1964 10 01

Tilburgs Hogeschoolblad
jaargang 1
Redactie: H. B. Kramer W. G. Boerboom
R. S. F.J. M van der Lugt Redactie-adres: Hogeschoollaan 22 5, Tilburg
P. J. J. M. van Overveld J. E. E. de Smit
J. H. Weitenberg
J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau Senaat)
„Het is duidelijk, dat de groentijd, mede in ver- band met de democratisering van het acade- misch onderwijs, op de duur in zijn oude vorm niet meer te handhaven zal zijn. Toch zouden wij het betreuren, indien met de afschaffing of aanpassing ervan ook de positieve kanten van een introductictijd teloor zouden £aan. Tot die positieve kanten behoort ons inziens onder meer het leggen van de grondslagen voor het zich eigen maken van een academische stijl. Dat enkele symptomen van stijlloosheid, welke wij in de studentenwereld hebben moeten con- stateren, louter en alleen hun oorzaak vinden in een verslapte groentijd. willen wij niet zeg- gen, maar een goed geplande en geleide intro- ductietijd kan veel bijbrengen, dat voor de stijl van de toekomstige academicus van belang kan zijn. Wij menen geenszins, dat hierbij dient vastgehouden te worden aan versleten vormen en mores. Ook de stijl is aan verandering on- derhevig”.
Met deze woorden formuleerde prof. Scheffer zijn mening over de huidige wijzigingen in de groentijd. Overigens uitte hij zijn tevredenheid over de wijze, waarop de groentijd in het afge- lopen studiejaar in Tilburg was verlopen. De studentenorganisaties hadden zich aan de ge- maakte afspraken gehouden.
Naar aanleiding van de uitbreiding van de ho- geschool met een juridische faculteit aan het begin van zijn ambtsperiode in 1963, wees de aftredende rector op het gevaar van desintegra- tie. Men heeft in Tilburg steeds het voordeel gehad, dat binnen de eigen opleidingen nage- noeg alle wetenschappen een plaats vonden, die zich concentreren op de vraagstukken rond de mens en de maatschappij. Het zou zeer te be-
treuren zijn, indien door de vorming van facul- teiten deze unieke situatie niet verder werd be- nut om te streven naar sythese, hoe moeilijk dat ook kan zijn. ,,Er dient tegen te worden gewaakt, dat de zin en het doel van het samen- wonen onder één dak van economie, sociologie en rechten tot een farce wordt.”
Prof. Scheffer gaf een opsomming van de in- ternationale wetenschappelijke kontakten, door de leden van de Akademische Senaat in het af- gelopen jaar onderhouden. In verband daarmee onderstreepte hij het grote belang van derge- lijke kontakten. Niet alleen accentueren zij de betrekkelijkheid van het eigen kunnen, zij zijn ook van belang voor de eenwording van Euro- pa en het noodzakelijk naar elkaar toegroeien van het wetenschappelijk onderwijs in de diver- se landen.
Aan de Tilburgse hogeschool studeerden in het voorbije studiejaar 67 economen en 18 so- ciologen af. In de nieuwe juridische faculteit deden 11 studenten het eerste deel van het can- didaatsexamen, waarvan er 8 slaagden. Er wa- ren vier promoties, alle in de economische wetenschappen. Prof. Scheffer tekende daarbij aan: ,,De voorbereiding tot de promotie eist enorme opofferingen, zowel van de promoven- di als van hun vaak zeer jonge gezinnen. Wan- neer men niet bereid of in staat is gedurende een lange periode nagenoeg alle vrije tijd aan de studie te besteden, behoeft aan een disser- tatie niet te worden gedacht.”
Tenslotte besteedde de Tilburgse rector ruime aandacht aan de verkorting van de studieduur: ,,De discussie is nog lang niet beëindigd. Wel
nummer 9 oktober 1964
Overdrachtsrede Prof. dr C. F. Scheffer
1
is inmiddels duidelijk geworden hoe weinig exacte kennis men van het verschijnsel studie- duur heeft, en hoe arbitrair de daarvoor van hogerhand gegeven normen worden vastgesteld. Het is naar onze mening evident, dat een rela- tief lange studieduur slechts dan als maatschap- pelijk ongewenst kan worden aangemerkt, wan- neer deze het gevolg is van tijdvermorsing ten nadele van de gemeenschap. Wanneer de stu- dietijd wordt verlengd door intensieve deelne- ming aan het studentenleven of doordat men elders, b.v. in het buitenland, zich praktisch of
theoretisch heeft bekwaamd op een terrein, al dan niet verwant aan de eigen studie, dan is dit geenszins afkeuringswaardig.
Hieraan zal een introductie in de typologie der administratieve toepassingen worden toege- voegd.
De wijziging is in het bijzoader van belang voor hen die de bedrijfseconomische richting voor het doctoraal examen kiezen. Met de aan- wijzing van administratieve organisatie als keu- zevak wordt tweeërlei beoogd. In de eerste plaats wordt op deze wijze een betere voorbe- reiding verkregen voor hen die later in een ad- ministratieve of administratief georiënteerde funktie in het bedrijfsleven werkzaam zullen
zijn. De administratie is immers middel tot re- gistratie, informatie en communicatie in het be- drijf, ze is, om een populaire aanduiding te gebruiken, „tooi of management”, en zo min als men het in enig vak buiten de kennis van het gereedschap kan stellen, kan de bedrijfs- econoom zijn vorm.ing voltooid achten zonder
Tijdvermorsing spruit veelal voort uit overma-
tige vrijheid, welke de student niet op efficiën-
te wijze weet te benutten.
Zo werkt de vrijheid tot het afleggen van ten-
tamens en examens op door de student ge- de onmisbare elementaire kennis te bezitten
wenste tijdstippen vaak remmend ten aanzien van het studietempo en is deze er de oorzaak van, dat de feitelijke studieduur in meer of mindere mate van de in de reglementen gepro- jecteerde studieduur afwijkt.
De maatregelen, welke in Tilburg in de afge- lopen jaren zijn genomen om tot bekorting van de studieduur dan wel efficiënter gebruik van de studietijd te geraken, betreffen nagenoeg uitsluitend de beperking van de vrijheid tot het afleggen van examens en tentamens op elk door de individuele student gewenst tijdstip. Het moge duidelijk zijn, dat deze vrijheid, met de groei van het aantal studenten, ook om or- ganisatorische redenen niet meer houdbaar is.”
ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE ALS KEUZEV AK
Bij kennisneming van de Gids voor het studie- jaar 1964/65 zal blijken, dat administratieve organisatie voortaan als keuzevak voor het doctoraal examen in de economische weten- schappen kan worden gekozen.
In de administratieve organisatie wordt reeds sedert jaren aan onze Hogeschool prae-docto- raal onderwijs gegeven in de vorm van een practicum, terwijl na het doctoraal examen de administratieve organisatie een der hoofdvak- ken is voor het accountantsexamen, waar deze stof ingevolge de nomenclatuur der hoger on- derwijswet nog te boek staat als inrichtings- leer.
De leerstof zal bestaan uit de stof van het thans bestaande practicum en voorts uit de materie die thans als voortgezet boekhouden voor de accountantsopleiding wordt vereist.
2
van wat in dit opzicht tot zijn technische uit- rusting behoort.
In de tweede plaats brengt het nieuwe keuze- vak een betere overgang naar de accountants- opleiding, het is een stukje integratie van doc- torale en postdoctorale vorming, waarmede een grondige en passende voorbereiding tot de ac- countantsopleiding tot stand komt. Een ver- korting van de officiële termijnen dezer oplei- ding wordt hiermede nog niet verkregen, maar het ligt wel in de lijn der verwachtingen dat de tentamina en het examen in de daarvoor staan- de termijnen zullen kunnen worden afgelegd.
Aldus mag de wijziging worden begroet als een bijdrage tot vervulling van het algemeen ver- langen naar verkorting van de studieduur door een doelmatiger indeling van de studie zonder aantasting van het niveau. Deze aspekten zijn voor de accountantsopleiding zo essentieel, dat het nieuwe keuzevak verplicht is gesteld voor hen die de accountantsopleiding volgen (uiter- aard met een overgangsregeling).
Tenslotte enige opmerkingen over de verhou- ding tot reeds bestaande exameneisen:
a) het bewijs, dat het voortgezet boekhouden gedurende één jaar met vrucht is gevolgd, zal door hen die de a.o.-richting uitgaan, vóór het candidaatsexamen moeten worden verkregen. Aldus wordt aan een sedert ja- ren gegeven, maar schaars opgevolgd ad- vies, kracht bijgezet.
b) het bewijs, dat het practicum leer van de administratieve organisatie gedurende één jaar met vrucht is gevolgd, blijft gevorderd van hen die dit vak niet als examenvak kiezen.
Prof. G. L. Groeneveld
OPINIE EN GODSDIENST
Een critischer houding t.o.v. pauskeuze en 2de Vaticaans Concilie in het algemeen, zaken als „De Plaatsvervanger” en onlangs de affaire Oraison meer incidenteel, zijn uitingen van een in de na-oorlogse Westerse wereld groeiende meningsvorming over godsdienst en Kerk.
Opinievorming van leken over kerkelijke zaken bestond voor deze tijd nauwelijks, omdat zij niet getolereerd zou zijn. Strijdvragen werden behandeld in de theologische vakpers in dis- cussie tussen specialisten. Een en ander kwam wellicht voort uit de opvating over de Kerk als een absolute monarchie met een éénhoofdig onfeilbaar oppergezag. Men maakte dus een scherp onderscheid tussen de luisterende Kerk (de leek) en de lerende Kerk (de geestelijk- heid). Kritiek, ook al werd zij door gehecht- heid aan de Kerk ingegeven, was vijandig en ontlokte dus verweer.
Zo kreeg de Kerk gebrek aan interne opinie- vorming, de hiërachie vervreemdde van de leek. Anderzijds schreed politiek, maar ook maatschappelijk de democratie voor deze zelf- de leek voort. De ontwikkeling in tegengestel- de richting impliceerde een steeds grotere ver- wijdering.
Slechts op enkele fronten kon de opinievor- ming zich handhaven: bv. op het gebied van de kerkelijke kunst, de wetenschap en enigszins de politiek.
Na de oorlog heeft zich ook op dit gebied ge- leidelijk, en daardoor in een snel evoluerende tijd minder opvallend, een radicale ommekeer voltrokken. Een nieuwe situatie is geschapen door de moderne massacommunicatiemiddelen, waarvan vooral de tijdschriften, een medium, dat zich naar zijn aard bij uitstek leent voor complexe discussie en specialisatie ten koste van gestandaardiseerde algemeenheid, baan- brekend werk hebben verricht. Als reactie, maar ook gedreven door een tijdgeest werd zelfs hier en daar te veel reserve verloren, terwijl toch de ontwikkeling aan kerkelijke zijde niet zo’n tempo had, dat men aan de nei- ging om snel het eerste woord te spreken wel moest toegeven. Snelheid met een critisch oor- deel wordt hier niet gevraagd en gaat boven- dien ten koste van diepgang.
— namelijk een verhouding bepaald door ge- loof — tot omzichtigheid nodigt. Geloof moet betekenen: geloven, handelen waarbij de totale mens is betrokken. Waar verstandelijk berede- neren tekortschiet, zal gevoelsmatig beleven voltooien en omgekeerd.
De geloofsrelatie is, analoog aan de liefdesre- latie, een totalitaire verhouding. In een derge- lijke verhouding is een zekere huiver voor het woord geboden, dat, eenmaal uitgesproken, wordt tot een eigen zelfstandigheid. Ook in de liefdesverhouding blijft veel onuitgesproken, positief én negatief. Dit ware ook te wensen t.a.v. de huidige verhouding tot godsdienst en Kerk, een verhouding, die vaak teveel door de geest des tijds wordt bepaald. Het kenmerk hiervan is een grote onderwaardering voor het symbool en afkeer van die henderden bijkom- stigheden, waaruit de totalitaire relatie is op- gebouwd.
Voor een toekomstig academicus van een ka- tholieke instelling van Hoger Onderwijs lijkt een en ander me niet van enige aktualiteits- waarde ontbloot.
P. V. Overveld.
DE WIJZIGINGEN IN HET VAK „ALGEMENE LEER EN GESCHIEDENIS DER ECONOMIE”.
In verband met vragen, die ons hebben be- reikt willen we bij de veranderingen, die heb- ben plaatsgevonden in het vak „Algemene Leer en Geschiedenis der Economie” de vol- gende kanttekeningen plaatsen.
Van veranderingen kan men slechts spreken voor zover het de doctoraalstudie betreft. Im- mers degenen, die college gaan lopen voor het propaedeutisch examen, maken direct kennis met de nieuwe situatie, terwijl de candidaats- studenten de colleges van professor Schouten blijven lopen.
Op de vraag, of dit voor doctoraalstudenten een verandering van de stof inhoudt, kan men waarschijnlijk het best een antwoord geven, wanneer men de literatuurlijst nader be- schouwt.
V oor de Algemeen Economische richting is
deze:
1) M. J. Bailey: ,,National Income and Price Level”, een werk, dat een comparatief- statische benadering geeft van de macro- economie, waarbij men inzicht krijgt in de stand van de economische wetenschap op dit moment.
In oppervlakkige discussie zal bepleiten van terughoudendheid wellicht als een overblijfsel van vroegere huiver worden verworpen. De onjuistheid van dit standpunt lijkt mij evident, wanneer men bedenkt, dat juist de bijzondere verhouding zélf, waarin men tot de Kerk staat
3
2) M Blaug „Economic Theory in Retro- spect”, een titel, die voor zich spreekt, een boek, dat de economische theonen in de historie behandelt en dat op verschillende plaatsen exact is
3) Wat het onderwerp Internationale Handel betrett, kan een keuze worden gemaakt uit
a) J Vanek „International Trade and Economie Policy”
b) R E Caves „Trade and Economic Structure”
c) M C Kemp „The Pure Theory of In ternational Trade”
De volgorde van deze keuzewerken geeft ook de volgorde aan in de mate van abstracte be nadering
2) H G Johnson „Money Trade an Econo- mic Growth”, dat bestaat uit een aantal lectures, gehouden in Pakistan
Ook dit boek geeft een survey over de eco- nomische wetenschap, is bijna volkomen verbaal en behandelt ook enige populaire zaken wo een critiek op Galbraith’s „Af- fluent Society”
3) W Fellner „Trends and Cycles” (zie hier- voor)
4) Th C V d Klundert „Groei en Inkomens- vorming” (zie hiervoor)
5) Enige nog op te geven artikelen over ver- schillende onderwerpen
Ook hieruit trekke men zijn conclusies t a v de collegestof
4) Th C V d Klundert ,,Groei en Inkomens- Zoals bekend gaat prof Geertman aandacht vorming”, een titel die bekend mag we- schenken aan het ,.partieel evenwicht” Dege- den verondersteld nen, die de Bedrijfseconomische richting vol-
gen moeten, wat de literatuur betreft, contact 5) W Fellner „Trends and Cycles”, een werk, opnemen met professor Geertman Dit in af-
dat een benadering geeft van de conjunc- wachting van nadere publicaties tuur en structuur Het is van wat oudere
datum, hoofdzakelijk verbaal, en schenkt ook aandacht aan de empirische denkme- thode
Dit wat betrett de stof
De lijst IS gezamenlijk opgesteld door prof Schouten en prof v d Klundert en geldt voor beide tentamens, zodat het ene tentamen meer, slechts een schijnbare verzwaring is van de studierichting
Een scriptie is slechts vereist voor een van beide tentamens
Voor degenen, die de colleges van prof Schou- ten reeds ,,twee jaar” hebben gelopen, maar op 1 juli pog niet met de termijn begonnen waren, geldt de volgende overgangsregeling
Prof v d Klundert zal voor Kerstmis nog ten- tamen afnemen over de stof, die door prof Schouten in de afgelopen twee colleeejaren IS gedoceerd Daarna dient men de collegestof te kennen tot het moment van tentamen plus de nieuwe literatuur
) zie hieromtrent het bepaalde in de studie- gids
Voor de overige richtingen is de literatuurlijst voor het vak van professor v d Klundert
1) M J Bailey „National Income and Price Level” (zie hiervoor)
4
De overgangsregeling voor de Bedrijfsecono- mische, de Bestuurswetenschappelijke en de Economisch-Sociologische studierichting voor desenen die reeds „twee jaar” de colleges van prof Schouten hebben gelopen, maar op 1 juli nog niet aan hun termijn waren begonnen, is dezelfde als die voor de Algemeen economi- sche studierichting
Op de vraag, „waar we met deze verandering aan toe zijn” menen we uit de woorden van prof Schouten te kunnen opmaken, dat de wijze van college geven zal vv-orden gecontinu- eerd, hetgeen inhoudt
primair, creatief de economische problematiek ontwikkelen,
secundair, aandacht schenken aan de litera- tuur
Uit de woorden van prof vd Klundert kan men concluderen, dat hij belangrijk acht, dat de afgestudeerde „alles” weet over datgene, „wat er in de economische wetenschap te koop is”, m a w primair, aandacht schenken aan de literatuur,
secundair, door discussies en met behulp van statistische cijfers de economische problema- tiek ontwikkelen
Algemeen
Mededelingen
twee schriftelijke candidaatstentamens worden
Curatoien van de Katholieke Hogeschool hebben op voordracht van de Academische Senaat be- noemd tot gewoon hoogleraar in de leer van het programmeren van stochastische en determinis- tische economische processen, drs J Kriens, tot dusver sous-chcf voor mathematische besliskunde aan het Mathematisch Centrum te Amsterdam De heer Kriens werd m 1927 te Dordrecht gebo- ren HIJ studeerde wis- en natuurkunde m Lei- den, waar hij in 1952 het doctoraal examen be- haald? Hij is vanaf 1953 werkzaan geweest bij het Mathematisch Centrum te Amsterdam
afgenomen n 1 op S October en 17 december
Het doctoraal tentamen wordt mondeling afgeno- men Na de Kerstvacantie worden alle tentamens „Organisatie van de onderneming” door Prof Goldschmidt afgenomen
* •??• ^
Aan onze Hogeschool zijn dezer dagen de eerste studenten geslaagd voor het door het Rijk erkende piaktijkdiploma programmeur
De Katholieke Hogeschool heeft enige tijd gele- den, als eerste instelling van wetenschappelijk on- derwijs in Nederland, aan studenten de mogelijk- heid geboden, colleges te volgen in de elektroni- sche informatieverwerking en programmering
Deze colleges worden gegeven in nauwe samen- werking met de Stichting Studiecentrum voor Ad- ministratieve Automatisering te Amsterdam, waar- van de onlangs in Tilburg tot hoogleraar benoem- de prof dr M Euwe direkteur is
(De genoemde Stichting heeft als enige instantie de bevoegdheid tot het afnemen van de examens en het uitreiken van de diploma’s)
Het volgen der colleges elektronische informatie- verwerking IS in Tilburg vei plicht voor derdejaars- studenten in de econometrie, maar ook van be- lang vojr andere studenten
De afgestudeerde econoom zal in de toekomst in toenemende mate te maken krijgen met problemen op het gebied van de elektronische informatie- verwerking
Sociologie
MEDEDELING SOCIOLOGIE
S KT
Het bestuur van de Sociologische kring te Til- burg, heeft de eer u mede te delen, dat het be- stuur voor het studiejaar 1964-1965 als volgt is samengesteld
A B M Elkhuizen – voorzitter
F C M Hagens – vice-voorzitter
J G M Kegelaer – secretaris
A W van der Hamsvoort – penningmeester
XXII-STE ZATERDAG
**^
HOGESCHOOLDAG 24 OCTOBER
Weet u wat dit feest inhoudf Dan is de kans groot dat u komt
U komt zeker op 24 oktober gezien het feit dat het Eigen Huis dit jaar een centrale plaats in- neemt Mede daaiom is de studentenprijs ver- laagd tot ƒ 7,- (En dan te bedenken dat daar twee maaltijden in begrepen zijn)
De TAEK-leden willen hun gastheren zien’ Na- der nieuws over het programma volgt Tot ziens op 24 oktober
Economie
DOCTORAAL-COLLEGES
XXIIe HSD-commi3sie
BELASTINGRECHT
Prof Smeets zal in het eerste trimester beginnen met de fiscale voorraadwaardenng Voor het goed kunnen volgen van deze stof is het zeer gewenst dat de studenten beschikken over een overdruk
van D BruU, Fiscale V oorraadwaardering tikel verschenen in het Weekblad F E D ) , verkrijgbaar bij Bureau Senaat, prijs ƒ 1,15
***
(ar- o a
Prof Verheyen verzoekt de V-e jaars studenten econometrie vrijdag 9 oktober aanwezig te zijn op het eerste college-uur van de IV-e laars stu- denten (14 00 uur) om nadere toelichting betref- fende de studie bedrij fseconomctrie te vernemen
;” * -X-
A C M
van Schie – hd
Prof Geertman is bereid tot aan de Kerstvacantie
candidaats- en doctoraal tentamen organisatie
van de onderneming af te nemen In verband
hiermede zullen er voor de a s Kerstvacantie nog Secretariaat Predikherenlaan 104
Namens het bestuur
J G M Kegelaer, secretaris
5
RecKten
PRIJSVRAAG IN VERBAND MET MOGELIJKE GRONDWETSHERZIENING.
De Minister van Binnenlandse Zaken, mr. E. H. Toxopeus, heeft onder de studenten van de ne- derlandse universiteiten en hogescliolen een prijs- vraag uitgeschreven in verband met een eventue- le grondwetswijziging.
Gevraagd wordt een ongepubliceerde studie over: „De veranderingen in de opvattingen omtrent de betekenis van de grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden”.
De prijs bestaat uit een bedrag van ƒ 1.000,- V oorts kunnen twee eervolle vermeldingen wor- den toegekend, ter waarde van ƒ 250,-.
Een commissie, bestaande uit de heren mr. A. M. Donner, prof. mr. J. van der Hoeven, prof. mr. H. J. M. Jeukens, prof. mr. P. J. Oud en prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma, zal adviseren bij de prijstoekenning.
Het ligt in de bedoeling de bekroonde inzending te publiceren. Getypte inzendingen, bij voorkeur beneden de 10.000 woorden, worden vóór 1 juli 1965 ingewacht bij het ministerie van Binnenland- se Zaken, afdeling Grondwetszaken, Binnenhof 19, Den Haag. Toezending onder motto, verge- zeld van een gesloten enveloppe, inhoudende ver- melding van naam en adres van inzender of in- zenders.
6

Om nog maar niet te spreken van vraagstuk- ken a!s b.v. de multilaterale kernmacht, de handelsbetrekkingen met Oost-Europese lan- den, de verhouding tot Spanje, versterking van de democratische controle in de Europese Ge- meenschappen en fusie van de executieven.
Toch zal een juiste beoordeling van de huidi- ge situatie alleen mogelijk zijn in het licht van de historische evolutie, een aspect waarop Prof. Brugmans — als historicus èn federalist van het eerste uur — zeker zal ingaan.
Die evolutie zal ons doen beseffen, dat het Europese eenwordingsstreven pas een kleine zeventien jaar geleden echt op gang begon te komen; dat het plan Schuman nog geen vijf- tien jaar oud is; dat West-Europa in die korte tijd een stormachtige ontwikkeling heeft door- gemaakt; en ook, dat er zich in die tijd enor- me veranderingen voltrokken hebben in Oost- Europa, in de ,,derde” wereld en in de we- reldverhoudingen in het algemeen.
De huidige Europese crisis is ook niet de enige sinds de tweede wereldoorlog. Zij is wel de eerste, waarvan de uitweg na meer dan een jaar nog niet zichtbaar is.
Willen wij, tenslotte, de toekomst van de Europese integratie bezien, dan zal de huidige situatie leren, dat Europa slechts een toekomst heeft, indien we in staat zijn een duidelijk idee en een heldere visie op Europa’s taak in de wereld uit te werken; en indien we bereid zijn daarnaar te handelen. De geschiedenis zal leren, dat een politieke conceptie van Europa meer dan ooit noodzakelijk is, omdat de tijd voorbij is, waarin Europa zijn stimulans nog kan vinden in economisch herstel, communis- tische dreiging of eigen economische dynamiek.
In het licht van die visie kunnen we ook ver- mijden een overhaaste keuze te doen tussen een Europa der Staten ten koste van suprana- tionaliteit en Atlantisch deelgenootschap ener- zijds, en betere Atlantische samenwerking ten koste van hetgeen bereikt is in de Europese gemeenschappen, anderzijds. Beide alternatie- ven zijn verkeerd. Een dergelijke keuze maken zou uiting zijn van gebrek aan geduld, gebrek aan beleid en gebrek aan inzicht in Europa’s politieke conceptie. Deze conceptie houdt im- mers in, dat Europa zich langs de weg van het federalisme in dienst stelt van de mens en een wereldrechtsorde.
Jhr. Dr. F. A. M. Alting von Geusau Nadere inlichtingen lezing Prof. Brugmans:
zie Mededelingen. 2
Ambtsaanvaarding
Prof. mr. H. C. F. Schoordiik
Op donderdag 15 oktober 1964 aan- vaardde Mr. H. C. F. Schoordijk het ambt van gewoon hoogleraar in het burgerlijk recht en internationaal pri-
vaatrecht school.
aan de
Katholieke
Hoge-
Prof. Schoordijk werd op 2 december 1926 te Amsterdam geboren, waar hij in 1946 z’Jn eindexamen afleg- de. Hij studeerde rechten aan de Ge- meentelijke Universiteit Ie Amster- dam en behaalde in 1953 z’jn doc- toraalexamen in de privaatrechtelij- ke richting. In 1959 volgde zijn pro- motie op het proefschrift: ,,Beschou- wingen over driepartijen-verhoudin- gen van ohligatoire aard”. Op 1 sep- tember 1961 werd hij benoemd tot wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de juridische faculteit van de G.U.
Recentelijk gaf hij in Suriname een aantal gastcolleges. Aan zijn openba- re rede, getiteld: ,,Toerekeningsmo- menten van de middellijke vertegen- woordiging” ontlenen wij het volgen- de:
De jurist gaat ervan uit, dat een handelen op eigen naam, maar in opdracht en voor reke- ning van een opdrachtgever, slechts aan de opdrachtnemer en de met hem handelende par- tij kan worden toegerekend. Prof. Schoordijk stelde dat dit uitgangspunt een nadere analyse behoeft. Met name de onmiddellijke eigen- domsverkrijging van toondereffecten door een committent op grond van het handelen van een commissionair, acht hij onvoldoende in het systeem van het zakenrecht ingebouwd.
Het handelen van een op eigen naam hande- lende tussenpersoon vertoont trustaspecten, die tot dusver onvoldoende zijn onderkend.
De Leidse hoogleraar De Grooth stelde in zijn afscheidscollege de invoering voor van een rechtsinstituut analoog aan het Engels-Ameri- kaanse instituut van de ,,undisclosed principal”. (Beide rechtsstelsels geven aan een opdracht- gever — ondanks het handelen van een op- drachtnemer met een derde op eigen naam — een rechtstreekse vordering op laatstgenoem- de.) Prof. Schoordijk wijst een dergelijk insti- tuut van de hand, zij het niet zonder meer.
In navolging van De Grooth toont hij zich voorstander van de gedachte, dat een op-
drachtgever voor de door de opdrachtnemer aangegane verbintenissen rechtstreeks kan wor- den aangesproken.
Naar positief recht — betoogde de nieuwe
hoogleraar — verwerft de derde die met de
opdrachtnemer gehandeld heeft, door een der-
denbeslag of in geval van failissement reeds
een voor andere schuldeisers van de opdracht-
nemer onaantastbare positie. Ook de in de
Nederlandse literatuur onvoldoende besproken
vraag, of bij het handelen door een gevol-
machtigde op eigen naam de volmachtgever
rechtstreeks kan worden aangesproken, moet
bevestigend worden beantwoord, mede op Men is het erover eens, dat de machine door- grond van de argumenten die de rechtsverge- gaans wel in staat zal zijn de resultaten van lijking hier aan de hand doet. Prof. Schoor- het menselijk denken op te leveren — en dan
dijk acht het, voor wie dit laatste aanvaardt, zeer snel en zonder fouten. Een andere vraag slechts een kleine stap om een rechtstreekse is echter, of de computer daarbij de weg van
vordering van de derde, met wie de opdracht- gever op eigen naam gehandeld heeft, op de opdrachtgever te aanvaarden.
Ten slotte leverde prof. Schoordijk kritiek op de behandeling door de Kamer van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in gedeelten. Naar zijn mening kan men zich geen beeld vormen van de regeling van de onmiddellijke vertegenwoor- diging, indien men geen kennis heeft kunnen nemen van de ontwerpen, die op de middellijke vertegenwoordiging betrekking hebben.
Ambtsaanvaarding ppof. dp. M. Euwe
Op donderdag 29 oktober 1964 aan- vaardde Dr. M. Euwe vjn ambt van buitengewoon hoogleraar in de me- thodologie van de automatische in- formatieverwerking aan onze Hoge- school met het uitspreken van een openbare rede.
Prof. Euwe werd op 20 mei 1901 te Amsterdam geboren. Na zijn eind- examen in 1918, studeerde hij wis- kunde met als bijvakken natuurkun- de, sterrenkunde en mechanica, wel- ke studie in 1923 werd besloten met het doctoraalexamen. In 1926 volg- de zijn promotie op een proefschrift getiteld: ,,Differentiaal in varianten van twee covariante vectorvelden met vier veranderlijken”.
Van 1924 tot 1956 was Prof. Euwe als wiskundeleraar aan diverse mid- delbare scholen verbonden. In 1956 werd hij wetenschappelijk adviseur van een technisch bedrijf, waarna in
het menselijk denkproces kan volgen, anders gezegd dat het denkproces zal kunnen simule- ren.
Deze vraag grijpt diep in. Wij weten lang niet alles van het menselijk denken. Toch hebben psychologische proefnemingen geleid tot de ontwikkeling van een programma, dat het menselijk denkproces simuleert, zij het op een wijze, die wel even doet denken aan de opvul- ling van een cirkel door een aantal vierkanten.
Er zijn twee stromingen, die diametraal tegen- over elkaar staan. De ene huldigt de opvat- ting, dat het menselijk brein biologisch en niet fysisch gezien mag worden. De andere rich- ting meent, dat evenals het principiële verschil tussen organische en anorganische chemie ruim een eeuw geleden is overwonnen, de ogenschijnlijk nog veel diepere kloof tussen
het gebeuren in lichaam en geest eerlang even- zeer zal worden overbrugd.
Professor Euwe betrekt bij zijn beschouwin- gen ook de ervaringen, die zijn opgedaan in het kader van een opdracht, die enkele jaren geleden door Euratom werd verleend aan de Stichting Studiecentrum voor Administratieve Automatisering en die het machinale schaak betrof. Het schaak-denken als middel van si- mulatie van het algemene menselijk-denken heeft verschillende voordelen, omdat het schaakspel is gebonden aan vaste wetten. Het biedt daardoor de mogelijkheid, theorieën over het denken te ontwikkelen, te concretiseren en te toetsen.
Prof. Euwe’s conclusie is tweeledig:
a. het rationele denken is inderdaad vatbaar voor simulatie, zij het ook dat deze simu- latie weinig genuanceerd is. Hij twijfelt er- aan, dat deze simulatie op den duur be- langrijk verbeterd zal kunnen worden.
1959 zijn benoeming volgde tot di- recteur van de Stichting Studiecen- trum voor Administratieve Automa- tisering. Met ingang van het studiejaar 1964-1965 werd Dr. Euwe eveneens be- noemd tot hoogleraar aan de Economi- sche Hogeschool te Rotterdam.
In zijn inaugurale rede werpt Prof. Euwe de vraag op of computers kunnen denken. Deze kwestie wordt in vele boeken over automati- sering behandeld en wordt door de verschillen- de auteurs op uiteenlopende wijze benaderd.
3
b. Het integrale denkproces, dat naast ratio- nele elementen zoveel gevoelsoverwegingen inhoudt, valt geheel buiten het bereik van de machine.
Ambtsaanvaarding
Ppoff. dp %1. A. Ceeptman
principe heeft Duitsland het „Gesetz gegen Wettbewerbbeschrankungen”, dat beschouwd kan worden als de economische grondwet. De- ze wetgeving is de Amerikaanse anti-trustwet- geving, die ook in Japan tot grote successen geleid heeft. Bij zulk een wetgeving kan het individuele bedrijf beter gedijen dan onder het Franse centrale plan.
In Nederland, waar thans vijfjarenplannen wor- den opgesteld is er een overgang van het li- quiditeitsdenken naar het rentabiliteitsdenken. De tegenstelling tussen treasurer en controller
Op donderdag 12 november 1964 aanvaardde
Dr. .1.A. Geertman zijn ambt van gewoon
hoogleraar in de algemene economie, in het is ook van belang voor het bankwezen. Het bijzonder de partiële evenwichtstheorie, aan de liquiditeitsdenken overheerst in Frankrijk en
Katholieke Hogeschool.
Prof. Geertman werd op 27 juni 1905 te Kaal- te geboren. Na de voltooiing van zijn middel- bare schoolopleiding aan het Canisius-college te Nijmegen, was hij aanvankelijk bij het mid- delbaar onderwijs, later in het bedrijfsleven werkzaam. In 1946 deed Dr. Geertman zijn doctoraal-examen in de economische weten- schap. In 1951 promoveerde hij aan de Rijks- universiteit te Gent op een proefschrift, ge-
titeld: „Critiek der rekeningenstelsels.”
Prof. Geertman is president van de vereniging „Euro-Economie” te Berlijn. Sedert 1963 is hij tevens bestuurslid van het „Verband der Hoch- schullehrer für Betriebswirtschaft”.
In zijn openbare rede, getiteld: „Planning in de Europese Economische Gemeenschap” wijst Prof. Geertman op het verschil in grondge- dachten in Duitsland, Frankrijk en Nederland en de verhouding van deze gedachten tot de bedrijfseconomische beginselen v a n specialisa- tie in de industrie en parallelisatie in de han- del. In de rede wordt speciaal gewezen op Frankrijk, waar het bijzonder moeilijk is voor de ondernemingen om aan de kredieten te ko-
men die in verband met de ontwikkeling van de techniek noodzakelijk zijn. D e aandacht wordt gevestigd op de grote invloed van de Staat en de sterke centralisatie. Het plan is in Frankrijk een noodzaak. Het is een geheel an- der plan dan het Nederlandse, omdat het spe- ciaal gericht is op de produktiviteitsverbetering en investeringen. In dit verband wordt gewezen
op de functies van de „controller” en de „treasurer” binnen de onderneming, die zijn aangesteld respectievelijk ter bewaking van de rentabiliteit en de liquiditeit. Frankrijk heeft in de eerste plaats de controllersfunctie, waardoor meer inflatie ontstond dan in andere landen; Nederland heeft in de eerste plaats de treasu- rersfunctie. Duitsland wijst zowel het Franse als het Nederlandse plan af. Als ordenings-
4
Engeland, het rentabiliteitsdenken in de Ver- enigde Staten en in Duitsland. In de beide eerstvermelde landen letten de banken meer op zakelijke zekerheid, in de beide laatste op per- soonlijke zekerheid. Met dit laatste staat in verband het gebruik van bedrijfsvergelijkings- systemen.
In dit verband wijst Prof. Geertman op het in Frankrijk en Engeland ontwikkelde systeem van de „pyramide van kengetallen”. Dit zijn geheel andere kengetallen dan die, welke vroe- ger in Duitsland werden ontwikkeld. Aan de top van de pyramide staat de rentabiliteit. In
Duitsland is het noodzakelijk in de kengetallen en ook in het decimale rekeningensysteem de principes van rentabiliteit en ,,direct costing” in te voeren. De landen van het eenzijdige kostendenken bij uitstek zijn de Sowjetunie en haar satellietstaten.
De konklusie is ten slotte, dat noch het Ne- derlandse plan, zoals dit tot voor kort werd uitgewerkt, noch het Franse plan geschikt zijn voor Europese uitbreiding en dat men voorlo- pig moet trachten te komen tot een Europees bedrijfsvergelijkingssysteem en een Europees rekeningenstelsel.
Leepgangen ppoblematiek dep ontwikkelingslanden
De problematiek der ontwikkelingslanden is een actueel onderwerp van vérstrekkende be- tekenis. Vele artsen, ingenieurs, landbouwkun- digen, economen, leraren en anderen zullen in de toekomst voor kortere of langere duur in één der zgn. ontwikkelingsgebieden werkzaam zijn. Anderzijds zal men in Nederland steeds meer in aanraking komen met personen af- komstig uit deze landen en geconfronteerd worden met de ontwikkelingsproblemen.
Doch ook onafhankelijk van de eisen, die een toekomstige werkkring zal stellen, is het voor
een ieder, die er prijs op stelt iets te begrijpen van de wereld waarin wij leven een noodzaak geworden zich te verdiepen in de problemen van de ontwikkelingslanden. Een zeker begrip van deze problematiek behoort tot de geeste- lijke bagage van iedere ontwikkelde Nederlan- der.
Uit deze overwegingen zijn de universitaire leergangen in de problematiek der ontwikke- lingslanden voortgekomen, die in het voorjaar 1962 en vervolgens in de academische jaren 1962/63 en 1963/64 hebben plaatsgevonden.
Aan de zeven leergangen die nu zijn gehou- den hebben in totaal reeds meer dan 1000 personen deelgenomen.
Deze verheugende belangstelling heeft tot het besluit geleid in het komende academisch jaar opnieuw enkele leergangen te organiseren: één aan de Technische Hogeschool te Delft, één aan de Technische Hogeschool te Eindhoven en één aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam.
De cursus zal toegankelijk zijn voor Neder- landse studenten, die zich tenminste in hun derde studiejaar bevinden en voor andere be- langstellenden, die door hun opleiding of door een bijzondere belangstelling en ervaring de leergang met vrucht kunnen volgen.
In de leergangen, waaraan vooraanstaande hoogleraren en andere deskundigen hun me- dewerking zullen verlenen, zal o.m. aandacht worden besteed aan de cultuur en maatschap- pelijke structuur van de ontwikkelingslanden, aan de economische aspecten van het ontwik- kelingsproces, aan natuurlijke en menselijke hulpbronnen, aan het vraagstuk van de hulp aan ontwikkelingslanden, de betekenis van on- derwijs, landbouw en gezondheidszorg.
De colleges in Delft en Eindhoven zullen wor- den gegeven op zaterdagochtenden, te begin- nen op 17 oktober 1964, tot en met 10 april 1965, met een onderbreking van drie zaterda- gen in de Kerstvakantie.
De colleges in Amsterdam zullen worden gege- ven op zaterdagochtenden in de periode tus- sen de Kerstvakantie 1964 en de zomer 1965.
Het inschrijfgeld bedraagt ƒ 10,— voor stu- denten en ƒ 25,— voor niet-studenten. Van de voordrachten worden syllabi met een be- knopte literatuuropgave verstrekt. Aan de deelnemende studenten kan een tegemoetko- ming in de reiskosten worden toegekend, voor- zover de prijs van een dagretour 2e klasse der Nederlandse Spoorwegen (van de eigen uni-
versiteitsstad naar de stad waar de cursus wordt gehouden) een bedrag van ƒ3,— te bo- ven gaat.
Nadere inlichtingen, prospectussen en aanmel- dingskaarten zijn vanaf 1 september a.s. te ver- krijgen bij de Stichting voor Internationale sa- menwerking der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen (NUFFIC), Molenstraat 27, ’s Gravenhage, tel.: 070—630550 – toestel 144; voor studenten bij de afdeling Voorlich- ting van de eigen universiteit/hogeschool.
Stages bif de europese economische gemeenschap
a) Ieder die minstens 3 jaar universitaire studie achter de rug heeft kan zich ieder willekeu- rig ogenblik opgeven voor een stage.
b) Hij moet daartoe een brief schrijven aan het Directoraat-Generaal Algemeen Be- heer, 13—29 Cortenberglaan, Brussel, ter attentie van de Heer P. Bernusset, waarin hij kenbaar maakt dat hij geïnte- resseerd is in een stage bij de EEG.
c) Hij krijgt dan een sollicitatie formulier toegestuurd, waarin hij behalve een aantal persoonlijke gegevens ook kan aangeven of hij speciale belangstelling heeft voor een bepaalde afdeling.
In principe kan iedere afdeling stagiaires nemen, doch niet iedere afdeling is daar onzerzijds in geïnteresseerd.
d) Een stage duurt minimaal 3 maanden, maximaal 6.
e) Een stage wordt gehonoreerd met een be- drag van
7.000 Bfrs. (ongehuwd)
9.000 Bfrs. (gehuwd) per maand.
f) Men doet er goed aan ermee te rekenen, dat het enige tijd kan duren voor men de- finitief bericht krijgt of een stage moge- lijk is. Het sollicitatie formulier wordt na- tuurlijk wel aan een aantal directies ge- stuurd die wellicht interesse hebben voor de betrokkenen.
Daar kan wel enige tijd mee heengaan. In verband hiermede zou ik daarom aan- bevelen een copie van hun corresponden- tie met de EEG steeds te richten aan het Kabinet Mansholt.
5
g) De stagiaires worden liefst niet opgenomen tijdens de vakantieperiode (met name niet in augustus.) Het is namelijk de bedoeling dat zij zoveel mogelijk worden ingescha- keld in het werk van de betrokkene afde- ling.
le anthropologie van belang. Kennis van cul- tuur, manier van denken en doen in de pro- bleemgebieden is hier een eerste vereiste. An- ders kan het gebeuren, dat b.v. in Birma prijs- beren, die zijn geïmporteerd om de varkens- fokkerij te verbeteren, onmiddellijk worden geconsumeerd. De Birmaan is er van over- tuigd, dat vererving alleen via de moeder ver-
loopt! De door Trouwborst behandelde ma- terie is verder in zekere zin een aanvulling op de meer macro-economische leer van de aan- passing der ontwikkelingslanden, gedoceerd door prof. Janssen. De cultureel anthropoloog interesseert zich namelijk voor de traditionele interne economische huishouding. Een nieuwe
specialisatie is zo tot volle wasdom gekomen.
P. V. Overveld. J. de Smit.
Tilbupgse economische faculteitsvereniging
Op de huishoudelijke vergadering van de TEF, gehouden op 27 oktober 1964 ontvouw- de de nieuwe voorzitter de Heer A. M. E. Rottier de ideeën en doelstellingen die voor het komende jaar bij het bestuur bestaan. Eni- ge concrete punten willen wij uit zijn over- drachtsrede aanhalen.
Er wordt naar gestreefd de lezingen en excur- sies aan te laten sluiten bij de actuele inte- resse en reeds tijdens de colleges aandacht te besteden aan de te bezoeken objecten en de te behandelen onderwerpen.
Het bestuur ziet als haar belangrijkste taak het fungeren als bemiddelingsmedium ten op- zichte van de economische faculteit. De ver- dieping in het vraagstuk van de studieregeling valt hier met name onder. Een regelmatige studie door de prae-propaedeuten is een eerste vereiste. Om dit te bevorderen zal het dienstig zijn één of twee pre-examina af te leggen.
Bovendien zal gezocht moeten worden naar de mogelijkheid om de repetitie-colleges voor het vak algemene economie aan te passen aan de feitelijke behoefte, d.w.z. dat zij regelmatig en voor kleinere groepen gehouden moeten wor- den. Tenslotte zal er, zeker voor het propae- deutisch examen, naar gestreefd moeten wor- den de data van het afnemen der examens, reeds in het begin van het studiejaar vast te leggen.
Wat betreft het candidaatsexamen, kan eerst aan de hand van de practijk worden aange- toond waar de knelpunten van het nieuwe systeem liggen. Er wordt overwogen bij ieder
V oor gen.
inlichtingen
Bureau
Studentenbelan-
Culturele antlipopologie ais keuzevak
Met ingang van het nieuwe studiejaar werd door onze Hogeschool een leeropdracht in de culturele anthropologic verstrekt aan dr. A. A. Trouwborst. Dr. Trouwborst werd in 1928 geboren te Tarakan (Indonesië). Na beëindi- ging van de h.b.s. (1945 Aloysiuscollege Den Haag) studeerde hij indologie aan de Leidse universiteit met als specialisatie volkenkunde.
In 1956 promoveerde hij op een proefschrift getiteld: „Vee als voorwerp van rijkdom in Oost-Afrika”. Tijdens zijn werkzaamheden aan het Rijksmuseum voor V olkenkunde in Lei- den (afdeling Afrika) en vanaf 1960 als „as- sistent-professeur” aan de universiteit van Montreal, deed hij twee veldonderzoekingen. In Boeroendi bestudeerde hij de invloed van veebezit op de socio-politische structuur. La- ter in Suriname de invloed van familiale be-
trekkingen, zoals deze gelden bij boslandcreo- len, op genoemde structuur. Op 1 mei 1964 volgde de benoeming tot lector in de culturele anthropologie te Nijmegen.
Vroeger maakte de volkenkunde in Nederland deel uit van de literaire faculteit. Aanvanke- lijk had zij dan ook sterk literair-filologische sympathieën. Momenteel is er in Nederland een tendentie de sociaal-wetenschappelijke as- pecten te benadrukken. Vandaar ook de verhui- zing naar de sociale faculteit. Dr. Trouwborst noemde in een globale omschrijving de cultu-
rele anthropologie een wetenschap, die door vergelijkende cultuurstudie de empirische ver- worvenheden van de volkenkunde theoretisch verwerkt.
In de theoretisch-sociologische doctoraalspe- cialisatie fungeert de culturele anthropologie als aantrekkelijk keuzevak naast de sociale ge- schiedenis. De theoretische benadering, ge- paard aan de gemeenschappelijke traditie (Durkheim, Spencer) staan borg voor een goe- de integratie.
V ooral echter voor de nieuwe specialisatiemo- gelijkheid „ontwikkelingslanden” is de culture-
tentamen een „enquêteformulier” te verstrek- ken waarop door de candidandi kan worden aangegeven welke moeilijkheden zij hebben on- dervonden bij de voorbereidende studie en bij het tentamen zelf.
Tevens dient er onderzocht te worden op wel- ke wijze het schrijven van een scriptie verge- makkelijkt kan worden. Gedacht wordt hier- bij aan het bij de studenten tijdig onder ogen brengen van de scriptieproblematiek, het tij- dig aanstippen van onderwerpen en literatuur en het bevorderen dat reeds aan het einde van het tweede jaar de onderwerpen zijn ge- kozen en goedgekeurd. Tenslotte zal het mis- schien mogelijk zijn, de eisen die gesteld wor- den aan een scriptie te verlichten. Opgemerkt kan worden dat er een plan bestaat de scrip- ties los te koppelen van het examen zelf.
Ten aanzien van de capaciteit van de biblio- theek zal moeten worden nagegaan, in hoe-
verre de literatuurlijst voor de respectieve vak- ken kan worden aangepast. De gedachten gaan hierbij uit naar beperking van het aantal ver- plichte boeken en daartegenover een uitbrei- ding van de keuzeliteratuur. Het door het voorgaande bestuur geopperde idee van ge- stencilde dictaten zal ook door het huidige be- stuur worden bepleit.
Aangaande het doctoraal, is het verheugend op te kunnen merken dat ook van de zijde van de economische faculteit, het principe van de maximale studievrijheid zal worden gehand- haafd.
Het bestuur benadrukt dat zij gaarne open- staat voor suggesties van individuele TEF-le- den. Zij ziet haar taak niet als een streven naar een maximum, doch naar een optimum aan faciliteiten, zodat zij zeker oog zal heb- ben voor reeële eisen van de zijde van de eco- nomische faculteit.
7
4^:sm$a
MARANATHA
TILBURG
EucharisticMeringen in de studio-kelder van hel Eigen Huis ’s zondags om 11 en 12 uur, dagelijks om 12 15 uur
De adventspredikaties op de zondagen 15, 22 en 29 november a s zullen verzorgd worden dooi pater Prudentius Driessen
22 november 1964 Tweede herdenking van de Dies Natalis van de parochie (13 nov 1962) en bezmning over de wederkomst van Christus
ledere parochiaan en alle belangstellenden zijn van harte welkom
***
STUDIUM GFNERALE
11 en 18 november 1964 Dr H van der Linde „De roep om de Oecumene”
***
Op donderdag 26 november 1964 zal de zeven en dertigste herdenking plaats vinden van de Dies Natali’^ van onze Hogeschool
Om 10 30 uur zal een H Mis worden opgedragen door de hooggeleerde heer Prof Dr M G Plattel OP in de aula van de Hogeschool, Hogeschool laan 225, Tilburg
Om 4 uur zal de Rector Magnificus Prof Dr H W J Bosman een rede uitspreken in de aula van de Hogeschool, Hogeschoollaan 225
Tot bijwoning van deze plechtigheid worden alle belangstellenden door Rector en Senaat uitgeno digd
Na afloop receptie m de Senaatskamer
^
Degenen, die voor Kerstmis a s een candidaats- of doctoraal examen wensen af te leggen kunnen zich hiervoor opgeven tot uiterlijk 26 november
1964
Het bestuur van de Politieke Studenten Studie- vereniging „DE TRIBUNE” nodigt U uit tot het bijwonen van een openbare sprekersvergadering welke door haar in samenwerking met de Tilburg- se Studentenvereniging van Federalisten belegd zal worden op vi ijdag 13 november a s te 20 00 uur in het gebouw van de Hogeschool ( t a v het gebouw kan een rectificatie volgen)
Gastspreker zal zijn Prof Dr H Brugmans, Rec- tor van het Europa College te Brugge, met een inleiding over
„Sociale en politieke integratie van Europa, haar geschiedenis en toekomst ”
* * -X-
De Nooid-Atlantische Verdragsorganisatie stelt voor het akademisch jaar 1965/1966 enkele studie- beurzen beschikbaar vooi geleerden die studie ol onderzoek willen verrichten voor een publikatie over aspecten van de gemeenschappelijke belan gen, tradities en opvattingen van landen van het Atlantisch bondgenootschap waarin de geschiede- nis de huidige toestand en de toekomstige ont- wikkeling van de Atlantische gemeenschap en haar problemen worden belicht De onderwerpen van studie waai voor beurzen worden toegekend, moeten betrekking hebben op de NAVO of de Atlantische gemeenschap
Nadere inlichtingen bij bureau studentenbelangen
De „Deutscher Akademischer Austauschdienst’ heeft voor het studiejaar 1965—1966 een achttal beurzen beschikbaar gesteld voor Nederlandse stu- denten aan een Duitse Universiteit
Nadere inlichtingen bij bureau Studentenbelangen
Mededelingen
Economie
WIJZIGING
COLLEGEROOSTER
Eerstejaars economische H etenschappen
Dinsdags 9 00—11 00 uur Drs v d Kerkhof C 2 Dinsdags 1100—13 00 uur Prof Dr v d Klun- dertC2
* * -S^-
Drs Stouthard zal z’n colleges hervatten op maan- dag 16 november a s
***
DISPKrenszalzijnserievoordrachteninhetka­ProfDrCFSchefferzaltenbehoevevancan­ dervandecollegesPlanologieaanvangenopdon­didandi„ouderegeling”schriftelijktentamenfi­
derdag, 29 oktober te 5 uui
■X- -X *
nanciewezen afnemen op zaterdag 28 nov 1964. Opgave voor deelneming zal door invulling van een tentamenkaart dienen te geschieden voor 21 november ! 964
Voor sociologische en juridische candidandi is bij deadministratievanhetEconomischInstituuteen *-X-X door Prof van Berkum samengestelde syllabus
over de economische kringloop en aanverwante
vraagstukken verkrijgbaar De prijs bedraagt 25
et per exemplaar
ProfSchouten,voorzittervandeeconomische
Verder is er voor de hierboven genoemde groep
studenten nog een beperkte hoeveelheid dictaten overdemultiplierbeschikbaarDeprijshiervantermijnverlengingmeeitoestaanvooidecandi- bedraagt ƒ1,— per exemplaar (Eveneens te ver-
krijgen op het Economisch Instituut)
■X- 4^ -X-
PI of Cools zal tot nader aankondiging geen colle- ge geven
■X- -;5- -X-
Prof Geertman zal voortaan als volgt college geven
Dinsdag’s partiele evenwichtstheorie van 9—1! uur
Dinsdag’s bedrijfseconomie voor sociologen van 19—21 u u r
***
Prof Euwe verwacht tot de kerstvakantie op vrij­ dag van 4—6 uur de 2e jaars vooi de colleges Methodologie van de automatisering
* -X- *
Prof Dr A A M Albregts zal zijn colleges aanvangenopwoensdag4november1964 Zijn assistent Drs A J W van de Gevel zal op de woensdagen 14 en 21 oktober van 15 00—16 00 uur m een werkcollege de voornaamste interna­ tionale­ en supranationale economische organisaties bespreken
■X- -X- -X
* X- *
PiofVdKlundcilgeeftmivmaandag19ok- tobei 1964 als volgt college
Maandag 2—4 doet alg econ bedujfsecon bij­ zondere studie alg econ
Dinsdag 10—12 I e jaars
Woensdag 4—6 doet alle richtingen m u v alg econ bedrijfsecon bijzondeie studie alg econ
X- *; *
Prof Geertman is bereid tot aan de Kerstvakantie candidaats en doctoraal tentamen organisatie van de onderneming af te nemen I n verband hieimede zullen er voor de a s Kerstvakantie nog 2 schrif­ telijke candidaats tentamens worden afgenomen n1 op 8 oktober en 17 december
Het doctoraal tentamen wordt mondeling afge­ nomen Na de Keistvakantie worden alle tenta­ mens organisatie van de onderneming door Prof Goldschmidt afgenomen
***
Inhoudsopgave maandschiift „Economie” Negenentwintigste jaargang ­ no 1 ­ okt 1964
DrsSchoorlemmeiisvoorstudentenuitsluitendInhoudNOGEENSDEMARGINALEKAPI­
te spreken uur
’s woensdagsmiddags van
* -X- *
14 00—17 00
TAALCOEFFICIENT, door Dr sen
J
B
D
Derk pag 5
DrSmulderszalspreekuurhoudenopmaandag te 4 15 uur
^ -X -X
Tot nader aankondiging zal PROF VERHEVEN colleges geven op vrijdag 10—12 uur Vc jaars, 2—4 uur I Ve jaars
PLANNING I N ONTWI KKELI NGSLANDEN MAROKKO, door Drs B Evers pag 8
SOME NOTES ON THE ADMI NI STRATI ­ VE ASPECTS OF THE I NDONESI AN STA­
TE TRADI NG CORPORATI ONS, door Dr J Panglaykim pag 25
BINNENGEKOMEN BOEKEN pag 38 9
faculteit,zalvanaf1januari1965geenenkele daals-studenten
BOEKBESPREKING
Dr M P van Hecke Subsidie als instrument van de economische politiek Besproken door Prof Dr W Drees Jr pag 39
W Cohen Johoram Goodwillrecht Besproken door Prof Mr W C L van der Grinten pag 41
Richard Mayne De gemeenschappelijke maikt Be- sproken door Prof Dr A H M Albregts
pag 43
Dr F de Roos Problemen van de wereldhandel Besproken door Prof Dr A H M Albregts
pag 44
Prof Dr A J van den Tempel Tarieven en Ta- riefsvergelijkmg Besproken door Prof J E A M van Dijck pag 45
Publikatie van de Stichting voor economisch on- derzoek der Universiteit van Amsterdam Emissie- bednjvigheid en financiële strctuur van onderne- mingen Besproken door Prof Di C F Scheffer
pag 46
Volkenrecht en wereldvrede Besproken door Jhr Dr F A M Alting von Geusau pag 48
Prof Dr H Theil Drs J C G Boot Drs T
L Lips
-!ï ^- -X-
Negenentwintigste jaargang – no 2 – nov 1964
G L S Shackle Economie Besproken door Drs G J M Vlak
B C Robertson Regional Development in the European Economic Community Besproken door Prof Dr K A M Bogaert
living Adlei Zo denken machines Besproken door A J van Reeken
**¥
FINANCIEWEZEN
VAN DE ONDERNEMING
Literatuurlijst doctoraalstudie
In de studiegids 1964—1965 is op pag 174 de li teratuurlijst voor het doctoraal examen (bijzonde- re en uitgebreide studie der bedrijfshuishoudkun- de) onjuist vermeld Vanaf regel 2 dient het vol- gende te worden gelezen
Voor het doctoraal examen
I Bijzondere en uitgebreide studie der bednjfs- huishoudkunde
V erplicht
1 Keuzeuitaofb
a) — K Mellerowicz
der Industrie, 1958 I Band — Finanzie- rung der Industrie, blz 59 t m 201
— D Durand Cost of debt and equity for business In Conference on research in business finance National Bureau oi economic Research, 1952
— H Bierman en S Smidt The capital budgeting decision, 1960
of
b) R Lindsay en A W Sametz Financial Management, 1963 Part I, II en III
beslissen
S Perils Theory of matrices Besproken door Dr
Kloek V oorspellen en Ir D Neeleman
Besproken door pag 49
Betiiebwutschaftslehie
Inhoud OVER LONEN, PRIJZFN, WINSTEN
EN DE EIGENDOM VAN DE NATIONALE KA- PITAALGOEDERENVOORRAAD door Prof 2 Twee jaar college-dictaat Dr D B J Schouten
DE POLITIEKE ASPECTEN VAN DE EEG door Drs J H van der Breugel
BINNENGEKOMEN BOEKEN BOEKBESPREKING
Mr A Mulder en Mr M B Mok Kartelrecht Besproken door Prof Mr W L Snijders
G Eijskens De economie als humane wetenschap Besproken door Prof Dr P P van Berkum
Prof Dr J F Haccou De fusie als vorm van concentratie Besproken door Prof G Diephuis
Dr A van Putten De organisatie van de plan- ning in de onderneming Besproken door Prof Ir J M F Dnesser
Prof Drs J Brands Een halve eeuw bedrijfseco- nomie Besproken door Prof Dr C F Scheffer
Earl P Strong De efficiënte administratie Bespro- ken door H H M Foppe
10
3 a) J L Meij Beschouwingen over aaid en omvang van de wmst, 1948
b) B Pruyt Subjectieve schattingen en be- leidselementen bij winstbepaling en winst- bestemming, 1954
c) H J van der Schroeff Rondom het winst- probleem in M A B 1957, blz 51—60 en 443—453
4 C F Scheffer Financiële Notities I, 1962, Hoofdstukken II, III, IV VIII en XVI
5 C F Scheffer Financiële Notities I, 1964 Hoofdstukken I, III, IV, V, VII en XI
6 A I Diepenhorst Enkele opmerkingen over de terugvloeungstijd als criterium bij investerings- beslissingen De N V febr—maart 1959
7 G Donaldson New framework for corporate debt policy, in Harvard Business Review maart—april 1962
8 Een bijzonder onderwerp m overleg met de hoogleraar vast te stellen
pag 50
D 2 EN DAN ?
In het kader van de cyclus „D 2 en dan ” ‘ zal op dinsdag 24 november as in de voorzaal van het Eigen Huis, aanvang 20 uur, Drs J H Dechesne, accountant en lid van de V A & A, een causerie houder over de inhoud en perspectieven van de accountantsfunctie
Tevens za’ op deze avond aanwezig zijn Mr Drs F J A. Verberk, directeur van de VAGA, die evenals de heer Dechesne gaarne bereid is om na de inleiding vragen omtrent het voor velen nog on­ duidelijke accountantsberoep te beantwoorden
Daai het voor het eventueel later volgen van de accoun*antsopleiding van belang is daarmede, voor wat de te kiezen richting en specialisatie betreft, reeds bij de aanvang van de doctorale studie reke­ ning te houden, hopen wij dat met alleen doctoraal­ studenten, maar ook vele candidaatsstudenten deze voorlichtingsavond zullen bijwonen
•«■**
Het I S het bestuur van de Tilburgse Economische Faculteitsvereniging een genoegen U te kunnen mededelen, dat op donderdag 19 november a s te 20 uur D’s H ter Heide, economisch medewerker van het N V V , een lezing zal houden over , Bezits­ vorming door vermogensaanwasdeling ‘ De actuali­ teit van di^ ondeiweip behoeft uiteraard geen verder betoog Plaats voorzaal Eigen Huis
Reciiten
Het bestuur van de Juridische Faculteitsvereniging Tilburg heeft de eer U mede te delen dat het zich voor het studiejaar 1964—1965 als volgt heeft geformeerd
J V M Los ­ praeses
M A M C van den Berg vice­praeses A C M van der Put ­ ab­actis
H J J Tuerlings ­ fiscus
C H M Kleemans ­ assessor
voor het bestuur
A C M van der Put h t ab­actis
Abactiaat Bosscheweg 321
Sociologie
In het kader van de werkcolleges van Prof de Moor (di 10—12) wordt behandeld het
thema „De Universiteit”
Dit thema is onderverdeeld in een aantal onder­ werpen, waarvoor 4 afzonderhjke studiegroepen worden gevormd
ledere doctoraalstudent, die na 1 april 1964 zijn candidaatsexamen heeft behaald is verplicht zich voor een van deze gioepen op te geven bij de rapporteurs
De onderwerpen zijn
1 Recrutering van studenten
Rapporteur H Wagemakers, Wilhelminapark 27, tel 33200
2 De functie van de universiteit in de samenle­ ving
Rapporteur W Holthuizen, Postelse Hoeflaan 12
3 De h’s’orische achtei gronden
Rapporteur R Teeuwen, Poststraat 14, tel 23315
4 Studieduur en studierendement
Rapporteur B Wagemakers, Wilhelminapark 27, tel 33200
Opgeven «’oor dinsdag 10 november bij de rappor­ teui van het onderwerp van keuze, die desgewenst nadere inlichtingen kan verschaffen
***
De kongreskommissie ter voorbereiding en orga­ nisatie van het !4e Sociologische I nterakademiale Kongres, dat op 28, 29 en 30 april 1965 in Tilbuig gehouden zal worden, is als volgt geformeerd
J M M de Swart, Praeses,
A C M van Schie, Vice­praeses, Mej L M van Eek, Ab­Actis,
R Th M Teeuv/en Quaestor,
A A T Bleyenberg Assessor
11
MEDEDELINGEN VAN DE REDAKTIE
— In principe verschijnt het Tilburgse Hogeschoolblad om de veertien dagen, met uitzondering van de academische vakanties.
— Men wordt verzocht adreswijzingen en foutieve adressering tijdig aan de redaktie bekend te maken.
— Kopie dient veertien dagen voor het verschijnen van het volgende num- mer in het bezit van de redaktie te zijn.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.