseffen,’ legt Bruls uit. ‘Wanneer zo’n boodschap aanslaat, zoals bij proteïne, willen andere producenten niet achterblijven.’
Het gevolg is een kettingreactie: zodra één merk proteïne op de verpakking zet, voelen anderen zich genoodzaakt te volgen. ‘Als je een product maakt dat van nature veel eiwitten bevat, maar het tijdens deze hype niet op de verpakking vermeldt, ben je eigenlijk een dief van je eigen portemonnee,’ aldus Bruls.
Online marketing
Maar hypes hoeven niet per se bij fabrikanten te beginnen. Voedingsmiddelen kunnen ook door media onder de aandacht komen. Zo delen zogenoemde fitfluencers dagelijks hun maaltijden en trainingsroutines op sociale media, vaak met een nadruk op protein.
Dat veel verpakkingen het Engelse protein gebruiken, is volgens Bruls geen toeval. ‘Ik denk dat veel mensen niet weten dat het hetzelfde is als eiwit,’ zegt ze. ‘Engels klinkt daarnaast ook moderner en internationaler. Dat past bij het imago dat merken graag willen uitstralen.’
De proteïne wordt duur betaald
Ook consumenten zijn een dief van hun eigen portemonnee bij het kopen van veel ‘hoog in eiwit’-producten. Producten met extra eiwitten zijn meestal duurder en leveren producenten hogere marges op. Een Snickers met extra proteïne kost bijvoorbeeld twee keer zoveel als een normale Snickers. Is die paar gram extra eiwit dat geld echt waard? ‘Nee,’ lacht Bruls.
Er ontstaat langzaam ook een tegenbeweging online, merkt Bruls op. Zo zijn er steeds meer influencers die kritisch zijn op de voedingsindustrie. Zij houden bijvoorbeeld twee yoghurtjes naast elkaar: één met een proteïneclaim en één zonder. Op die manier laten ze zien dat het verschil in eiwitgehalte vaak minimaal is.
Te mooi om waar te zijn
Is eiwit dan slecht voor je? ‘Eiwit is niet slecht voor je, maar wie bewust met voeding bezig is, kan volgens Bruls beter kijken naar producten die van nature eiwitrijk zijn. ‘Dat is vaak gezonder én goedkoper.’
‘En als je wilt weten hoeveel eiwitten je binnenkrijgt, houd het dan een paar dagen bij. Dan merk je vanzelf of je er daadwerkelijk te weinig van eet,’ tipt Bruls. De vuistregel voor eiwitten is volgens het Voedingscentrum 0,83 gram proteine per kilo lichaamsgewicht per dag. Als je 75 kilo weegt, komt dat op ongeveer 62 gram eiwit uit.
En al die toegevoegde proteine? Die maken producten nog niet direct gezond. ‘Een Snickers met extra proteïne blijft natuurlijk een Snickers. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat vaak ook,’ eindigt Bruls.
